HET GAAT ER HOEKS EN KABELJAUWS AAN TOE
Deze uitdrukking betekent dat de sfeer rommelig, lawaaiig en vooral ruzieachtig is. Hoeks en Kabeljauws verwijst hier naar een conflict dat in 1345 losbarstte: de Hoekse en Kabeljauwse twisten. De Hoekse en Kabeljauwse twisten zijn onlosmakelijk verbonden met de beroemde ridder Jan van Schaffelaar. De aanleiding van het conflict vond plaats in 1345, toen de graaf van Holland overleed zonder kinderen na te laten. Willem werd opgevolgd door zijn zus, Margaretha van Beieren, maar ook haar zoon, Willem V, toen pas dertien jaar, kreeg bestuurlijke macht. Diverse Hollandse edelen gingen zich met de situatie bemoeien. Een deel wilde dat Willem V meer macht kreeg, maar een ander deel was daar fel op tegen. De aanhangers van Willem V werden Kabeljauwen genoemd, waarschijnlijk omdat in het Beierse familiewapen blauwe ruiten zaten, die deden denken aan schubben van een vis. Margaretha’s aanhangers werden vervolgens Hoeken genoemd, omdat men met een ‘hoec’ (haak) een kabeljauw ving.
Als snel mengden niet alleen de edelen, maar ook de steden zich in het conflict. Het was een strijd die niet om principes draaide, maar om eigenbelang. De edelen waren vooral uit op het vergroten van hun eigen macht en invloed, terwijl de steden graag elkaars handelsrechten wilden overnemen. In de middeleeuwen hadden de steden verschillende handelsrechten. Met het handelsrecht mochten de steden handelen is producten als bier en laken. De steden hadden niet allemaal dezelfde handelsrechten. De machtigste steden hadden vaak ook de meeste handelsrechten. Zowel steden als edelen wisselden regelmatig van partij. Ze kozen voor de kant waar op dat moment het meeste voordeel te behalen viel.
In de jaren die volgden vonden regelmatig zware gevechten plaats tussen beide partijen. De echte escalatie vond plaats in 1417, toen Jacoba van Beieren haar vader Willem VI opvolgde. Ze steunde daarbij voornamelijk op een partij, de Hoeken, wat haar toch al wat zwakkere positie als vrouw aan de macht geen goed deed. Haar oom, de Luikse bisschop Jan van Beieren, zag zijn kans schoon en maakte eveneens aanspraak op de heerschappij over Holland, daarbij gesteund door de Kabeljauwen. Steeds meer steden gingen zich met de strijd bemoeien en het aantal slachtoffers van de strijd bleef stijgen, temeer omdat ook de bevolking er steeds meer bij betrokken raakte. Steden als Rotterdam en Leiden werden wekenlang door de troepen van Jan van Beieren belegerd, waarbij de bevolking uitgehongerd werd. Toen Philips van Bourgondië in 1425 Jan van Beieren opvolgde, escaleerde de strijd nog verder. Ook steden in het noorden van Holland raakten betrokken bij de oorlog. In 1428 sloten Jacoba van Beieren en Philips van Bourgondië vrede, maar de spanningen verdwenen niet.
In 1482 escaleerde het conflict weer toen Hoeken zich verzetten tegen de benoeming van Maximiliaan I van Oostenrijk. In dit deel van de strijd is ook Jan van Schaffelaar actief. In plaats van Maximiliaan kozen zij Jonker Frans van Brederode als hun leider. Deze Jonker Frans wist in 1489 Rotterdam te veroveren en probeerde van daaruit tevergeefs steden als Delft, Gouda en Schiedam in te nemen. Hierbij kreeg hij hulp van de Hertog van Gelre, waarbij een veldheer uit Gelre genaamd Reynier van Broeckhuysen hem steunde. Nadat Jonker Frans gevangen was genomen en kort daarop overleed in 1490 waren deze twisten geëindigd.
De lange oorlog tussen de Hoeken en Kabeljauwen zorgde ervoor dat Hoeks en Kabeljauws in figuurlijke zin in gebruik kwam om aan te geven dat het ergens een verwarde, ruzieachtige toestand was. Zo schrijven Wolff en Deken in 1784 in de Historie van den heer Willem Leevend: “’t Is toch een lieve jongen, en ’t was al zyn schuld niet, dat gy beiden zo Hoeksch en Kabbeljaauwsch omgingt.”
De uitdrukking komt nog steeds voor in Van Dale, maar wordt tegenwoordig niet al te vaak meer gebruikt. Deze week hoorde ik hem echter nog in een vergadering waar fusieperikelen werden besproken. Wilt u de uitgebreide versie van het verhaal, klik dan hier.
Kaart van Delfshaven, Overschie en Schiebroek in 1512
Bij Jan van Schaffelaar moet ik toch ook altijd denken aan Thea Beckman’s ‘Hasse Simonsdochter’. Sowieso, die hele geschiedenis rond het Sticht en de Twisten vind ik bijzonder interessant.
LikeLike