ELLEN VAN BOGGELEN – PAKISTAN: PESJAWAR EN LAHORE

.
Fragment uit Eindpunt: U-Tapao van Ellen van Boggelen-Heutink

12 – Don
Pakistan: Pesjawar en Lahore
11 februari 1969 – 12 februari 1969

Het visum was geregeld en we konden verder reizen. We kochten kaartjes voor de bus naar Pesjawar (41) in Pakistan. Halverwege de middag kwamen we aan bij de grens en reden in ongeveer een half uur door de legendarische Khyber Pass (42), de veelbevochten bergpassage van Afghanistan naar Pakistan. Indrukwekkende bergen, angstaanjagende dieptes. Gaandeweg zakte ze zon steeds dieper weg achter de bergen en werd het te duister om veel van de omgeving te zien. Rond vier uur kwamen we aan in Pesjawar, waar het zomers warm was. We kochten kaartjes voor een slaapcoupé in de trein van tien uur naar Lahore en liepen vervolgens de stad in. Deze was onaangenaam druk, de mensen luidruchtig en ongeduldig, het landschap eromheen was echter prachtig. Grazige weiden en verre uitzichten over glooiende heuvels.
In slaap gewiegd door het ritmische kadunkkadunk van de trein, kwamen we om halfnegen de volgende ochtend uitgerust in Lahore (43) aan. Op zoek naar een slaapplek liepen we de lobby van het Shahib Hotel binnen en tot onze grote verrassing kwamen we Ted en Yvette tegen. We hadden hen ontmoet tijdens ons verblijf in de jeugdherberg in Athene. Nadat we ons snel een beetje hadden opgefrist, trokken we met z’n vieren de grote, drukke stad in. Overal zagen we paarden met rijtuigjes en ossenkarren. Schapen, geiten, koeien en kippen liepen kriskras over de weg. De vrouwen zagen er schitterend uit in hun felgekleurde sari’s, hun lange, zwarte haar in losse vlechten en rinkelende armbanden om hun armen. In hun neuzen glinsterden gouden of zilveren knopjes en soms edelsteentjes. We werden minder aangestaard en zowel mannen als vrouwen bejegenden ons vriendelijk en open. Het was een welkome afwisseling van de nogal gesloten, bekrompen sfeer van de landen die achter ons lagen.
Vroeg in de middag namen we de bus naar het Indiase Ferozepur (44), net over de grens. Twee uur later stopten we voor de douane. Twee douaneambtenaren stapten de bus in en controleerden de paspoorten en persoonsbewijzen. Het gebeurde uiterst zorgvuldig, ook bij de lokale bevolking. Ze kwamen bij ons, bekeken de paspoorten, bladerde er nogmaals door en wenkten ons om op te staan. Werden we gefouilleerd? Ik hield mijn hart vast. Wij moesten uitstap-pen en onze bagage werd van het dak van de bus gehaald en grondig doorzocht. Doosjes, potjes en zakjes werden opengemaakt, er werd aan geroken en zo nodig van geproefd. We moesten allebei onze jas- en broekzakken leegmaken. Ik wierp een angstige blik naar Don, want ik had geen idee wat voor drugsrotzooi hij bij zich had. Als er iets werd gevonden zouden we een groot probleem hebben. We hadden van andere backpackers gehoord dat je met dergelijk smokkelwaar fors gestraft werd en je kon er voor jaren in het gevang belanden. Maar de douane vond niets en we mochten de boel weer inpakken. Mijn paniek verdween pas toen onze bagage weer bovenop het dak van de bus werd gezet. Als laatste werden onze paspoorten overhandigd. De douane zwaaiden vriendelijk, we mochten weer instappen en de bus reed verder.
‛Had jij hasj bij je?’, vroeg ik aan Don.
‛Nee, ik wist dat we zouden worden aangehouden en gecontroleerd. Ik durfde dat risico niet te nemen dus ik heb alles wat ik had door de wc gespoeld.’
‛Als je maar weet dat ik geen enkele grens meer met jou overga. Geen enkele! Ik wil die spanning niet, ik vind die drugsrotzooi het niet waard! Desnoods nemen we ieder een andere bus. Ik wil dat risico niet met jou nemen, want ik vind het te gevaarlijk. Wat jij met je leven doet, moet jij weten, maar je sleept mij er niet in mee!’

