MAX WOISKI JR.
Max Woiski Jr. (Paramaribo, 13 mei 1930 – Alkmaar, 23 maart 2011) werd geboren als Rene Valentino Mackintosh. Hij was een Surinaams zanger/gitarist, was de zoon van Max Woiski sr. en de vader van de zangeres Lils Mackintosh. Woiski jr. speelde met zijn orkest voornamelijk in zijn eigen club La Tropicana in de Leidsedwarsstraat in Amsterdam en was rond 1970 veel op de radio te horen. In zijn orkest zaten de Surinamers Raul Burnett (conga’s), Steve Boston (timbales), Johan ‘Groentjie’ Grunberg (percussie) en de Nederlanders Jan Jacobs (bas) en Ronald Langestraaten (piano). Ze speelden voornamelijk Zuid-Amerikaanse muziek, wat een compleet ander ritme was dan zijn beide hits Rijst met kouseband en Je bent nog niet gelukkig met een mooie vrouw. Na een zakelijk conflict verlieten Boston, Burnett, Grunberg en Jacobs de band en richtten zij Ritmo Natural op.
Top Notch, een platenlabel dat bekend werd om zijn uitgaven van Nederlandse hiphop, wijdde een leuk artikel aan Woiski jr.:
In het gastenboek van Tropicana, de club van Max Woiski Jr. op het Rembrandtplein schreef Ramses Shaffy op 19 mei 1967: ‘Bedankt voor een dolle, allerplezierigste Max Woiski Junior.’ Ook kun je in dat boek enthousiaste teksten lezen van onder meer schrijver Cees Nooteboom en twistkoning Chubby Checker. Op een van de pagina’s staat een prachtig woeste tekening van Karel Appel. Tropicana was in de jaren zestig een bruisende uitgaansgelegenheid voor liefhebbers van exotisch vermaak, waar ook collecterende zusters van het Leger des Heils graag kwamen. Simon Carmiggelt voert een van die dames in zijn Kronkel in Het Parool op, die haar ronde langs de cabarets in de binnenstad maakt: ‘Dat ene, waar die Surinamers spelen, dat is toch altijd zo lekker vol, hè. En ze geven allemaal, dus daar hebben we een goeie aan.’
Eind jaren zestig verhuist Max Woiski Jr van het Rembrandtplein naar de Leidsekruisstraat. Het was hem ter ore gekomen dat zakenman Maup Caransa van plan was om een parkeergarage onder het Rembrandtplein aan te laten leggen. De werkzaamheden zouden ongetwijfeld slecht voor de horeca op het plein zijn. Het plan van Caransa is nooit verwezenlijkt, maar Max had inmiddels zijn oog laten vallen op een oude visfabriek, op een steenworp afstand van het Leidseplein, die hij ombouwde tot Caribische nachtclub. Er was wel een dansvloer, maar de sfeer van het Rembrandtplein is nooit meer teruggekomen en het etablissement moest dan ook al snel sluiten. Ook zijn vertrouwde bandleden gingen een andere kant op. Zij sloten zich tijdelijk aan bij jazz-saxofonist Hans Dulfer.
Woiski blijft nog een tijdje actief in het schnabbelcircuit tot hij begin jaren tachtig radicaal uit de muziekwereld stapt. Hij is de oppervlakkige Latin vrolijkheid en de Surinaamse traditionals zat. Hij luistert thuis liever naar Bach en de klassieke gitaarmuziek van Segovia. Nóg liever staat hij op de tennisbaan. Toch veert hij weer op als Rijst met Kouseband op een prominente plek terecht komt in Vic van de Reijt’s Top 100 van Nederlandstalige singles en ook te beluisteren is op de bijzondere verzamel-cd Surivlaams. Op 23 maart 2011 overlijdt Max Woiski Jr.
Zelf herinner ik me Woiski toch vooral van die grote hit die hij in de zestiger jaren had. Ik kan me voorstellen dat hij na honderden keren dat deuntje te hebben gespeeld, het een beetje beu werd, maar ik mag het nummer zo af en toe nog steeds graag horen: Je bent nog niet gelukkig met een mooie vrouw.