JONGENS

HILDEBRAND – CAMERA OBSCURA (1)
EERDERE AFLEVERINGEN

Jongens2

Het oorspronkelijke is een lief versje van Hölty, die er wel meer lieve gemaakt heeft, waarvan het alleen jammer is, dat zij jeugdige dichters tot zeer onhollandse vertalingen verleiden; ik althans heb er van dit zelfde versje nog een liggen, die beter onder een Neurenburger legprent “Knabenspiele” zou passen, dan onder de voorstelling van een hoop aardige Hollandsche jongens. En wezenlijk, de Hollandsche jongens zijn een aardig slag. Ik zeg dit niet met achterstelling, veel min verachting, van de Duitse, of Franse, of Engelse knapen, aangezien ik het genoegen niet heb andere dan Hollandse te kennen. Ik zal alles geloven wat Potgieter, in zijn tweede deel van “het Noorden”, over de Zweedse, en wat Wap in het tweede deel van zijn “Reis naar Rome”, over de Italiaanse in ’t midden zal brengen; maar zolang zij er van zwijgen, houd ik het met onze eigene goedgebouwde, roodwangige, sterkbenige en, ondanks de vete tegen de Belgen, voor ’t grootst gedeelte blauwgekielde spes patriae.

De Hollandsche jongen; maar vooraf moet ik u zeggen, mevrouw! dat ik niet spreek van uw bleekneuzig enig zoontje, met blauwe kringen onder de ogen; want met al het wonderbaarlijke van zijn vroege ontwikkeling, acht ik hem geen zier. Vooreerst: gij maakt te veel werk van zijn haar, dat gij volstrekt wilt laten krullen; en ten andere: gij zijt te sentimenteel in het kiezen van zijn pet, die alleen geschikt is om voor oom en tante te worden afgenomen, maar volstrekt hinderlijk en onverdraaglijk bij het oplaten van vliegers en het spelen van krijgertje,—twee lieve spelen, mevrouw, die UEd. te wild vindt. Ten derde, heeft UEd., geloof ik, te veel boeken over de opvoeding gelezen, om een enkel kind goed op te voeden. Ten vierde, laat gij hem doosjes leren plakken en nuffige knipsels maken. Ten vijfde zijn er zeven dingen te veel, die hij niet eten mag. En ten zesde, knort UEd. als zijn handen vuil zijn en zijn knie door de pijpen van zijn pantalon komt kijken; maar hoe zal hij dan ooit vorderingen kunnen maken in ’t ootje-knikkeren? of de betrekkelijke kracht van een schoffel en een klap leren berekenen?—ik verzeker u dat hij nagelt, mevrouw! een nagelaar is hij, en een nagelaar zal hij blijven:—wat kan de maatschappij goeds of edels verwachten van een nagelaar?—Ook draagt hij witte kousen met lage schoentjes: dat is ongehoord. Weet UEd. wat UEd. van uw lief Fransje maakt? 1°. een gluiper; 2°. een klikspaan; 3°. een geniepigerd; 4°. een bloodaard; 5°… Och lieve mevrouw! geef de jongen een andere pet, een broek met diepe zakken, en ferme rijglaarzen, en laat hij mij nooit onder de ogen komen zonder een buil of een schram,—hij zal een groot man worden.

De Hollandse jongen is grof: fikse knieën, fikse knokkels. Hij is blank van vel, en kleurig van bloed. Zijn oogopslag is vrij; bij ’t brutale af. Liefst draagt hij zijn oren buiten zijn pet. Zijn haar is van zondagmorgen half elf tot zaterdagavond, als hij naar bed gaat, in volkomen wanorde. Het overige van de week zit het goed. Krul zit er meestal niet heel veel in. Gekrulde haren, gekrulde zinnen! Maar sluik is het óók niet; sluik haar is voor gierigaards en benepen harten; dat zit niet in jongens; sluik haar krijgt men, geloof ik, eerst op zijn veertigste jaar. De Hollandsche jongen draagt zijn das liefst als een touwtje, en nog liever in ’t geheel niet; een blauw of schotsbont kieltje over zijn buis, en een verstelde broek—dit laatste kenteken gaat vast. In deze broek voert hij met zich al wat de tijd opgeeft; dat wisselt af; knikkers, stuiters, ballen, een spijker, een aangebeten appel, een stukkend knipmes, een touwtje, drie centen, een kluit visdeeg, een dolle kastanje, een stuk elastiek uit de bretel van zijn oudsten broer, een leren zuiger om stenen mee uit den grond te trekken, een voetzoeker, een zakje met kokinjes, een grifje, een koperen knoop om heet te maken, een hazesprong, een stukje spiegelglas, enz. enz. alles opgestopt en in rust gehouden door een bonten zakdoek.

JongensDe Hollandsche jongen maakt in ’t voorjaar een verzameling van uitgeblazen eieren; in het uithalen van nestjes geeft hij blijken van kracht en behendigheid, en misschien van den aanleg tot de zeevaart, ons volk eigen; in het inkopen van vreemde soorten, bewijzen van onverstoorbare goede trouw; en in het verkwanselen van zijn doubletten, van vroegtijdige Hollandse handelsgeest. De Hollandsche jongen, het is waar, slaat zijn bokken hardvochtig, maar in ’t geven van roggebrood aan diezelfde dieren heeft hij zijns gelijken niet. De Hollandsche jongen is veel minder ingenomen met de leerwijze van Prinsen dan de Hollandsche schoolmeester; maar wat de opvoeding van plakkers en paapjes betreft, hierin zou hij een examen kunnen doen voor den eersten rang. Hij is dolgraag op een paardenmarkt, en wandelt op de parade voor de tamboers uit, met den rug naar de mooie mannen toe. De Hollandsche jongen encanailleert zich lichtelijk, en noemt spoedig over uit een woordenboek, dat aan Hollandsche moeders niet bevalt; maar hij heeft ook weinig aanmatiging jegens de dienstboden. Hij is gewoonlijk hoogrood als hij binnen moet komen om aan oom en tante te vragen hoe zij varen, en spreekt bij dergelijke gelegenheid bijna geen woord; maar minder spaarzaam met woorden en minder verlegen is hij onder zijns gelijken, en niet bang om voor zijn gevoelen uit te komen. Hij haat lafaards en klikkers met een volkomen haat; hij zal nog al eens gauw zijn vuisten uitsteken, maar spaart in ’t vechten zijn partij; hij speelt niet vals; hij heeft een bestendigen inktvlak op zijn overgeslagen halsboord, en wel wat neiging om zijn schoenen scheef te lopen; hij houdt zijnen vader staande dat hij over ijs van één nacht lopen kan, en beschikt over vriezen en dooien naar lust en welgevallen; hij eet altijd een boterham minder en leert een les meer, dan waar hij trek toe heeft; hij gooit een steen tienmaal verder dan gij of ik, en buitelt driemaal over zijn hoofd zonder duizelig te worden.

Gegroet, gegroet, gij vrolijke en gezonde, lustige en stevige knapen; gegroet, gegroet, gij speelse en blozende hoop des vaderlands! Mijn hart gaat open als ik u zie, in uwe vreugde, in uw spel, in uw uitgelatenheid; in uw eenvoudigheid; in uw vermetele moed. Mijn hart krimpt toe, als het bedenkt wat er, ook van u, worden moet. Of zult gij, die daar beurtelings een frisse beet uit een zelfde appel doet, in later jaren nooit gewaar worden dat het nodig is den appel in een hoek te nemen en alleen op te eten; ja, de schillen weg te stoppen, en de pitten te zaaien voor uwe nakomelingschap? En gij; die daar geduldig uw sterker rug leent aan uw vlugger vriend, die zich op uwe schouders verheft om in den boom het spreeuwennest te zoeken, dat heel hoog ligt: zal de ondervinding u de verdrietige wijsheid onthouden, dat het beter is zelf een ladder te krijgen, en zelf het nest uit te halen, dan een goeden dienst te doen en af te wachten óf en hoe men u zal belonen?

Dat is de wereld. Maar ook in uzelf zijn de zaden aanwezig van veel onheils en veel verdriets. Uwe voortvarende drift, uwe onschuldige tederheid, tot opvliegendheid, eerzucht en wellustigheid gerijpt; uwe levendigheid en onafhankelijk gevoelen, tot wereldzin en ongeloof verhard!… O, als gij in later jaren op uwe kindsheid terugziet, dat, dat zal de vreugde wezen, die gij het meest benijdt en nu toch het minst geniet, dat gij zoveel minder boos waart, dat gij zoveel onschuldiger waart tot zelfs in het kwaad doen toe. De goede hemel zegene u allen, goede jongens, die ik ken, en rondom mij zie, en liefheb! Hij doe u lang en vrolijk spelen, en als de ernst des levens komt, zoo geve hij u ook een ernstig harte daartoe! Maar hij late u tot aan uw laatsten snik nog veel kinderlijke en jeugdigs behouden. Hij spare u, in hunne volle frisheid, enige dier kinderlijke gevoelens, die den jongeling helpen in het zuiver houden van zijn pad en den man versieren; opdat gij mannen wordende in het verstand, kinderen blijft in de boosheid. Dit is een stille wens, jongenslief! want ik wil u nog geen ogenblik van priktol of hoepel aftrekken, zonder u voor die vreugde iets anders te kunnen geven dan … een wens!

Dit item was geplaatst door Muis.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: