ALBERT RITSERVELDT
Albert Ritserveldt (Ophasselt, 13 oktober 1915 – Zottegem, 11 maart 2002) was een Belgisch profwielrenner van 1938 tot 1948. Hij staat in een select rijtje van Belgische renners die in drie verschillende categorieën nationaal kampioen werd. In 1933 werd hij kampioen bij de nieuwelingen door in de sprint Peter De Vooght en Jean Keymolen te verslaan, twee jongelingen waarvan later niks meer werd vernomen. In 1936 werd hij bij en nieuwelingen nationaal kampioen door de beide Antwerpenaren Martin Van Den Broeck en Karel Thijs te verslaan, twee coureurs die later wel een bescheiden erelijst bij elkaar fietsten, maar waarvan net als bij Ritserveldt de veelbelovende carrière door de Tweede Wereldoorlog werd gefrustreerd. Op 30 mei 1937 werd Ritserveldt bij de onafhankelijke Belgisch kampioen in Floreffe (Namen) bij de Onafhankelijken, voor Albert Carrier en Karel Van Stichelen. Eerder dat jaar was Ritserveldt op 18 april 1937 al als derde geëindigd in de Ronde van Vlaanderen en op 13 mei 1937 al als tweede in Gent-Wevelghem. Zijn wielerloopbaan zat dus duidelijk in de lift, maar een nationaal kampioenschap heeft er nooit ingezeten.
Albert Ritserveldt was een goede klimmer. Hij koerste op een Shrapnell-fiets,een in die tijd belangrijk fietsenmerk. Het fietsenassemblagebedrijf werd in 1898 in Geraardsbergen opgestart door Oscar De Vleeschauwer, die omstreeks 1938 de schoonvader van Ritserveldt zou worden. Het bedrijfje leverde vanaf de start fietsen-op-bestelling. Na de Eerste Wereldoorlog werd gekozen voor de modieuze naam Shrapnell (dat granaatscherf betekent), wat een verwijzing is naar H. Shrapnell, de generaal die voor het eerst de fragmentatiebom gebruikte in de Krimoorlog, én als eerbetton aan de Engelsen die België zo ruimhartig hadden gesteund in de voorbije oorlog. Het merk kreeg een enorme impuls doordat Jef ‘Poeske’ Scherens, de fameuze Belgische topsprinter en zevenvoudig wereldkampioen, erop reed net voor en net na de tweede wereldoorlog. Maar in iets mindere mate dus ook door Albert Ritserveldt, die eind jaren dertig erg succesvol was. Het bedrijf zou vier generaties lang in familiehanden blijven, tot het in 1976 werd overgenomen door Marc Van Yperzeeke die vanaf 1983 onder de naam Giacomelli een nieuwe racefietsenlijn op de markt bracht. Dat Giacomelli klonk lekker Italiaans, wat gezien de reputatie van Italiaans racefietsen blijkbaar een sterk verkoopargument was geworden. Bovendien was iedereen het er wel over eens dat de naam Shrapnell behoorlijk gedateerd was. De Shrapnell-lijn bleef wel bestaan, maar werd steeds minder belangrijk. Op 29 oktober 2009 zou de Shrappnell-fabriek failliet gaan.
In 1939 leek de definitieve doorbraak van Ritserveldt aanstaande. Hij won in mei van dat jaar Luik-Bastenaken-Luik en werd opgenomen in de Belgische B-ploeg voor de Tour de France. De klimmer werd derde in het bergklassement en in de eindrangschikking stond hij op de negende plaats op 48.27 van Sylfere Maes. Er zouden dat jaar maar liefst zes Belgen in de top 10 staan, waarvan vier man uit de B-ploeg. In mei 1940 deed Ritserveldt mee aan de Ronde van Catalonië, waar bij op 10 mei na afloop van de zesde etappe, een klim naar Seo de Urgel in de Pyreneeën, aan de leiding stond. Toen het bericht kwam dat de Duitsers het land waren binnengevallen, werd besloten direct naar België af te reizen. Daardoor werd Ritserveldt een bijna zekere zege ontnomen. Pas later bleek dat het ook zijn veelbelovende carrière had gebroken, zoals eigenlijk bij bijna zijn hele generatie het geval zou zijn. In de oorlog wint hij nog wel wat regionale wedstrijden en kermiskoersen, maar na de oorlog, toen hij zijn internationale loopbaan nieuw leven trachtte in te blazen, waren de resultaten teleurstellend. Na het seizoen 1947 houdt hij het voor gezien.
Het Begische B-team na afloop van de Tour de Frans 1939, met vlnr Lucien Vlaemynck (3e), Albertin Disseaux (7e), Albert Ritserveldt (9e), Cyriel Van Overberghe (10e) en Albert Perikel (21e)