WOORD VAN HET JAAR 2018
In Nederland werd in 2018 het woord ‘blokkeerfries’ uitgeroepen tot het Woord van het Jaar. Met 55,4% van de stemmen bleef het de nummers 2 en 3, respectievelijk ‘yogasnuiver’ (7,7%) en ‘mangomoment’ (4,7%), ruim voor. Van Dale omschrijft een blokkeerfries als ‘elk van de personen die in Friesland een wegblokkade hebben opgezet om anderen te verhinderen te demonstreren tegen een aspect van de sinterklaastraditie, door sommigen beschouwd als verdediger daarvan’. Dat is een keurige, neutrale omschrijving van het beroemde woordenboek, waarmee verdoezeld wordt dat het een groep betreft die de democratische rechtsbeginselen niet al te hoog in het vaandel heeft en daaraan niet zelden met behoorlijk wat racistisch kabaal uiting geeft. Deze groep wist al heel wat mensen te bewegen om het hoger beroep tegen hun veroordeling te financieren. Hun woordvoerster wordt in rechts-radicale kringen als een soort moderne Jeanne d’Arc afgeschilderd. Natuurlijk was Geert Wilders er al de kippen bij om een graantje mee te pikken. Hij diende een motie in om die woordvoerster een lintje te geven ‘voor haar bijdrage aan het in stand houden van de Nederlandse cultuur’. De keuze op ‘blokkeerfriezen’ komt dus niet uit de lucht vallen. Blijkbaar zijn antidemocraten populair aan het worden in ons land. Mocht u zich net als ik afvragen wat in hemelsnaam een ‘yogasnuiver’ is, dat is ‘iemand die gewoonlijk gezond en bewust leeft, maar zich nu en dan, bijvoorbeeld in het uitgaansleven, te buiten gaat aan partydrugs en cocaïne’. Een mangomoment verwijst naar een fragment uit een Belgisch tv-programma waarin een patiënt een moment van geluk beleeft aan de mango die de presentatrice voor haar meebrengt. Daarover in een volgende blog meer (2 januari 2019).
Twee woorden die een behoorlijk negatieve lading hebben, worden dus uitgekozen tot de twee belangrijkste woorden van het jaar. Nu kunnen er terecht allerlei kanttekeningen worden gemaakt bij de waarde van dit soort verkiezingen, maar het lijkt behoorlijk illustratief voor de tijdgeest dat dit soort woorden stelselmatig komen bovendrijven. In 2017 voerde ‘appongeluk’ en ‘fipronilei’ de lijst aan, in 2016 waren dat ‘treitervlogger’, ‘pokémonterreur’ en ‘trumpisme’ en in 2015 ‘sjoemelsoftware’ en ‘poortjesspringer’ (een zwartrijder die over een toegangspoortje bij een treinstation springt, om zonder geldig vervoerbewijs gebruik te kunnen maken van de trein’). Een triest rijtje, dat aardig illustreert hoezeer de nadruk in de beleveniswereld van veel Nederlanders ligt op een aantal negatieve aspecten binnen ons welvarende leventje.
In België is het ietsje beter. Daar werd in 2015 de lijst aangevoerd door de woorden ‘kraamkost’, ‘sjoemel-software’ en ‘kibbelkabinet’. Dat laatste woord had dit jaar nu het kabinet-Michel net is gevallen na al tijdenlang intern gerommel, ook weer hoge ogen kunnen gooien. Met ‘kraamkost’ wordt een maaltijd bedoeld die als cadeau voor een pas bevallen moeder en haar gezin wordt gegeven. Een positieve gedachte die de verkiezing wint, het kan dus wel. Het jaar daarop bestond de top drie uit: ‘samsonseks’, ‘betonstop’ en ‘pokémonterreur’. Dat ‘samsonseks’ is wel een aardige vondst. Het is de benaming voor de situatie waarin ouders ervoor zorgen dat ze hun kinderen lekker voor de televisie parkeren, bijvoorbeeld om naar het onder kinderen populaire programma Samson en Gert te kijken, zodat zij eens een keer tijd hebben om de liefde te bedrijven. Sommige ouders hebben er namelijk moeite mee om in het dagelijks leven nog tijd te vinden voor elkaar. Het opvoeden van kinderen kost vaak veel tijd en energie, waardoor de liefde een lagere prioriteit krijgt toebedeeld. Leuk woord, maar een wat wrange achtergrond. Met de betonstop wordt het besluit van de Belgische regering bedoeld om de ongebreidelde bebouwing van woningen, bedrijven en wegen een halt toe te roepen en te zorgen dat het aantal hectare groen weer hersteld wordt. Een loffelijk streven. In 2017 viel de keuze op ‘koesterkoffer’ (55%) en liet daarmee ‘fipronilei’ (9%) en ‘metoo-verhaal’ (8%) ver achter zich. Zo’n ‘koesterkoffer’ is een koffer met tastbare herinneringen om een jong gezin te steunen na het verlies van een kind. Zo’n valies werd ontwikkeld door moeders, met de hulp van een kinderpsychologe en een aantal vzw’s, en bevat
onder meer silicone om een vingerafdruk te nemen van het kind, een canvas voor een hand-of voetafdruk en een buisje voor een haarlokje. Wrange achtergrond, maar weer een positieve gedachte die erachter zit.
In 2018 is opnieuw een woord met een negatieve lading gekozen: ‘moordstrookje’ kreeg 21% van de 10.000 Vlaamse stemmen. Een moordstrookje is een niet-verhoogd fietspad dat niet afgescheiden is van de rijweg, wat behoorlijk gevaarlijk is voor fietsers. Het woord laat daarover geen misverstand bestaan. Op de tweede plaats eindigde ‘mangomoment’, dat ook al op de Nederlandse lijst voorkwam, met slechts een handvol stemmen (0,2%) minder dan de winnaar. Alweer een verhaal met een trieste achtergrond, maar dat een positieve gedachte weergeeft en nog belangrijker, probeert te stimuleren dat deze gedachte wordt vastgehouden.
Al met al zijn onze Belgische buren in hun woordkeuze dus positiever dan hun noorderburen. Daarbij de kanttekeningen dat het opvallend is dat bepaalde woorden in beide landen tegelijkertijd in de top 3 verschijnen. Dat duidt er niet per se op dat in beide landen dezelfde prioriteiten onder de bevolking leven, maar geeft eerder aan dat er een behoorlijke sturing achter deze verkiezingen zitten. Organisator voor de verkiezing in beide landen is Van Dale Uitgevers. Inderdaad, die van die woordenboeken. Er zal achter de verkiezing dus wel net zoveel sturing zitten als aan de Top 2000.