VAN LOTJE GETIKT ZIJN
De uitdrukking wordt gebruikt om aan te geven dat iemand niet goed bij z’n verstand is, gek doet of onzin uitkraamt. Iedereen kent het gezegde, maar waar komt de uitdrukking toch vandaan? En wie was toch die Lotje?
Er zijn twee verklaringen voor de herkomst van deze uitdrukking en beiden hebben helemaal niets met de meisjesnaam Lotje te maken. In beide verklaringen gaat het om een ‘lorretje’, wat men later lotje is gaan noemen. Bij de eerste verklaring wordt verwezen naar een scheepsmast die in vroeger tijden een lorretje werd genoemd. Als je daar een klap van kreeg, kon er flink dwaas van worden. Het is echter onwaarschijnlijk dat dit de beste verklaring is.
Volgens het Etymologisch woordenboek van het Nederlands (EWN) is de uitdrukking van lotje getikt voor het eerst aan het einde van de negentiende eeuw in een tekst aangetroffen. Het bijvoeglijk naamwoord getikt (‘gek’) is uit deze uitdrukking ontstaan. Lotje zou dan een verbastering van lorretje zijn, want aan het einde van de negentiende eeuw is ook de uitdrukking van lorretje getikt aangetroffen. Nog iets ouder is van lorretje gepikt, dat letterlijk ‘door de papegaai in het hoofd gepikt (en daarom niet goed wijs)’ betekende. Aangezien die vogels in hun imitaties van mensenstemmen nogal vaak onzin uitkramen is de betekening van gek vrij logisch. Vermoedelijk hoorde gepikt, en niet getikt, oorspronkelijk in de uitdrukking thuis. Het EWN wijst in dit verband ook op oudere uitdrukkingen als je bent in je hersens gepikt (begin achttiende eeuw).
In het spreekwoordenboek van F.A. Stoett staan veel varianten van van lotje getikt, onder meer: van lorretje getikt/gepikt, van het haantje gepikt, in zijn kop geprikt, hij is getikt of getiktakt, hij staat als Lotje getikt, hij is van Joostje (de duivel) getikt; van die lotjie getik wees (Zuid-Afrika), van Lorretsche getik zien (Maastricht), van lorretje geprikt, door zijn test (hoofd) geprikt en in zijn kop geprikt. In Groningen wordt gesproken over mit lotje bezeten, betikt, bedonderd, betoefd zijn; ook vraagt men daar: bist belotjet of hijlendal belotjet (ben je helemaal belazerd?). In sommige streken ook wel van: hij is van Nolletje geprikt. Niet onwaarschijnlijk is het, dat deze uitdrukking met het bijgeloof van onze vaderen in verband staat. De kwade elfen konden iemand door aanraking gek maken. In de christelijke tijd hadden de toverheksen deze noodlottige gave. Zo kan dus Lotje de boze elf Lodder zijn, de naam van een andere heks, of personage uit een Middeleeuws kluchtspel. Men moet in het oog houden, dat de meeste uitdrukkingen met een persoonsnaam ontleend zijn aan voorvallen, die ergens in een of andere buurt plaats gehad hebben, of aan een snaaks gezegde op het toneel, dat bij het publiek aansloeg. Bron: Huizinga’s spreekwoorden en gezegden : herkomst, verklaring en vergelijking met Frans, Duits en Engels / A. Huizinga. – Baarn, 1998. – p. 370 Zeer uitgebreid vindt u de betekenis en afleiding op onderstaande website.