FERDINAND HUYCK – WOORD VAN DE UITGEVER
Dat ik aan het verlangen van mijn vriend voldeed, blijkt uit de navolgende bladzijden. Ik beken echter, dat ik niet zo volkomen gerust ben omtrent de echtheid van het werk, als mijn vriend schijnt te zijn. Ook heb ik Mejuffrouw Stauffacher niet zo van nabij gekend als hij, en durf dus niet beslissen, of haar waarheidsliefde zover ging, dat zij nooit knollen voor citroenen verkocht: en somtijds rijst bij mij het vermoeden op, of zij, ondanks haar betuigingen van het tegendeel, niet eens in haar leven tot de verzoeking vervallen is van een roman te schrijven en, hoewel huiverig om dien bij haar leven uittegeven, echter heeft willen zorgen, dat hij na haar dood het licht zage. Wat hiervan zij, ik geef het boek zoo als ik het ontvangen heb: en heb er niets aan veranderd, zelfs de spelling niet; waaromtrent ik moet doen opmerken, dat Mejuffrouw Stauffacher overal de klankloze e achter het onbepalend lidwoord en veelal ook achter de possessiva weglaat, ten zij wanneer het eerste een telwoord wordt of wanneer de laatsten bijzondere nadruk vereisen. Zij schreef misschien niet volgens vaste regelen; misschien meer dan zij zelve wist; maar zij volgde in allen gevalle haar gehoor: en, voor zover men schrijven moet gelijk men spreekt, geef ik haar daarin geen ongelijk.
De uitgever