ROBERT PALMER
Robert Palmer (Batley, 19 januari 1949 – Parijs, 26 september 2003) was een Brits popmusicus, die in de jaren zestig deel uitmakte van de groepen The Alan Bown Set, Dada en Vinegar Joe. Allemaal in Nederland onbekende groepen. Eerlijk gezegd dat ik alleen van Vinegar Joe wel eens gehoord, maar ik kan me toch geen enkele titel van hen voor de geest halen. Laat staan dat ik een nummer van hen zou kunnen fluiten. In Engeland is echter vooral The Alan Bown Set groot en invloedrijk geweest. Palmer zou slechts één jaar (1969) deel uitmaken van het illustere gezelschap. Hij is te horen op de dat jaar uitgebrachte derde album van de groep (The Alan Bown!). Hij dankte er wel zijn artiestennaam aan, want voorheen ging hij onze eigen naam door het leven, Alan Palmer. Om echter verwarring te voorkomen met de bandleider nam hij de roepnaam Robert aan. Vanaf 1974 was hij als soloartiest actief en verscheen zijn eerste album, Sneakin’ Sally Through the Alley (nr. 107 in de Billboard 200). In Nederland had Palmer in 1978 zijn eerste hit met het lied Best of Both Worlds, dat in de Top 40 tot de 17e plaats reikte. Begin jaren tachtig haalden Johnny and Mary en Looking for clues de hitparades, maar Addicted to Love en Bad Case of Loving You zijn Palmers grootste hits. Met de gelegenheidsband The Power Station, die hij in 1985 oprichtte met John Taylor en Andy Taylor van Duran Duran, had hij de hits Some Like It Hot en Get It On. Palmer woonde in Zwitserland en overleed aan een hartinfarct tijdens een verblijf in Parijs. Als ik het rijtje zo zie, had hij ook in Nederland meer dan voldoende hits, maar is hij toch altijd een tamelijk onbekende gebleven. Terwijl minimaal één nummer onsterfelijk hoort te zijn: Johnny and Mary.
.
.