41
Pesjawar is de Pakistaanse stad aan de oostkant van de Khyberpas. Voorheen heette de stad Purushapura, wat zoveel betekent als ‘stad van de bloemen’. De stad was vanaf het begin van de christelijke jaartelling een handelscentrum tussen India, Afghanistan en Centraal-Azië. Marco Polo bezocht de stad in 1275. In de tijd van het Mogolrijk had de stad een grote bloeiperiode. Daarna zette echter het verval sterk in, reden dat eind vorige eeuw de radicale islam hier een goede voedingsbodem had. Radicale moslims trokken in grote getalen naar de stad, waardoor de fundamenten werden gelegd van wat vanaf 2001 al Qaida genoemd zou gaan worden. Sindsdien is de stad een regelmatig toneel van geweld met vele doden.

42
De Khyberpas, met als hoogste punt 1.070 meter, is de belangrijkste bergpas die Pakistan en Afghanistan met elkaar verbindt. De pas is door de eeuwen heen een belangrijke handelsroute tussen Centraal-Azië en Zuid-Azië geweest, evenals een strategische militaire locatie. In de negentiende eeuw was er een wedloop tussen Rusland en Groot-Brittannië om de hegemonie over de regio. De Britten vielen via de Khyberpas Afghanistan binnen en voerde in het land bloedige Anglo-Afghaanse oorlogen in 1839-1842, 1878-1880 en 1919. Sinds die laatste oorlog geldt het gezegde, dat ‘elke steen in de Khyberpas in bloed is gedrenkt.’ De schrijver Rudyard Kipling noemde de bergpas ‘een zwaard dat door de bergen snijdt.’ In de zestiger jaren van de vorige eeuw deden veel hippies de Khyberpas aan op hun reizen door Afghanistan naar India. Ook vandaag de dag is de Khyberpas nog steeds van groot strategisch belang in de strijd tegen militanten. De pas ligt op de bevoorradingsroute van de in Afghanistan gelegerde Westerse troepen.

43
Lahore is de tweede stad van Pakistan; de stad ligt niet ver van de grens met India. In de zeventiende eeuw weerden de meest befaamde monumenten van de stad gebouwd, de Badshahi-moskee en de Alamgiri-port van Fort Lahore. Volgens de legende werd Lahore opgericht door een Hindoe-prins Loh. In elk geval staat er in de stad een eeuwenoude tempel ter ere van Loh in Fort Lahore. Lahore is eeuwenlang de hoofdstad van de regio Noord-India geweest dat zich ooit uitstrekte tot voorbij Delhi. Het wordt nog steeds gezien als de culturele hoofdstad van de Pakistaanse provincie Punjab. Nadat in 1947 de staten India en Pakistan waren ontstaan als gevolg van grote onrust tussen hindoes en moslims, wilde Gandhi zich in Lahore vestigen in een poging beide religieuze gemeenschappen vreedzaam te verbinden. Voordat hij dat plan kon realiseren werd hij echter vermoord. Met de verstandhouding tussen moslims en hindoes is het nooit goed gekomen. Vanaf de eeuwwisseling is Lahore het strijdtoneel van vele bloedige bomaanslagen van moslims tegen de hindoes en christenen in de stad.

44
Ferozepur is een Indiase stad, op ongeveer honderd kilometer van het Pakistaanse Lahore en gelegen langs de rivier Sutlej. Na de opdeling in 1947 in India en Pakistan werd Ferozepur een grensstad met herdenkingsmonumenten voor talrijke Indiase vrijheidsstrijders, zoals het monument ter ere van 21 Sikh-soldaten die in september 1897 sneuvelde bij de verdediging van Fort Saragarhi of het Barki-monument ter herinnering aan de soldaten die in 1965 sneuvelde in de strijd om het Pakistaanse stadje Barki, dat vijftien kilometer van Lahore.

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: