ZE HEEFT HET OP HAAR HEUPEN
De meningen zijn verdeeld over de oorsprong van de uitdrukking, waarmee normaliter wordt aangegeven dat iemand in een opgewonden gemoedstoestand terecht is gekomen. De uitdrukking wordt vaker in negatieve dan een positieve zin gebruikt. Er bestaan twee belangrijke verklaringen voor het ontstaan van deze zegswijze. In de eerste verklaring wordt verwezen naar een tekst uit het Bijbelboek Ezechiël, waarin de volgende passage voorkomt: ‘Schreeuw het uit, mensenkind, en sla op je heup, want ze heeft het op haar heupen het zwaard treft mijn volk…’ Het ‘op je heup slaan’ wordt dan gezien als een manier om grote ontsteltenis uit te drukken. Volgens de spreekwoorddeskundige F. A. Stoett is het goed mogelijk dat de hedendaagse uitdrukking ‘het op je heupen hebben’ hier vandaan komt. Er bestaat echter nog een andere theorie over de herkomst van deze zegswijze, die ook door Stoett en andere spreekwoorddeskundigen wordt genoemd. Volgens deze verklaring heeft ‘het op je heupen hebben’ simpelweg te maken met lichamelijke klachten aan je heup. Het zou dan vooral gaan om ischias, een pijnlijke aandoening die ook wel heupjicht wordt genoemd hoewel het officieel niets met jicht te maken heeft. Mensen die lijden aan ischias hebben last van zenuwpijnen. De pijn zit meestal in de heup en kan erg heftig zijn, zo heftig dat je soms niet meer in staat bent te lopen. Spreekwoorddeskundigen verdedigen deze theorie door erop te wijzen dat wanneer mensen deze heftige pijnen ervaren, ze ineens gekke bewegingen kunnen maken van de pijn. Dus door de manier waarop mensen op de pijn in de heupen reageren zou de uitdrukking ‘het op je heupen hebben’ ontstaan zijn.