BATO, TIJDSCHRIFT VOOR JONGENS
17e HINK-STAP-SRONG DOOR DE TIJD
Bato was een Nederlands tijdschrift voor jongens dat in de periode 1864-1883 werd uitgegeven door aanvankelijk uitgeverij Kraaij te Amsterdam, na 1870 door Gebr. Binger, eveneens uit Amsterdam. Tien jaar later was het duidelijk dat de klad erin was gekomen. In de jaren 1881 en 1882 werd het uitgegeven door W.L.H. Brugsma uit Harlingen en in 1883 door de Gebr. Koster uit Amsterdam. Na twintig jaargangen hield het magazine op te bestaan. Het blad werd twaalf keer per jaar uitgegeven, het abonnement kostte de eerste paar jaar fl. 5,00 per jaar, vanaf 1867 werd dat opgetrokken naar fl. 6,00 per jaar, maar werden er dan ook tekeningen aan het tijdschrift toegevoegd. De grote drijvende kracht achter het blad was de boekhandelaar William Marten Westerman (in 1835 in Amsterdam geboren), die een aantal jongensboeken had geschreven en in het tijdschrift een goede methode zag onder meer eigen werk te promoten. Na 1972 werd E. Laurillard de eindredacteur.
Inhoudelijk was het blad erg behoudend en braaf, maar ook wel rijkelijk gelardeerd met voor jongens spannende verhalen. De bekende auteur en recensent Abraham Seyne Kok schreef bijvoorbeeld in de jaargang 1868 een verhandeling over de Spaanse schrijver Cervantes, Westerman zelf schreef het verhaal ‘Hoe de struisvogel zich beet niet nemen’ (met een plaat), ene Leon J. W. Meys schreef het gedicht ‘Schaatsenrijden’ en A. Heinsius had een artikel over ‘Hara-Kiri’. Dat laatste is al aanzienlijk minder braaf, want de auteur beschrijft het ritueel van de Japanse gerechtelijk zelfmoord. Een ander bloederig verhaal betreft het scalperen door indianen van (uiteraard onschuldige) blanken, iets later over het spannende bezoek aan een kolenmijn of avontuurlijke bezoeken bij Noord-Afrikaanse zeerovers.
De lijst medewerkers bevat vele lang vergeten namen zoals P.J. Andriesen, S.J. Andriesen, mr. J.E. Banck, A. Beloo, R. Koopmans van Boekeren of mr. Jacob Domela Nieuwenhuis, om er een paar uit de lange rij te noemen. Maar zie, zo af en toe leverde ook grootheden als Nicolaas Beets (waarvan op deze site de ‘Camera Obscura’ wordt gepubliceerd) en Jacob van Lennep (van hem verschijnt hier ‘Ferdinand Huyck’) een bijdrage.
Dat is leuk. Ik heb hier een verzameling oude boeken (maar niet zó oud) over hoe meisjes en vrouwen zich zouden moeten gedragen. En ook het geweldige ‘de man en de vrouw’ drie delen, niet te sjouwen, wonderlijk en niet zo zeldzaam maar wel de moeite waard: http://www.boekwinkeltjes.nl/singleorder.php?id=127052421 (boekwinkeltjeslink, niet mijn boeken natuurlijk want die houd ik).
LikeLike
Pingback: WIILIAM MARTEN WESTERMAN | MUIZENEST
Pingback: JACOB DOMELA NIEUWENHUIS | MUIZENEST