JOSEF STALIN (1910-1911)

Jozef Stalin (Gori, 18 december 1878 – Moskou, 5 maart 1953) werd geboren als zoon van een schoenmakersknecht in het Georgië, in het gouvernement Tiflis. Het gezin leefde onder armoedige omstandigheden en de andere kinderen van het gezin stierven allemaal op jonge leeftijd. Stalin kwam met de aangeboren voetafwijking syndactylie ter wereld, wat inhoudt dat enkele van de tenen aan elkaar vastgegroeid zijn. De zeldzame keren dat zijn vader thuis was, mishandelde hij de jonge Jozef en zijn moeder. Hij zou een paar keer bijna zijn doodgeslagen, maar na het vertrek van zijn vader kwam er rust in het gezin. Stalin bezocht het Russisch-orthodoxe seminarie in Tiflis, waar het onderwijs indertijd beter was dan op andere scholen. In 1899 werd hij van de opleiding verwijderd wegens niet afgelegde examens en het koesteren van revolutionaire ideeën. Hij las heimelijk teksten over Karl Marx en na vijf jaar priesterstudie werd hij van het seminarie verwijderd vanwege zijn revolutionaire denkbeelden. Hij kwam in contact met de bolsjewieken en nam aanvankelijk de schuilnaam Koba aan, dat ‘de onbedwingbare’ betekende in het plaatselijke dialect. Later, toen hij op nationaal niveau opereerde, zou hij zich Stalin laten noemen, wat een verbastering is van het woord staal (dus man van staal’ betekent), omdat hij meende dat een Georgische naam op nationaal niveau niet sympathiek zou worden ontvangen. Hij zat enige malen gevangen en werd ook verbannen, maar in 1903 wist hij te ontsnappen uit zijn verbanningsoord Novaja Oeda in Siberië. In 1904 sloot hij zich aan bij Lenins bolsjewistische vleugel binnen de Russische Sociaal Democratische Arbeiderspartij (RSDAP).

In 1906 trouwde hij met Kato Svanidze, die al een jaar later overleed. Volgens een van zijn vrienden sprak Stalin na de begrafenis: ‘Dit schepsel wist mijn stenen hart zachter te maken, maar ze is gestorven en met haar stierven mijn laatste warme gevoelens voor het mensdom’. Stalin en Kato hadden een zoon, Jakov Dzjoegasjvili, met wie hij later nauwelijks omgang had. Jakov probeerde zelfmoord te plegen vanwege Stalins hardheid tegen hem, maar hij overleefde de poging. Stalins commentaar: ‘Hij kan niet eens goed schieten‘. Jakov diende tijdens de Tweede Wereld-oorlog in het Rode Leger en werd door de Duitsers gevangengenomen. Zij wilden hem ruilen voor veldmaarschalk Friedrich Paulus, die zich na Stalingrad had overgegeven, maar Stalin sloeg het aanbod af met de uitspraak: ‘Een luitenant is niet evenveel waard als een generaal’. Stalin was bang dat Jakov hem zou verraden, maar die pleegde zelf-moord zonder iets te hebben prijsgegeven. Nadien gaf Stalin vol spijt toe dat de jongen ‘toch een echte man’ was geweest. Op 24 maart 1919 trouwde Stalin voor een tweede keer, met Nadezjda Alliloejeva. Op 8 november 1932 vond in het Kremlin een banket plaats ter ere van de vijftiende verjaardag van de Oktoberrevolutie. In de loop van deze avond kregen Stalin en Nadja ruzie en werd Stalin ten overstaan van alle gasten grof tegen Nadja. Ze verliet schreeuwend de kamer. Haar vriendin Pauline Molotovs, de vrouw van de minister van Buitenlandse Zaken, volgde haar en bleef bij haar tot ze gekalmeerd leek. Later die avond werd Nadja dood aangetroffen in haar slaapkamer met een Walther-revolver, die ze van haar broer Pavel gekregen had, naast haar. Officieel werd gemeld dat Nadezjda overleed aan een blindedarmontsteking, maar aannemelijker is dat het om zelfmoord od zelfs om moord ging. De twee dokters Levin en Pletnev die weigeren om de valse verklaringen met betrekking tot haar doodsoorzaak te ondertekenen, werden later veroordeeld en geëxecuteerd. Er zijn ook geruchten dat het pistool in Nadja’s hand werd aangetroffen niet was gebruikt en dat het dus om een in scène gezette zelfmoord zou gaan. Vele Russen verdachten en verdenken Stalin dan ook van moord op Nadezjda. Het echtpaar had twee kinderen, waarvan zon Vasili in de Sovjetluchtmacht diende en in 1962 aan alcoholisme zou bezwijken en dochter Svetlana in 1967 naar de Verenigde Staten emigreerde.

Terug naar 1904. Als gedelegeerde van de partij woonde hij conferenties te Tampere (1905) en Stockholm (1906) bij. Stalin en zijn groep revolutionairen vormden de belangrijkste geldbron van Lenin en zijn bolsjewisten die daarvoor zorgden door bankovervallen, roofovervallen, afpersing van industriëlen te plegen, vooral in Bakoe en omgeving, ‘bescherming’ te bieden aan mijnbedrijven en piraterij op veerboten in het gehele gebied van de Kaukasus. Na de Revolutie van 1905 stelde de bolsjewistische factie een verbod in op bankovervallen en ontvoeringen om de mensjewieken te paaien in de besprekingen tot hereniging in de RSDAP. Vanwege het verbod stapte Stalin uit de partij, maar toen de hereniging er niet kwam, werd het verbod op bankovervallen weer opgeheven en kon Stalin zijn overvallen en ontvoeringen voorzetten. Tussen 1908 en 1917 werd Stalin zeven keer gearresteerd en ontsnapte hij vijf keren. Hier twee bestanden uit de archieven van de Russische politie, de ene uit 1910 toen hij in Bakoe werd gearresteerd en de tweede uit 1911 van politie in Sint Petersburg. Op Rare Historical Photo’s een fraai overzicht van foto’s uit de jonge jaren van de gevreesde dictator, waarin het origineel van het zo fraai ingekleurde portret bovenaan dit blog.

 

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: