BENIAMINO GIGLI
Beniamino Gigli (Recanati, 20 maart 1890 – Rome, 30 november 1957) was een Italiaanse operazanger en filmacteur. Hij wordt beschouwd als een van de grootste tenoren van zijn tijd en dé opvolger van de grote Enrico Caruso, die in 1921 overleed. Hij werd geboren als zoon van een schoenmaker in Recanati, een plaatsje in de buurt van Ancona. In oktober 1914 maakte hij zijn operadebuut in de rol van Enzo uit La Gioconda van de Italiaanse componist Amilcare Ponchielli. Deze rol maakte hem op slag tot een veelgevraagde operazanger. In 1915 zong hij voor het eerst de rol van Faust uit Mefistofele van een andere wat vergeten Italiaanse componist Arrigo Boito, een rol waarmee hij vele malen debuteerde in Italië maar ook in 1920 in de Metropolian Opera te New York. In 1932 verliet Beniamino Gigli de Metropolitan Opera en keerde terug naar Italië, waar hij in het midden van de jaren dertig ook in speelfilms ging optreden. Gigli was de lievelingszanger van Benito Mussolini, hetgeen hem door velen niet in dank werd afgenomen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog trad hij vrijwel alleen op in Italië. Zijn laatste concert in de oorlog was mei 1945 in Rome. In 1945 hervatte hij met succes zijn optredens. In laatste levensjaren werden zijn opera-optredens zeldzamer, maar hij ondernam nog wel een uitputtende wereldtournee met afscheidsconcerten. In 1955 trok hij zich terug om zijn memoires te gaan schrijven. Twee jaar later overleed hij aan een longontsteking.
Gigli zong ook veel populaire liederen en in dat repertoire mag een nummer als La Paloma niet ontbreken. La Paloma, wat De Duif betekent, is een lied van de Spaanse componist Sebastián Iradier (later veranderd in Yradier). Iradier haalde de inspiratie voor het op een habanera-ritme gebaseerd lied uit een reis die hij in 1861 maakte op Cuba. Het originele thema van het lied is terug te voeren op de antieke oorlogen tussen Perzië en Griekenland. Vanaf een zinkend schip vlogen witte duiven terug naar het vaderland, zo de liefde weergevend van de stervende soldaten, dan wel van zeemannen aan hun geliefden die op het vasteland hen moesten wachten. In diverse versies ging de originele betekenis verloren, maar dat liefde altijd de dood zou overwinnen was het blijvende thema. Het lied begon aan een kleine zegetocht over de gehele wereld. Het werd naar talloze talen overgezet en door talloze artiesten gezongen: een zoetsappige Mireille Mathieu, een zwoele Dean Martin, een instrumentale versie van Bill Haley, de donkerbruine stem van Freddy Quinn, het kinderstemmetje van ‘onze’ Jantje Smit en de ‘No More’- versie van Elvis Presley. En zo zijn er nog een paar duizend naoorlogse versies. Van voor de oorlog een traditionele versie van Joseph Schmidt, een Oostenrijks-Roemeens tenorzanger die in Nederland bekend is door zijn lied ‘Ik hou van Holland’. Dat is tenminste een verzie zoals de componist het bedoeld zal hebben, wat ook geldt voor de opname van Beniamino Gigli: La Paloma.
.
.