JAC VAN LOOY – BIJ EENE FOTOGRAFIE UIT DE HONGERSNOOD IN ENGELSCH-INDIË

_89832810_89832809De hongersnood in India in de jaren 1899–1900 werd veroorzaakt door het wegblijven van de moessons in de zomer van 1899 in West en Centraal India. De daaropvolgende jaar werd een gebied van bijna 1,3 miljoen km2 en een bevolking van 59,5 miljoen mensen getroffen door een vreselijke droogte. De bevolking was er amper hersteld van de hongersnood die hetzelfde gebied een paar jaar eerder (1896-1897) had getroffen. De hoeveelheid regenwater was historisch laag, ook de aangrenzende regio’s hadden met droogte en tegenvallende oogsten te kampen zodat er geen gelegenheid was om via voedselimporten uit andere streken in India de hongersnood te dempen. In Bombay en omgeving stierven 462.000 inwoners, in Deccan 166.000 inwoners en in de rest van de streek ook enkele honderdduizenden, zodat het geschatte aantal slachtoffers minimaal één miljoen slachtoffers bedroeg. Daarnaast kwamen miljoenen stukken vee om het leven, waarmee de bestaanszekerheid voor de komende jaren ook ernstig onder druk kwam te staan. Er zijn ook aanzienlijk hogere schattingen over het dodental aan mensenlevens, oplopend tot maar liefst 4,5 miljoen doden. De enorme ramp kon echter niet alleen aan de droogte worden toegeschreven. Vanaf begin van de negentiende eeuw had de Britse East India Company de ooit zeer krachtige textielindustrie in India vakkundig om zeep geholpen ten behoeve van de export van de Britse textielindustrie. De Indiase economie werd daardoor steeds meer afhankelijk van de landbouw, die op haar beurt traditioneel te kampen had met de wisselvalligheid van de moessonregens. Al in 1865 (vlak voor de grote hongersnood in 1866-1867) werd in de karnten in Calcutta al gewaarschuwd voor de aankomende problemen: stijgende voedselprijzen, afnemende rijstvoorraden, steeds meer mensen die niet meer in staat waren voedsel te kopen. Het was toen echter bij de Britse overheid een ‘algemene economische wijsheid’ dat ingrijpen bij een hongersnood niet noodzakelijk was en zelfs schadelijk kon zijn.  De markt zou weer voor een nieuw evenwicht zorgen. Volgens de Malthusiaanse principes waren de toenemende sterftecijfers de natuurlijke oplossing voor de overbevolking van het land.

Bij eene fotografie
Uit de Hongersnood in Engelsch-Indië.

Als telhout liggen ze op een hoop gesmeten,
Als knuppel-takken, stronken, knoesten, staken;
Lijf-knekels, lang, met vingers; riffen, kaken,
Het grist en spalkt en blijft nog grimmen om eten.
Van zoo’n bos lijken heeft elk lid vervreten
Al wat om een geraamte een lijf helpt maken:
’t Vleesch, vet misschien, durig, tot ’t stel ging kraken
En ’t vel als schors was vol gescheur en beten…
Het leven bundelt wat de dood maakt klaar…
O eeuwige Ouden, eeuwgen pas geteeld…
Mummies, o mummies in dit bloedrijk jaar…
Bij heel deez’ stramme bende is éen hoofd maar,
Dat onderst-boven op dit heilig licht-beeld,
Schaterend schrompt uit haar verschriklijk hair.

1900
Jac. van Looy (1855-1930)
uit: Gedichten (1932)

victims_of_the_madras_famine_by_ww_hooper_1877_89832812_89832811
M0014873 Famine, 1876-78, Bangalore Credit: Wellcome Library, London. Wellcome Images images@wellcome.ac.uk http://wellcomeimages.org Famine stricken people during the famine of 1876-78 in Bangalore. Published: - Copyrighted work available under Creative Commons Attribution only licence CC BY 4.0 http://creativecommons.org/licenses/by/4.0/

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Dit item was geplaatst door Muis.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: