TIM HARDIN
Een tijd geleden al eens een nummer laten horen van Tim Hardin, de man met de tragische levensloop en drie meesterwerken. Vorige keer was dat How can we hang on to a dream, met verwijzingen naar andere versies van het nummer op YouTube. Ondanks drie drie wereldsuccessen is Tim Hardin nooit een levende legende geweest, zoals andere artiesten die op jonge leeftijd aan drank en drugs ten onder gingen. Waarschijnlijk omdat hij niet de bij de levensstijl horende ruige rock-and-roll speelde, maar keurige folksongs die bijvoorbeeld via vertolkingen van The Carpenters, Bobby Darin, The Four Tops en soortgelijke artiesten van If I Were A Carpenter populair werden. Op de een of andere manier werd daar toch wat op neergekeken. Hardin zelf scoorde nog wel een grote hit met How Can We Hang On To A Dream (nr. 5 in 1967 in de Top 40), maar van serieuze erkenning op grote schaal heeft hij nooit kunnen genieten. Na zijn dood werd zijn talent wel erkend en zijn vroegtijdige overlijden diep betreurd, maar daar had hij zelf niet veel aan. Na het succes met How Can We Hang On To A Dream had hij in 1970 een Top 40-notering afgedwongen met Simple Song Of Freedom, maar met een vijftiende plaats werd het succes van de debuuthit van de Amerikaan niet benaderd. Ook een nummer overigens dat door andere wel naar hogere klasseringen werd gezongen. Een ander bekend lied uit zijn pen is Reason To Believe en ook in dit geval was het een ander ermee veel succes boekte. Een cover van dit werk vormde naast Maggie May de zeer succesvolle debuutsingle van Rod Stewart (nr. 3 in 1971). In Nederland had Brainbox een redelijk succes met het nummer en ik vond ook een ingetogen en recente live-uitvoering van Neil Young. Maar de mooiste versie blijft toch die van de componist zelf: Reason to believe.
.
.