JAN FREDERIK VAN DEVENTER

Jan Frederik van Deventer (Brussel, 27 november 1822 – Amsterdam, 29 november 1886) was een Nederlands kunstschilder, tekenaar, aquarellist, etser en lithograaf. Van Deventer kreeg zijn eerste schilderlessen van zijn oom Hendrik van de Sande Bakhuyzen, net als zijn broer Willem Antonie. Daarna bezocht hij in 1839 en 1840 de Haagse Akademie van beeldende kunsten, waar hij zich toelegde op het schilderen van landschappen. Zijn specialiteit was het schilderen van traditionele landschappen, strandgezichten, havengezichten, scheepsafbeeldingen en stadsgezichten. Vanaf 1843 werden zijn werken opgenomen in vooraanstaande tentoonstellingen, zoals de tentoonstelling van schilderijen en teekeningen van levende Nederlandsche meesters te Groningen (1843) en de Tentoonstelling van schilder- en andere kunstwerken van levende meesters in de kunstzalen der maatschappij Arti et Amicitiae in Amsterdam (1857). In latere jaren hingen zijn schilderijen veelvuldig op de Exposition générale des Beaux Arts en ook in 1876 op de Wereldtentoonstelling in Philidelphia (USA).
Van Deventer was vanaf 1844 lid van de kunstenaarsorganisatie De Haagsche Etsclub, was in 1847 een van de oprichters van Pulchri Studio in Den Haag en was vanaf 1951 lid van de Amsterdamse kunstenaarsorganisatie Arti et Amicitiae, toen hij net als zijn broer een aantal jaren in de hoofdstad woonachtig was.
Christiaan Kramm merkt in zijn overzichtswerk over hem op: “Jan Frederik van Deventer …. heeft zijnen kunstroem niet weinig verhoogd, door in het openbaar zijne goed geordonnanceerde landschappen, die fix en fraai van kleur zijn, ten toon te stellen, waarvan ik, ter Expositie te ’s Gravenhage, in 1857, doorslaande blijken heb gezien, vooral in een Hollandsch landschap, aan eene rivier, waarschijnlijk dat, waaraan door de Jury de zilveren medalje is toegekend. Reeds in 1852 werd hij tot Lid der Koninklijke Akademie te Amsterdam, benoemd. De Heer van Deventer heeft ook de etskunst beoefend en is een der leden van een vast gezelschap, de Ets-klubb genoemd, doch heeft deze studie, om zijn gezigts-wille moeten staken. Ik ben, na bescheiden aanvrage, zelfs niet in de gelegenheid gesteld, om de prenten, die van hem bestaan, hier naar behooren te kunnen beschrijven. Tot narigt dient, dat zijn naam Deventer, en niet Van Deventer, in den Catalogus der genoemde Tentoonstelling, voor de toekomst tot dwaling moet leiden; doch zijne brieven en eene schetsteekening in kleuren, in mijn bezit, teekende hij, zoo als zijn naam hier aan het hoofd is geplaatst.”
Net als broer Willem Antonie van Deventer kon hij wegens een verminderd gezichtsvermogen in zijn laatste levensjaren niet meer schilderen. Hij overleed in 1886 te Amsterdam.