DE DRIE GRATIËN – 007
Marino Marini (Pistoia, 27 februari 1901 – Viareggio, 6 augustus 1980) was een Italiaanse beeldhouwer. Hij geldt als een van de bekendste Italiaanse beeldhouwers van de moderne tijd. Hij begon zijn studie in 1917 aan de Accademia di Belle Arti in Florence. Alhoewel hij ook schilderde en tekende, was beeldhouwen toch zijn voornaamste kunstuiting. Hij werd in zijn werk vooral beïnvloed door de beeldhouwer Arturo Martini. Van 1929 tot 1940 was Marini de opvolger van Martini als hoogleraar aan de Scuola d’Arte di Villa Reale in Monza bij Milaan. Gedurende deze jaren reisde hij veelvuldig naar Parijs, waar hij onder andere kennis maakte met Massimo Campigli, Giorgio de Chirico en Alberto Magnelli. In 1935 won hij de Quadriennale di Roma en in 1936 verhuisde Marini naar Zwitserland, waar hij in Zürich en Bazel de beeldhouwers Alberto Giacometti, Germaine Richier en Fritz Wotruba veelvuldig trof. In 1940 volgde zijn benoeming tot hoogleraar beeldhouwkunst aan de Accademia di Belle Arti di Brera in Milaan. Daar vestigde hij zich ook in 1946. Zijn deelname aan een expositie in New York in 1950 leidde tot ontmoetingen met kunstenaars als Hans Arp, Max Beckmann, Alexander Calder, Lyonel Feininger en Jacques Lipchitz. In Europa bezocht hij de beeldhouwer Henry Moore te Londen en stelde werken tentoon in Hamburg en München. Hij werd uitgenodigd voor de documenta 1 in 1955 en III in 1964 in Kassel. Marino Marini werd geïnspireerd door de archaïsche periode in Griekenland en door de vormgeving van de Etruskische kunst. De motieven vrouwelijk naakt, portretbustes en ruiters te paard zijn de centrale thema’s van Marini’s werk. Zijn werk werd in de loop der jaren steeds abstracter. Zijn werken bevinden zich in alle grote musea en beeldenparken, alsmede in vele steden in de openbare ruimte, in de gehele wereld. Dit werk van de Drie Gratiën maakte van oktober 2013 tot half maart 2014 deel uit van een overzichtstentoonstelling van Martini in museum De Fundatie in Zwolle.