TIM HARDIN

Tim Hardin (Eugene, 23 december 1941 – Los Angeles, 29 december 1980) was een Amerikaanse folkzanger. Een tragische figuur die geweldig mooie muziek componeerde, geen erkenning kreeg en een paar dagen na zijn 39e verjaardag overleed. Hij ging toen hij nog maar net 18 jaar was, kersvers van de middelbare school, bij de marine, maar zijn militaire carrière eindigde al twee jaar later toen hij ontslagen werd. Hij verhuisde toen naar New York, waar hij zich inschreef voor de American Academy of Dramatic Arts. Ook daar werd hij vanwege veelvuldig spijbelgedrag al snel de laan uitgestuurd. Uit geldnood en een drang naar carrière ging Tim Hardin ten slotte muziek spelen in Greenwich Village, met een voor dat centrum voor de folkmuziek een merkwaardige voorkeur voor bluesmuziek. In 1963 verhuisde Tim Hardin naar Boston, waar hij een platencontract kon tekenen bij Columbia Records. Een jaar later, in 1964, keerde Hardin terug naar de folkscene van New York en maakte er zijn eerste opnamen. Deze opnamen werden door Columbia als ‘mislukt’ ervaren en de platenmaatschappij ontsloeg Hardin. In 1966 kwam uiteindelijk toch zijn eerste album Tim Hardin 1 uit bij Verve Records. Dit was een ander album dan wat Hardin in 1964 had opgenomen en bevatte onder andere het nummer Reason to Believe, dat later de doorbraak van Brainbox en Rod Stewart zou betekenen en ook zijn grote klassieker How Can We Hang On To A Dream komt van dat album. In 1967 volgde zijn tweede album, Tim Hardin 2, met onder meer het al even legendarische If I Were A Carpenter, dat inmiddels al was uitgebracht in versies van onder anderen Johnny Cash, Neil Diamond en Bobby Darin. Nog zeven albums en diverse legendarische optredens volgden, onder andere op Woodstock en in de fameuze folkscene van Greenwich Village. Al in 1966 was duidelijk dat Hardin verslaafd was aan heroïne en bij het verschijnen in 1973 van zijn negende album was hij al vrijwel niet meer te redden. In 1980 overleed Hardin aan een overdosis heroïne en morfine.
Hij schreef dus minstens drie monumentale nummers, gecoverd door vele muzikanten in allerlei varianten. Zo is er van dit nummer naast de versie van Hardin himself, een mooie kopie van Rudy Bennett (de zanger van The Motions), een eveneens georkestreerde versie van Marianne Faithfull toen ze nog jong was en geen basstem had, een softrockversie van Emerson, Lake and Palmer, een wat jazzy uitvoering van The Nice, een zoetsappige jongemeisjesversie van Françoise Hardy, weer een mooie uitvoering van The Moody Blues (blijkbaar de b-side van hun eerste hit Go Now), een soulversie van Art of Lovin, een psychedelische-zweverige versie van Gandalf, een bluesy live-opname van de vroege Fleedwood Mac en tal van andere versie. Uiteraard: How can we hang on to a dream.
.

.

 

 

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: