NELLIE VAN KOL

44e HINK-STAP-SPRONG DOOR DE TIJD

Nellie van Kol (Den Bosch, 12 december 1851 – Utrecht, 24 februari 1930) was een schrijfster en feministe. Ze werd geboren als Nillie Porreij en was het oudste van de zes kinderen van een belastinginspecteur. Drie van de zes kinderen zouden jong overlijden. In 1866 kreeg ze nog een stiefzusje. Met haar akten voor onderwijzeres, handwerken, Frans, Engels en Duits werd ze in 1872 onderwijzeres in Baarn en in 1874 op een meisjeskostschool van de Hernhutters in Gnadau (Duitsland). Vanaf 1875 werkte ze als gouvernante in Nederlands-Indië. Vlak voor haar vertrek maakte ze kennis met prof. G.J. Mulder, een conservatief protestants politicus die haar tot verdere studie aanspoorde. Met deze mentor bleef ze corresponderen tot zijn dood in 1880. Hij vond ook dat ze moest gaan schijven, maar pas wanneer haar ideeën meer gerijpt waren. Vanaf 1881 publiceerde ze onder de naam ‘Nellie’ haar ‘Brieven aan Minette’ in het Soerabaiasch-Handelsblad. Het waren verhalen over haar ervaringen in het Euraziatische milieu, over de man-vrouw verhoudingen en over kinderopvoeding. Ook werd ze redactrice van de Indische Kindercourant. In 1883 werden haar ‘Brieven’ gebundeld. Ze trouwde op 27 juli 1883 in Panaroekan (Nederlands-Indië) met Henri van Kol (1852-1925), ingenieur en politicus die namens de SDAP lid zou worden van de Tweede en Eerste Kamer. Uit dit huwelijk werden 3 zoons en 1 dochter geboren. Die dochter Lily zou later de moeder worden van Heinz Polzer, in Nederland toch vooral bekend onder zijn artiestennaam Drs. P. Het echtpaar Van Kol ging wonen in Sitoboendi (Java). Daar werd in 1884 hun eerste zoontje levenloos geboren.

Op Europees verlof van 1884 tot 1886 maakte ze via haar echtgenoot kennis met socialisten in Europa. In Zwitserland kwam ze ook in contact met socialistische vrouwen uit Rusland. Onder deze invloeden geraakt, keerde ze terug naar Indië als agnoste en socialiste, Vanaf dat moment publiceerde ze in verschillende Nederlandse en Belgische socialistische bladen over de rol van de vrouw in de socialistische beweging. In het begin van de jaren 1890 vond ze nog dat de deelname van vrouwen aan de socialistische beweging hun emancipatie zou brengen. Vanaf omstreeks 1896 nam ze meer afstand omdat de beweging volgens haar te veel verwachtte van materiële veranderingen. In haar vooral op moeders gerichte ideeën over opvoeding en karaktervorming valt haar pleidooi voor openheid in seksuele voorlichting op.

Van Kol en haar man woonden in die jaren onder meer in Bandoeng, waar ze in 1888 een jong gestorven zoontje kreeg, en Cheribon, waar in 1891 opnieuw een zoontje werd geboren. Deze Ferdi, genoemd naar Domela Nieuwenhuis, bleef in leven. Met een lening van ‘peetvader’ Domela kon het echtpaar zoveel aandelen in koffieplantages kopen dat ze in Europa konden gaan rentenieren. Het echtpaar leverde een duidelijke bijdrage aan de socialistische beweging in Nederland en België, maar aangezien ze leefden van hun aandelen stond hun rijkeluisbestaan nogal in schrille tegenstelling tot de idealen van ‘hun’ beweging. In 1892 vestigde het gezin Van Kol zich in Aywaille bij Luik, waar Nellie van Kol actief werd als socialistisch feministe. Ze vertaalde voor haar man en verzorgde zijn correspondentie. Zelf werd ze dat jaar voorzitster van de Union pour la Solidarité des Femmes in Brussel. Ze richtte een jaar later met de Gentse socialiste Emily Claeys de Hollandsch-Vlaamsche Vrouwenbond op en redigeerde het tijdschrift De Vrouw. In tal van redevoeringen in Nederland en België pleitte ze voor geboorteregeling (waardoor het tijdschrift De Vrouw op de katholieke ‘index’ kwam), voor gelijke beroepsmogelijkheden voor vrouwen en mannen en voor gelijke beloning bij gelijke arbeid. In 1893 was ze een van de oprichtsters van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, in 1897 medeoprichtster van de Vereeniging Onderlinge Vrouwenbescherming en vanaf 1898 lid van de Vereeniging voor Verbetering van Vrouwenkleeding. Ook bleef ze actief in de socialistische beweging: ze bezocht met haar man enkele congressen van de Socialistische Internationale en verzamelde in 1897 handtekeningen tegen de oorlog in Atjeh. Vanaf 1895 gaf ze Ons Blaadje uit met ontspannende en opvoedende lectuur voor (arbeiders) kinderen. In haar reeks Bibliotheek voor Jongens en Meisjes (1898-1900) gaf ze nog negen deeltjes kinderlectuur uit.

Nadat Henri van Kol in 1897 in Nederland Tweede Kamerlid was geworden, verhuisde het gezin naar Princenhage bij Breda. Henri van Kol was veel van huis, want naast zijn werk in Den Haag maakte hij propagandatournees in Nederland en in 1901-1902 in Indië. In zijn afwezigheid ontwikkelde Nellie van Kol zich in een geheel andere richting. Ze werd vegetariër, kreeg belangstelling voor het religieus-socialisme, voor de Rein-Leven-Beweging, voor theosofie en voor spiritisme. Ze meende op spiritistische seances boodschappen van haar oude leermeester Mulder door te krijgen. Rond de eeuwwisseling trok ze zich terug uit het openbare leven. Ze legde haar meeste redactie- en bestuursfuncties neer. Met een artikel onder de dramatische titel ‘Exeo’ (te vertalen als ‘ik vertrek’ of ‘ik sterf’) nam ze afscheid van de redactie van De Vrouw. Wel bleef ze corresponderen met feministen, onder wie de Indische Kartini. Ze wijdde zich aan de opvoeding van haar twee kinderen en was daarnaast in de periode 1900-1913 uitgeefster van 88 kinderboekjes in de reeks Volkskinderbibliotheek. In 1908 trad ze toe tot het Leger des Heils en ging toen schrijven voor De Strijdkreet. Het spreekt dat deze bekering tot heilsoldate binnen de socialistische beweging slecht werd ontvangen. Ze gold vanaf dat moment als ‘een verdwaald schaap’. Het Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland noemde haar optreden na 1900 als dat van een ‘spijtoptante’ en van een ‘vertegenwoordigster van een damessocialisme, met zorgen voor vakantie aan zee en […] gescheiden slaapkamers voor echtgenoten’. Daar is tegenin gebracht dat Nellie van Kol in 1900 niet het ene geloof inruilde voor het andere, maar oude levenslessen met nieuwe inzichten combineerde. De rode draad door haar leven was de morele verheffing van de mens. Met haar ‘gevoelssocialisme’ en overgang naar het Leger wilde ze zich inzette voor de verbetering van haar eigen leven, als dan van kwetsbare groepen als daklozen en ongehuwde moeders.

De verwijdering met haar man werd definitief toen hij in 1919 in Aywaille ging samenwonen met de Japanse weduwe Otawa Tomi. Zelf woonde ze vanaf 1925 achtereenvolgens in De Bilt, Amerongen en bij haar zoon Ferdi in Doorn. Op 24 februari 1930 overleed Nellie van Kol op 79-jarige leeftijd in Utrecht.

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: