GERARD STEEN

55e HINK-STAP-SPRONG DOOR DE TIJD

Gerard Steen (Dordrecht, 26 januari 1925 – Sint Pancras, 15 april 1945) was een 20-jarige kantoorbediende in Amsterdam toen hij vlak voor het einde van de oorlog door de Duitsers werd terecht gesteld. Hij had in 1941 het Mulo-diploma gehaald. Omdat hij broeder-onderwijzer wilde worden, ging hij in september 1941 naar het Juvenaat der Broeders van de Heilige Aloysius in Oudenbosch, daar merkte hij al snel dat de kloosterroeping toch niet erg geschikt voor hem was. Hij ging terug naar Amsterdam en ging begin 1942 als aspirant-schrijver bij het Ontvangkantoor der Directe Belastingen in Amsterdam aan de slag. Hij was daar nog maar goed en wel aan de slag toen hij werd opgeroepen voor een half jaar in de Nederlandse Arbeidsdienst. Toen in september 1944 het einde van de oorlog in zicht kwam (het zuidelijke deel van Nederland was inmiddels al bevrijd) sloot Steen zich aan bij een sectie van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) in Amsterdam (lid van sectie 5 van de Binnenlandse Strijdkrachten, BS-onderdeel Bruggenlinie-West. Hij nam per 1 december 1944 ontslag om zich geheel aan het verzetswerk te kunnen wijden. Hij was meermalen betrokken bij kleine wapentransporten en verrichtte voor verschillende BS-commandanten koeriersdiensten. Hij stelde zijn kamer in zijn ouderlijk huis ter beschikking voor het geven van wapeninstructies. Begin april had echter een gearresteerde verzetsman aan de Sicherheitspolizei het adres doorgegeven van een pelotonscommandant van de BS. De Sicherheitspolizei vond bij een in de woning van die pelotonscommandant een groot aantal geponste metalen BS-identiteitsplaatjes gevonden, die bedoeld waren om na de bevrijding te worden verspreid. Naar aanleiding van deze vondst werden op zondag 8 april 1945 op verschillende adressen invallen gedaan. Ook bij het ouderlijk huis van Gerard Steen werd huiszoeking gedaan en werden toen een stengun met 60 patronen aangetroffen. Gerard Steen werd ingesloten in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles. Een week later, op 15 april 1945, werd Steen met negentien andere verzetsmensen in Sint Pancras doodgeschoten als represaille voor een aanslag op een trein van het Duitse leger op de spoorlijn Amsterdam-Den Helder. De lichamen werden provisorisch begraven in een massagraf in de duinen bij Overveen, maar hij werd later overgebracht naar de Eerebegraafplaats te Bloemendaal. Zijn graftekst luidt: R.I.P. Hetgeen gij deedt zal blijven leven, door lief en leed één zij ons streven. Op het monument bij de spoorlijn van Sint Pancras staat zijn naam met die van de andere gefusilleerden.

De geschiedenis van de Eerebegraafplaats Bloemendaal begint al direct na de capitulatie van het Duitse leger. Al tijdens de bezetting was bekend dat de nazi’s verzetsstrijders executeerden in de duinen, maar er was zo goed als niks bekend over de precieze aard van de terechtstellingen en de vraag of de slachtoffers nu wel of niet ook werden begraven in die duinen, die verboden terrein waren omdat ze tot de Duitse verdedigingslinies behoorde. In mei 1945 werd al snel veel duidelijk met de arrestatie in Amsterdam door de Politieke Opsporingsdienst van begrafenisondernemer Bleekemolen. Vanaf november 1944 had hij in de Bloemendaalse duinen de slachtoffers begraven die daar of elders in Noord-Holland waren gefusilleerd door de Sicherheitsdienst (SD). Tijdens zijn verhoor bekende de begrafenisondernemer onder meer dat hij de slachtoffers in het laatste halfjaar provisorisch in massagraven had begraven, waarvoor de Duitsers de plaatsen hadden aangewezen. Na zijn bekentenis werden in de duinen in 45 grafkuilen de stoffelijke resten gevonden van in totaal 422 gefusilleerde personen. Daarvan waren 105 man in de duinen vermoord, de overige 317 waren elders in Noord-Holland vermoord, waaronder ook Gerard Steen. Al in augustus 1945 werd het schetsontwerp voor de Eerebegraafplaats van de architecten Gerard Holt en Auke Komter goedgekeurd en daarna het verder uitgewerkt.

Op zaterdag 24 november 1945 was er in de rooms-katholieke kerk Boomkerk (officieel de  H. Franciscus van Assisi) een herdenkingsplechtigheid voor de zonen van de parochie die door hun actief verzet waren vermoord. Dat laatste had vooral betrekking Gerard Steen en Jan Verleun, een Nederlandse held. Hiervoor werd op de zijkant van  de kerk een gedenksteen onthuld. De gedenksteen van de Amsterdamse beeldhouwer Willem B. IJzerdraat (1872-1948) stelt een vrouwenfiguur voor met kind, slang en adelaar, vergezeld door de tekst: 1940 1945 – Den Vaderlandt Getrouwe – Jan Verleun – Gerard Steen. Vijf maanden later, op zaterdag 27 april 1946, werd na een gezongen requiemmis voor Jan Verleun in de Boomkerk zijn stoffelijk overschot overgebracht naar begraafplaats Sint Barbara aan de Spaarndammerdijk en bijgezet in het familiegraf (B.F.18). Het was een sobere plechtigheid zonder redevoeringen waar tal van vrienden en medewerkers uit de illegaliteit bij aanwezig waren. Honderd man van de Gezagstroepen vormden een erewacht, een peloton vuurde een salvo af om de titulair officier te eren.

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: