LA GRANDE BOUCLE 33
Josef Fischer (Neukirchen beim Heiligen Blut, 20 januari 1865 – München, 3 maart 1953) was een Duits wielrenner; van beroep was hij eerder smid geweest. Eind van de negentiende eeuw hoorde hij tot de beste wielrenners op de weg, zo niet de beste. Hij kreeg veel bekendheid door de wedstrijd Wenen-Berlijn over 582,5 kilometer te winnen, die van 29 juni tot 30 juni 1893 werd gehouden. Een jaar eerder was als de Distanzritt Berlin–Wien, Wien–Berlin 1892 gehouden, maar die was voor de ruiterij van het Pruisische leger. De beoogde gelijktijdige wielerwedstrijd werd in 1892 door het Ministerie van Oorlog verboden, omdat fietsen in de stad Berlijn en binnen het leger verboden was. Wielrennen gold vooral als de excentrieke hobby van de betere stand. Wat ook meespeelde was dat het leger de concurrentie van de wielrenners vreesde en een afgang van hun paarden wilde voorkomen. Men ging wel direct aan de gang om voor het daarop volgende jaar een aparte wedstrijd voor de wielrenners te organiseren. Deze wedstrijd zou tot aan de Eerste Wereldoorlog binnen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije als de belangrijkste wegwedstrijd ooit gereden gelden en in beide landen zorgen voor een grote populariteit van het wielrennen. De vier dagen voor de start werden in Wenen wedstrijden op een stadscircuit georganiseerd en was er in de hele stad een scala aan feesten. Op 29 juni 1893 werd om 6.00 uur ’s morgens in Floridsdorf gestart. De 8.000 toeschouwers zagen 117 renners van start gaan. Steeds in groepjes van vijftien man, met tussenpozen van vijf minuten. Als grote favoriet gold August Lehr, die maar liefst zestien renners bereid had gevonden in zijn dienst te rijden. Hij was echter was overmoedig van start gegaan en moest al snel uitgeput de koers verlaten. Vanaf dat moment lag Josef Fischer aan de leiding. Hij ging in een tijd van 31.00.22 als winnaar over de streep in Berlijn. Ter vergelijking, een jaar eerder waren de ruiters en paarden na ongeveer 72 uur gearriveerd en binnen een week moesten dertig paarden worden afgemaakt omdat de inspanningen hen teveel waren geworden. Wat het leger een jaar eerder al vreesde werd overtuigend bewezen: met de fiets kon een lange afstand sneller worden verreden dan per paard. De fiets was vanaf dat moment een gewaardeerd vervoersmiddel voor iedereen die zich er een kon veroorloven.De anekdote il dat Fischer na zijn aankomst in Berlijn van iemand een stoel aangeboden kreeg, maar het aanbod beleefd afsloeg met de woorden: ‘Danke schön, habe lange genug gesessen, freue mich, mal stehen zu können.’
In 1892 en 1895 won Fischer ook de wedstrijd Wenen-Triëst (509 km), in 1893 Moskou-Petersburg (600 km), Colmar-Basel (300 km) en een wedstrijd in München over 4 km tegen een paard. Dat laatste zou hij daarna nog een paar keer herhalen op andere pistes. In augustus 1894 won hij bijvoorbeeld een wedstrijd tegen een ruiter, die voor de gelegenheid verkleed was als zogenaamde zoon van Buffalo Bill. Een jaar later nam hij deel aan een wedstrijd over zeven uur tegen een paard, waarbij hij 258,5 km aflegde, terwijl het paard niet verder kwam dan 209 km.
Het succes van de wedstrijd Wenen-Berlijn drong ook over de grens door; in Frankrijk ontstonden kort daarna de wedstrijden Bordeaux-Parijs, Parijs-Roubaix, Marseille-Parijs en in 193 de Tour de France. In Duitsland en Oostenrijk-Hongarije zou de wedstrijd Wenen-Berlijn nog vijf keer worden gehouden (1908,1911, 1912, 1913 en 1914), tot de Eerste Wereldoorlog een definitief einde maakte aan de ‘klassieker’. Toen de belangrijke wedstrijden steeds meer verschoven naar België en Frankrijk trok ook Josef Fischer oostwaarts. Hij werd de winnaar van de allereerste editie van de wielerwedstrijd Parijs-Roubaix in 1896. De laatste zes rondjes op de wielerbaan reed hij rond met een glas schnaps in de hand. Dat was in die tijd nog niet opgenomen op de dopinglijst, dus kon ging kwaad. Maar vier renners wisten binnen één uur van Fischer te finishen. Tot 2015 zou hij ook de enige Duitse winnaar blijven, totdat na 119 jaar John Degenkolb de kasseienklassieker won. In 1900 won Fischer ook Bordeaux-Parijs. In 1903 was Fischer ook de enige Duitser die deelnam aan de eerste Tour. Hij speelde er, tegen de verwachtingen in, totaal geen rol van betekenis en eindigde op de vijftiende plaats. Het jaar daarop stapte Fischer geheel over naar het veel lucratievere baalwielrenner, dat hij er voorheen slechts naast deed. Na zijn afscheid van het wielrennen bleef hij in Parijs, waar hij vooral werkzaam was als chauffeur/boduguard voor adellijke gezinnen. Bij aanvang van de Eerste Wereldoorlog werd hij echter gedwongen Frankrijk te verlaten en terug te keren naar Duitsland. Hij keerde terug naar München, waar hij op 3 maart 1953 overleed, 88 jaar oud.