JAN WILLEM PIENEMAN

Begin negentiende eeuw werd in Nederland een ferm begin gemaakt met de vormgeving van de nationale geschiedenis. Ewald Vanvught schrijft daarvoor in zijn boek Roofstaat (een boek dat trouwens verplichte kost in alle geschiedenisonderwijs behoort te zijn) uit 2016: ‘De gewelddadige levenseinden van landgenoten overzee zijn door de eeuwen heen met afbeeldingen, gebeden en gedichten als helden van het kolonialisme verankerd in het nationale geheugen. In schril contrast met het zorgvuldig levend houden van de eigen doden worden de slachtoffers van de eigen misdaden moeiteloos ‘vergeten’.

Zijn boek heet niet voor niets ‘Roofstaat’. Het staat bol van de gruwelijke moordpartijen in alle delen van de wereld door de Hollanders en Zeeuwen, die de bron waren voor de enorme welstand die de Republiek der Zeven Provinciën in korte tijd wist op te bouwen en die de basis waren voor de welstand waarin ons land nog steeds verkeert. De enorme genocides op de oorspronkelijke bewoners van Amerika, de Indonesische archipel, andere landen in Azië, de slavenhandel van Afrika naar Zuid-Amerika (het is slechts een kleine greep uit de hoeveelheid massamoorden waarbij de Hollanders eeuwenlang betrokken waren) zijn heel fraai weggemoffeld uit onze geschiedenisboeken. De massamoordenaars zelf stonden eeuwenlang op een voetstuk. Slechts bij een enkeling (Coen, Van Heutsch, Van Riebeeck) worden de laatste decennia vraagtekens gezet. Mondjesmaat. Rond sommige Hollandse slachtoffers werd in het belang van ‘de nationale zaak’ een hele mythe gecreëerd.

Een daarvan betreft Antonius Hambroek (1607-1661), een missionaris op Formosa van 1648-1661, toen het eiland een deel was van het Nederlands koloniale rijk. Hambroek werd met zijn vrouw en twee dochters gevangen genomen bij de aanval van de Chinese krijgsheer Koxinga op Taiwan. en door Koxinga als boodschapper gestuurd naar Frederick Coyett, de gouverneur van Formosa,  met de eis dat Fort Zeelandia zch zou overgeven en dat de Nederlanders Formosa zouden verlaten. Als Hambroek met slecht nieuws zou terugkeren, zou hij worden gedood. Als hij niet zou terugkeren zouden zijn vrouw en dochters gedood worden. Coyett weigerde zich over te geven. Bij de terugkeer van Hambroek in het kamp van Koxinga werd hij daarom onthoofd. Na het beleg van Fort Zeelandis nam Koxinga de jonge dochter van Hambroek als zijn concubine. Andere Nederlndse vrouwen werden tot slaaf gemaakt en verkocht aan Chinese soldaten.

De schrijver Joannes Nomsz schreef in 1775 een toneelstuk over het martelaarschap van Hambroek: “Antonius Hambroek, of de belegering van Formoza”. Het stuk, dat vooral ging over het martelaarschap van Hambroek en de slavernij van zijn dochters, had veel succes in heel Europa. Het lot van blanke slavinnen bij andere culturen kreeg veel belangstelling. De schilder Jan Willem Pieneman droef zijn steentje aan de heldenverering bij in 1810 door onderstaand schilderij te maken, dat momenteel in bezit is van het Rijksmuseum: De Zelfopoffering van dominee Antonius Hambroek op Formosa

Dit item was geplaatst door Muis.

3 thoughts on “JAN WILLEM PIENEMAN

  1. Pingback: HET VERHAAL VAN DOMINEE HAMBROEK 1 | MUIZENEST

  2. Pingback: HET VERHAAL VAN DOMINEE HAMBROEK 2 | MUIZENEST

  3. Pingback: HET VERHAAL VAN DOMINEE HAMBROEK 3 | MUIZENEST

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: