DRABBLE 3
De aandacht van anderen, vrolijk op weg naar huis of naar de binnenstad, weet ze al heel lang te ontwijken. Ze weet dondersgoed wat die anderen zich afvragen. Wat doet dat mens daar? Ze ziet er keurig uit. Goed verzorgd, make-up op en oorbellen in. Een handtas op schoot en een niet al te grote koffer naast haar op het bankje in de bushalte. Ze zullen wel denken dat ze op vakantie gaat. Of de kinderen een tijdje gaat bezoeken. De meeste mensen zullen haar niet aanzien voor een dakloze zwerver, laat staan voor een junkie zonder huis of haard.
De hele dag door laat ze elke bus aan zich voorbijgaan. Bijna niemand die dat opvalt. Slechts een enkeling die regelmatig bij deze bushalte komt, vindt het vreemd dat zij hier alweer zit. Of nog steeds. Met haar handtasje en koffer. Pas als ze er ’s nachts om twee uur in de kou nog steeds zit, lang nadat de laatste bus langs is geweest en in de meeste woningen het licht al lang is uitgegaan, begint het een enkeling te dagen. Deze bushalte is haar thuis, al maandenlang. Een dakloze, maar wel eentje die haar waardigheid nog helemaal heeft behouden.
.
De mensen van het café, tegenover het bushokje, hadden haar al eerder opgemerkt. Regelmatig brengen ze haar een kop thee of warme chocolademelk. Wie ze is en wat ze heeft meegemaakt, zegt ze niet. Wel dat ze eerder in het NS-station sliep, maar dat te onveilig vond. In haar bushokje weet ze zich beschermd door camera’s in de buurt en de andere buspassagiers. Die willen haar soms helpen, maar ze slaat elk aanbod af. Ze wil niet bedelen. En ze wil ook haar verhaal niet doen. ‘Dank voor de interesse’, zegt ze en installeert zich weer op haar houten bankje.