SAMI BLOOD
Dinsdag 12 september naar de film geweest:
Sami Blood
2016, 110 minuten,
regisseur Amanda Kernell
De film
Intrigerende en meeslepende film over de Sami, een rendierherdersvolk in Lapland en tevens het enige oorspronkelijke inheemse volk dat Europa nog kent. Centraal staat het veertienjarige Sami-meisje Elle-Marja en haar zoektocht naar haar identiteit. Op school ontdekt zij dat de beroepsmogelijkheden van de Sami zich beperken tot een herdersbestaan. Vervolgonderwijs is niet voor hen weggelegd, maar ze weigert zich hier bij neer te leggen. Om haar dromen na te kunnen jagen, wordt ze gedwongen afstand te doen van haar cultuur en de banden met haar familie te verbreken. Blootgesteld aan de discriminatie tegen haar volk, begint Ella-Marja te dromen over een ander leven.
Sami Blood, het filmdebuut van regisseur Amanda Kernell (zelf half Sami, half Zweeds), brengt een onbekende kant van de Zweedse maatschappij in de jaren dertig van de twintigste eeuw tot leven. De film ging in première tijdens het filmfestival van Venetië, waar de film twee prijzen won. De ijzersterke rol van Elle-Marja wordt vertolkt door Lene Cecilia Sparrok, zelf een volbloed Sami.
De historische werkelijkheid
De Samen of Sami (Noord-Samisch: Sápmelaččat) zijn een van oorsprong nomadisch volk dat het Noord-Europese Lapland bewoont. Ze zijn ook bekend onder de naam Lappen, wat ze zelf als een belediging beschouwen. Ze bezitten tegenwoordig in zowel Noorwegen, Zweden als Finland een eigen parlement, het Sameting, dat bij de nationale overheden van de staten waaronder Lapland ressorteert, inspraak heeft in zaken die de Samen en hun woongebied betreffen. De meeste Samen wonen in Noorwegen, zo’n 50.000. In Zweden zijn dat er ongeveer 20.000, in Finland 6.000 en in Rusland 2.000. Volgens het Europees Bureau voor Minderheidstalen zijn er 70.000 tot 100.000 Samen, van wie minder dan 20.000 Samisch spreken. Er bestaat geen Samische standaardtaal. Het gesproken Samisch kent vele, sterk verschillende, varianten verdeeld over een aantal aparte talen. Het Samisch is verwant aan het Fins en Estisch en behoort tot de Finoegrische taalfamilie.
Een deel van de Samen leefde traditioneel als nomaden die rendierkudden volgden in hun jaarlijkse voedseltrek. De rendieren leverden de Samen melk, vlees en huiden. Bovendien deden ze dienst als trekdier voor de slede, het vervoermiddel bij uitstek in dit gebied. Andere Samen leefden traditioneel van de visserij, met name aan de Noorse kust. Ook de jacht was een belangrijke bezigheid. De nomadische Samen woonden in tenten (lavvu) die gemakkelijk af te breken en te vervoeren waren. Alleen in de winter bleven de Samen en rendieren op één plaats. In plaats van in tenten leefden ze dan in lage koepelvormige hutten, die met aarde bedekt werden om ze tegen de strenge vrieskou te beschermen. Verder naar het zuiden bestond de traditionele behuizing uit vierkante houten hutten.
Vanaf de 17e eeuw is de levenswijze van de Samen sterk veranderd. Slechts een klein percentage voert nog een nomadisch bestaan, en dan doorgaans nog slechts een deel van het jaar. De meeste Samen hebben zich als visser, landbouwer of zelfstandige ondernemer gevestigd. Hun leven verschilt tegenwoordig in weinig opzichten van dat van andere Scandinaviërs. De traditionele kleurige kleding van de Samen wordt meer en meer tot de folklore gerekend, evenals de traditionele muziek van de Samen, de zogenaamde joik.
Bij uitgeverij Sylfaen verscheen in 2016 een mooi verhaal van Jan Bommerson, Noors, waarin de Sami een belangrijke rol spelen.
De recensie
De Volkskrant, Floortje Smit, 11 mei 2017
Dat de worsteling van Sami-meisje Elle-Marja interessant blijft, is vooral te danken aan actrice Lene Cecilia Sparrok. Regisseur Amanda Kernell kiest nooit helemaal de makkelijke of eenduidige weg. Wie behoort tot een zwaar gediscrimineerde minderheid kan twee dingen doen: zich extra vastklampen aan de eigen cultuur of zich er juist van afkeren. De Sami, een nomadisch volk dat in het noordelijke deel van Lapland woont, doen in Sami Blood het eerste. Maar de 14-jarige Elle-Marja ambieert meer dan een herdersbestaan met klederdracht, yoiken (traditionele zang), tenten en rendieren. Als ze wil studeren, zo merkt ze, heeft ze geen andere keuze dan compleet te breken met de wereld waarin ze is opgegroeid.
Sami Blood is het zelfverzekerde maar ook wat keurige debuut van de Samisch-Zweedse regisseur Amanda Kernell. Met een genuanceerd scenario, dat zich grotendeels afspeelt in de jaren dertig van de vorige eeuw, schetst ze de discriminatie van de Sami, compleet met dokters die schedels komen opmeten en andere vernederingen. Slim biedt ze de kijker net genoeg lucht door de mooi gefilmde landschappen en wat romantiek. Niet dat Sami Blood daarmee een toeristische reclamespot wordt voor Lapland, of een simplistisch liefdesverhaal. Kernell kiest nooit helemaal de makkelijke of eenduidige weg. In zekere zin is de film een coming-of-ageverhaal, maar wel een dat vraagtekens zet bij de ontworsteling van Elle-Marja aan haar cultuur. Is dit het afschudden van een conservatieve omgeving of het verloochenen van afkomst onder invloed van anderen? Het mooie is dat Elle-Marja dat zelf ook niet echt weet. Een fijn personage is zij trouwens, dat meisje dat eerst doet en dan pas denkt en zich nooit uit het veld laat slaan. Maar dat haar worsteling interessant blijft, ook als het scenario even wat stuurloos wordt, ligt vooral aan hoofdrolspeelster Lene Cecilia Sparrok. Plaatst Kernell haar op een dansfeest, dan worden haar ingehouden bewegingen losser. Haar gezicht, star en vastberaden, kan prachtig openbarsten als ze lacht, dat je alleen daarom al hoopt op een happy end.
.