OCTAVE VAN RIJSSELBERGHE

Octave Van Rysselberghe (Minderhout, 22 juli 1855 – Nice, 30 maart 1929) was een Belgische architect uit Brussel, die samen met Victor Horta, Paul Hankar en Henry Van de Velde ervoor zorgde dat Brussel tijdens de ‘Belle Epoque’ uitgroeide tot de hoofdstad van de Art Nouveau-stijl. Hij is de oudere broer van de Vlaamse kunstschilder Théo van Rysselberghe (die het hiernaast afgebeelde schilderij maakte) en de jongere broer van de Gentse stadsarchitect Charles van Rysselberghe. Octave studeerde aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent, waar hij onder anderen Adolphe Pauli (Gent, 29 februari 1820 – Köln, 8 maart 1895) als leraar had. Pauli was een zoon van een uit Duitsland geïmmigreerde protestantse bankiersfamilie, die eerst in Gent lessen architectuur volgde bij stadsarchitect Louis Roelandt en daarna voortgezette opleidingen in Duitsland en Italië. Als architect was Pauli een aanhanger van de empirestijl en de vele neostijlen uit het midden van de 19de eeuw. Aan zijn driejarig studieverblijf in Italië hield hij een liefde voor de Italiaanse hoogrenaissance over. In 1854 volgde hij Roelandt op als stadsarchitect van Gent, later nam hij ook diens functie als hoogleraar over aan de Gentse universiteit. Hij ontwierp tal van bekende Gentse gebouwen, zoals het Instituut der Wetenschappen, het Guislaingesticht en de uitbreiding van het Bijlokehospitaal. Pauli was ook hoofdarchitect van de Westerbegraafplaats.

De toegang tot Hotel Otlet te Brussel

Pauli leidde Van Rijsselberghe op in de neoklassieke traditie, geïnspireerd op de Italiaanse renaissance. Na een verblijf in Italië kreeg Octave een praktische opleiding van architect Joseph Poelaert bij de bouw van het Justitiepaleis in Brussel. In 1882 bouwde hij nog de Koninklijke Sterrenwacht in Ukkel en in Brussel een huis voor de graaf Goblet d’Alviella. In 1893 bouwde hij in Saint Clair (Frankrijk) een studio voor zijn broer Théo van Rysselberghe. Via zijn broer kwam hij in contact met de internationalist Paul Otlet (1868-1944), voor wie hij dan een huis in Art Nouveau-stijl bouwde in Brussel, het Hotel Otlet. De binnenhuisarchitectuur werd verzorgd door Henry Van de Velde. Samen met Van de Velde bouwde hij in 1898 herenhuis De Brouckère. Octave Van Rysselberghe werd beschouwd als een der voornaamste vertegenwoordigers van Art Nouveau in België. Hij kreeg opdrachten van de Compagnie des Grands Hôtels Européens, voor wie hij tussen 1895 en 1905 verschillende toeristische verblijven bouwde in Oostende, Cherbourg, Monte Carlo, St Petersburg en Tunis. Daarna zijn noemenswaardig: Ville Le Pachy in Bellecourt (1906), Villa Beukenhoek, Ukkel (1907), Residentie Kreuzberg, Dudelange (1908), Hôtel Bellevue (Westende) (1909-1911), Villa Le Pin, Le Lavandou (1910) en Hotel Rysselberghe, Brussel (1912).