BREXIT-GEDACHTEN 1

Vorige week werden in Groot-Brittannië verkiezingen gehouden en op vrijdagmorgen stonden de krant bol van superlatieven om de uitslag te beschrijven. De algemene mening die uit de ‘analyses’ van alle zogenaamde deskundigen naar voren kwam is: de Conservatieven hebben een overweldigende verkiezingswinst gehaald, Labour heeft enorm op zijn falie gekregen (wat vooral aan Jeremy Corbain wordt toegeschreven), de Schotse nationale partij heeft het uitmuntend gedaan en de Liberaal Democraten zijn de allergrootste verliezers. De laatste wordt zelfs verweten dat ze wellicht de grote winst van Johnson mogelijk hebben gemaakt, terwijl vreemd genoeg niemand nog spreekt over het opzetten dat Johnson en Farage hebben gemaakt om Labour zo veel mogelijk de wind uit de zeilen te nemen. Of de invloed van de media wordt al helemaal weinig gezegd. Nu valt niet te ontkennen dat de zetelverdeling in Groot-Brittannië ingrijpend is veranderd, maar in werkelijkheid is er verdomd weinig veranderd als we kijken naar de percentages van de stemmen. Dan kunnen de volgende conclusies worden geschrokken.

De Conservatieven hebben maar amper winst gehaald in deze verkiezingen, zodat gerust gesteld mag worden dat de boodschap van Boris Johnson (‘Get Brexit Done’) veel minder respons kreeg dan op basis van het districtenstelsel wordt geconstateerd. De partij haalde in 2017 bij de tussentijdse verkiezingen onder leiding van Therese May 43,6% van de stemmen, wat hen toen 317 zetels opleverde. De partij moest 14 zetels inleveren en kon slechts verder regeren door een coalitie aan te gaan met een marginaal Noord-Ierse partij, de DUP. Die uitslag leverde haar veel kritiek op en zou haar de rest van haar premierschap achtervolgen, maar vergeten wordt dat ze toen wel degelijk behoorlijke winst haalde. Het percentage stemmen dat May binnenhaalde steeg namelijk van 36,9% naar 42,4%. Maar dat is nu eenmaal een van de effecten van het Britse kiesstelsel: stijgen van 36,9% in 2015 naar 42,4% in 2017, maar in zetelaantal dalen van 331 zetels naar 317 zetels.  Op basis van een stelsel van evenredige vertegenwoordiging zouden de Conservatieven echter slechts 276 zetels mogen hebben. Nu haalde Johnson slechts een marginale winst van 1,2%, maar het leverde hem een winst van maar liefst 66 zetels op. Eigenlijk maar 49 zetels, maar in alle polls wordt ervan uitgegaan dat de Conservatieven nog slechts 299 zetels hadden omdat er gedurende de Brexit-oorlog in het parlement 18 parlementaire uit de Conservatieve fractie waren ge-stapt of gezet. Op een wat gekunstelder manier wordt de winst dus wat hoger voorgesteld dan ze in werkelijkheid was. Met 43,8% van de stemmen halen de Conservatieven 56,1% van de zetels. De 365 zetels zouden bij evenredige vertegenwoordiging slechts 285 zetels zijn. Het systeem van ‘first around the post’ levert de Conservatieven dus 80 ‘gestolen zetels’ op. Voor elke zetel hadden de Conservatieven 38.265stemmen nodig. Maar goed: 1,2% winst aan stemmen en 66 extra zetels;

Bij Labour wordt gesproken over een flink zetelverlies, maar maakt het uit naar welk zetelaantal men refereert. In 2015 haalde de partij 30,4% van de stemmen wat 232 zetels opleverde en in 2017 verkreeg de partij met haar 40,0% van de stemmen 262 zetels, wat bij hen wel aardige overeenkomt met een verdeling op basis van evenredige vertegenwoordiging (260 zetels). De partij leverde nu 7,8% in en kwam uit op 203 zetels. Elke stem vereiste 50.717 stemmen. Ook hier weer die eigenaardigheid in het Britse stelsel: in 2015 met een iets lager aantal stemmen maar liefst 29 zetels meer. Met 32,2% van de stemmen had men naar evenredigheid 209 zetels behoren te hebben; Hier dus: 7,8% verlies aan stemmen en 55 zetels verlies;


Bij de Liberaal Democraten wordt de situatie bizar, zeker als men die ook nog eens vergelijkt met het resultaat van de Scottish National Party (SNP). De Liberalen worden uitgeroepen tot de grootste verliezer, wat ze simpelweg niet zijn omdat hun zetelverlies (ééntje, maar wel van hun partijleidster) aanzienlijk kleiner is dan van Labour, maar nog meer omdat het de partij is de de grootste verkiezingswinst in aantal stemmen haalde. In 2015 leverde hun 7,9% van de stemmen 8 zetels op (had 51 geweest onder evenredige vertegenwoordiging), in 2017 zakte hun stemmenaantal naar 7,4% maar steeg hun aantal zetels naar 12 zetels (waar het onder evenredige vertegenwoordiging 48 zetels hadden geweest. En nu steeg het aantal stemmen naar 11,6% ofwel 4,2% winst, maar al die winst leverde het verlies op van een zetel. Onder evenredige vertegenwoordiging zou de partij nu met 75 zetels in het Lagerhuis vertegenwoordigd zijn. Ter vergelijking: de Conservatieven hebben minder dan 3,75 keer meer stemmen, maar 33,18 meer zetels. De vergelijking met de SNP is nog meer bijzonder: de Liberaal Democraten halen met ruim 3,6 miljoen stemmen slechts 11 zetels, de SNP kreeg met 1,2 miljoen stemmen maar liefst 48 zetels. Het stelsel bevordert op de grote partijen, wat vooral voor de Liberalen slecht uitpakt omdat men in Engeland moet concurreren met de twee grote partijen en dan op zijn best steeds de tweede partij is. Dat geldt ook voor de Green Partij die met haar 2,7 stemmen niet 18 zetels binnenhaalde, maar slechts één zetel. Allerlei regionale partijen in Schotland, Wales en Noord-Ierland weten aanzienlijk makkelijker wel zetels te winnen. In Noord-Ierland haalde de DUP in 2017 10 zetels en nu in 2019 zakte ze naar 8 zetels en hadden daarvan slechts 244.128 stemmen nodig ofwel net iets meer dan 30.000 stemmen per zetel. Wat dan nog altijd hoger is dan de SNP, die slechts 25.882 stemmen per zetels hoefde te vergaren. De Liberalen komen uit op 336.038 stemmen per zetel.

Als wordt gekeken naar het totaal aantal stemmen (32.011.916) zou men de helft (16.005.958) nodig hebben om een meerderheid te hebben. Telt men het aantal stemmen van Labour, Liberaal Democraten, Scottisch National Party en Green Party bij elkaar op dan komt men uit op 16.100.099 stemmen, wat overeenkomt met 50,29% van de stemmen. In werkelijkheid halen ze 50,9% van de stemmen. Van deze partijen is bekend dat ze tegen de Brexit zijn, hoewel er binnen de Labourpartij een behoorlijk onderstroom is die daarover aarzelt. Van enkele kleine partijen in Wales, Noord-Ierland en Engeland is het ook zeker dat men de Brexit niet ziet zitten. Ofwel, er zou bij een stelsel van evenredige vertegenwoordiging tamelijk eenvoudig een meerderheid kunnen worden gevonden in het parlement om de Brexit ongedaan te maken. Bij het huidige stelsel halen de vier partijen echter slechts 263 zetels (40,5% van de zetels), wat verre van voldoende is om Johnson tegen te houden. Het zou goed zijn als de Britten eindelijk zichzelf eens de vraag stelde of dit districtenstelsel nog wel voldoet aan de democratische uitgangspunten. Als eerste of de stem van de bevolking goed tot uiting komt in de verkiezingsuitslag.

In elk geval, als iemand nog blijft beweren dat de Britten in meerderheid voor een Brexit hebben gekozen, dan is dat een volstrekt onware conclusie. Als iemand wenst te beweren dat de Britten nu eindelijk een bewuste keuze hebben gemaakt over de Brexit, geloof er niks van want het merendeel van de bevolking heeft na 3,5 jaar discussie geen enkel idee wat het uittreden van de Europese Unie voor hen en voor het land aan consequenties heeft. Misschien moet men een buitenstaander zijn om een beetje begrip te hebben. Mocht trouwens iemand het idee hebben dat het eerlijke verkiezingen waren, dan is het goed eens te kijken hoe Corbyn in de media is behandeld. We gaan hierop in volgende bijdragen terugkomen.

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: