CYRILLE VAN HAUWAERT
Cyrille Van Hauwaert (Moorslede, 16 december 1883 – Zellik, 15 februari 1974) verdient het als Belgisch wielrenner een ereplaats te krijgen in de beppaald niet geringe lijst aan grote kampioenen bij onze zuiderburen. Hij was prof van 1907 tot 1915 en had niet voor niets de bijnaam was De Leeuw van Vlaanderen. Hij was de eerste Belg die de klassiekers Bordeaux-Parijs (1907), Milaan-San Remo (1908) en Parijs-Roubaix (1908) won en was in 1909 bovendien de eerste Belg die een etappe in de Ronde van Frankrijk won. In dat jaar won hij Bordeaux-Parijs voor de tweede keer, werd hij Belgisch kampioen op de weg en won twee etappes in de Ronde van België. Ook op de pistes kon hij goed weg, want in 1914 en 19i5 won hij de Zesdaagse van Brussel. In Parijs-Roubaix was hij in 1907 al een keer tweede geworden, wat hij in 1910 herhaalde. Het daarop volgende jaar werd hij derde. Hij naam vier keer deel aan de Ronde van Frankrijk (1907, 1908, 1909 en 1910) waarin hij behalve die ene overwinning een eindeloze rij ereplaatsen haalde en twee keer net buiten het podium eindigde: vijfde in 1909 en vierde in 1910. Van Hauwaert was niet alleen een rap en sluw coureur, maar ook een goed zakenman. Al in 1910 produceerde hij fietsen en later ook motorfietsen en triporteurs (driewielige bakfietsen en motorfietsen). Uiteraard onder de naam ‘Van Hauwaert’. Zijn fabriek stond aanvankelijk in Brussel, later in Groot-Bijgaarden net buiten de metropool. In 1954 werd op het Salon van Brussel een vlotte scooter getoond, die geen succes werd. Waarschijnlijk was dit ook het laatste productiejaar van de gemotoriseerde Van Hauwaert-modellen. Het is goed voorstelbaar dat de dan 71-jarige het wel welletjes vond. Op 17 maart 2018 verscheen op Sportgeschiedenis een aardig artikel van Ronnie van den Bogaart over mythes in in de wielersport, met Cyrille Van Hauwert in de hoofdrol.
De geromantiseerde trainingstocht van Cyriel van Hauwaert
De wielergeschiedenis loopt over van de vele mythen. Hoe langer geleden, hoe gemakkelijker ze worden overgenomen. Zo lezen we bijvoorbeeld in het verder goed gedocumenteerde Kampioenen twijfelen niet van Aart Aarsbergen en Peter Nijssen: “Op 5 april 1908 zegevierde Cyriel van Hauwaert op een regenachtig parkoers in de tweede editie van Milaan – San Remo. Hij was op de fiets naar Milaan gekomen en had onderweg in zijn onderhoud voorzien door op het land te werken.”
In gedachten zien we voor ons hoe de nog jonge Van Hauwaert – de onverwachte winnaar van Bordeaux – Parijs van een jaar eerder – ergens midden in de Bourgogne aanklopt bij de eerste de beste boer, om daar in het zweet des aanschijns zijn dagelijks brood te verdienen en vervolgens de nacht door te brengen in de schuur op de hooizolder, zijn trouwe fiets binnen handbereik. Dit verhaal is natuurlijk te mooi om waar te zijn.
In een dappere poging de vroege Vlaamse wielergeschiedenis van een aantal hardnekkige mythen te ontdoen, schreef Herman Chevrolet het boek De Flandriens. Ook de avontuurlijke trainingsrit van Cyriel van Hauwaert naar Milaan komt hierin ter sprake: “Volgens de overlevering had hij geen geld om de trein te nemen, op de fiets naar het zuiden was het enige alternatief … Vreemd verhaal voor iemand die toen (in dienst van de bekende rijwielfabrikant Alcyon) drieduizend frank per maand verdiende, maar wel een verhaal dat nog altijd voor waar wordt aangenomen en als bewijs moet gelden hoe hard en sterk en moedig de Vlaamse renner was! … Werkelijkheid is dat al zijn hotels op voorhand geboekt waren door de ploegleiding en dat hij die tocht gebruikte als training. Een soort Parijs – Nice, zou men kunnen stellen.”
Niks romantisch avontuur dus, maar een professioneel opgezette trainingstocht. Volgens Chevrolet werd Van Hauwaert vergezeld door zijn ploegmaats Henri Lignon, André Pottier – de broer van René Pottier, de Tourwinnaar van 1906 die een half jaar later zelfmoord pleegde – Hyppolite Aucouturier en Marcel Cadolle. Achter het stuur van de volgwagen zat Marcel Calais, de sportbestuurder van Alcyon.
De toen vierentwintigjarige Van Hauwaert was een jongen van eenvoudige komaf. Hij genoot van de goed georganiseerde tocht: “Het was een ware droom. We hadden tijd om het landschap te bewonderen. Het was alsof ik de wereld ontdekte.” Van Hauwaert was dus beter voorbereid dan de Italiaanse favorieten. Hij won dan ook de tweede editie van Milaan – San Remo, vóór de Italiaan Luigi Ganna. André Pottier werd derde. Ook Pottier had aan de trainingstocht deelgenomen. Tijdens de koers kreeg Van Hauwaert veel steun van Henri Lignon, ook al een ploeggenoot en deelnemer aan de trainingsrit. Blijkbaar had de tocht een uitstekende invloed gehad op de conditie van de Alcyon-renners.
Cyriel van Hauwaert kende een fraaie wielercarrière met vele overwinningen, zoals een dubbele zege in Bordeaux – Parijs en winst in Parijs – Roubaix. Zijn successen waren van groot belang voor de ontwikkeling van de Belgische wielersport. Later werd ‘de Leeuw van Vlaanderen’ een succesvol zakenman en met terugwerkende kracht werd hij ‘de eerste Flandrien’ genoemd. Ten onrechte. De oorspronkelijke Flandriens – een groep Belgische baanrenners waar Van Hauwaert géén deel van uitmaakte – ontstonden pas in 1913. De Flandriens zouden onverzettelijke wegrenners zijn die moesten knokken om hun armetierige bestaan te overstijgen. Het is vooral die mythe die in het boek van Chevrolet ontkracht wordt. Hoewel de schrijver zijn pen soms wel erg nadrukkelijk in azijn heeft gedoopt, zou iedere liefhebber van de Vlaamse koers het gelezen moeten hebben. In 2007 schreef John Graat in dagblad Trouw: “Met plezier prikt hij de mythes door. Armoede en honger waren er vaak niet bij. Ook het idee dat om de Flandriens hing als eerlijke (Vlaamse) kerels die man tegen man duels uitvochten behoeft nuance. Net als de lepe Fransen, waartegen ze werden afgezet, bedienden ze zich van alle vuile spelletjes. Voor geld verkochten ze koersen, ze hingen aan broeken in de sprint en vormden combines.”
Ook op het internet houden de mythen stand. Zelfs op Wikipedia, waar het begrip Flandrien zou worden omschreven. Hier past een stevige waarschuwing: ‘de neutraliteit van dit artikel wordt betwist.’ Chevrolet merkte al op dat tegenwoordig zo’n beetje alles wat fietst en koerst een Flandrien wordt genoemd. De schrijver van de tekst op Wikipedia maakt het overigens wel erg bont, door zelfs Aleksandr Vinokoerov (!) tot Flandrien te bombarderen. Chevrolet aan het eind van zijn boek: “Te midden van alle mystificaties die werden gepubliceerd verdween de waarheid. Al met al moeten we concluderen dat de Flandriens het product zijn van journalistieke verzinsels, misplaatst nationalisme en valse romantiek.”
De geromantiseerde trainingstocht van Cyriel van Hauwaert, in het vroege voorjaar van 1908, is daar een treffend voorbeeld van.
.
.