OTTO PIENE

Otto Piene (Bad Laasphe, 18 april 1928 – Berlijn, 17 juli 2014) was een Duits kunstenaar die op 11 april 1957 samen met Heinz Mack in Düsseldorf de Duitse groep ‘Zero’ oprichtte. Piene’s vader was in Bad Laasphe een van de oprichter van het plaatselijke gymnasium. Nadat Otto deze opleiding in 1947 had afgerond studeerde hij tot 1950 aan de Akademie der Bildenden Künste in München en van 1950 tot 1953 aan de kunstacademie in Düsseldorf. Tussen 1951 en 1964 werkte Piene als docent aan de modeschool in Düsseldorf. Van 1953 tot 1957 studeerde hij aan de universiteit in Keulen filosofie, wat hij met een staatsexamen afsloot. Tegelijkertijd met de afsluiting van zijn studie, richtte Piene dus samen met Heinz Mack de kunstenaarsgroep Zero op (‘ein Nullpunkt der Kunst’), waar zich al snel vele andere kunstenaars bij aansloten en die internationaal erg invloedrijk zou worden. De beweging was zeer verwant aan de Nederlands-Belgische Nul-beweging die in 1960 werd opgericht door Jan Schoonhoven, Armando, Jan Henderikse, Herman de Vries en Henk Peeters en waarvan daarnaast ook Stanley Brouwn, Pol Bury, Walter Leblanc, Jef Verheyen en Paul Van Hoeydonck belangrijke leden waren.

Otto Piene studeerde aanvankelijk filosofie in München en Düsseldorf, waar hij later ook op de Kunstacademie zou doceren. Hij maakte onder meer Raster-bilde in een soort van stenciltechniek en rook- en vuurbeelden waarvoor hij rook en roet liet neerslaan op bladen papier of op het linnen liet inschroeien. Na 1960 werkte hij ook met laserlicht, heteluchtballonnen en met luchtballetten. In 1962 richtte hij samen met Heinz Mack en Günther Uecker een ‘lichtsalon’ in op de tentoonstelling ‘Nul’ in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Piene zocht steeds sterker en grootschaliger de kunst in de ruimte te realiseren – in mega-kunstprojecten – en is als zodanig als een voorloper van de ‘happening’ te beschouwen. Een van zijn ruimtelijke lichtprojecten betreft Geleucht mit Lichtinstallation dat op Halde Rheinpreußen bij het plaatsje Moers te vinden is. Het maakt onderdeel uit van de Route der Industriekultur, een fenomenaal Duits industrieel netwerk van 52 toeristische bezienswaardigheden in het Ruhrgebied (24 ankerpunten waarvan drie bezoekerscentra zijn, 15 uitkijkpunten in het industrielandschap en 13 arbeiderswijken). De Halde Rheinpreußen is de afvalberg van zeventig meter hoog van de oude mijn Zeche Rheinpreußen die in 1963 werd gesloten.Met haar negen mijnschachten, haar cokesfabrieken en chemische industrie was Rheinpreußen altijd het grote prestigeproject geweest voor de mijnindustrie in Niederrhein. Er werden hier in de loop der eeuwen miljoenen tonnen steenkool naar boven gehaald tot het moment dat in 1990 de laatste schacht werd gesloten. Als ’s nachts de fabrieken in vol bedrijf waren, werd de lucht in het hele gebied rood gekleurd, alsof hier de zon voor een tweede keer onderging. In 1999 kwam Otto Piene met het idee een kunstwerk van een grote mijnlamp met de naam Geleucht boven op die afvalhoop te plaatsen, wat perfect aansloot bij het feit dat lucht, vuur en licht de centrale elementen in zijn kunstwerken waren. De knalrode lantaarn zette als het ware de afvalberg opnieuw in brand, als lava die na een vulkaanuitbarsting een bergwand afglijdt. Tussen 2005 en 2006 werd dat bouwwerk uitgevoerd en op 17 december 2007 officieel in gebruik genomen. Sindsdien brandt de lamp elke nacht. Het kunstwerk, een herinneringsmonument van de teloorgegane mijnindustrie in het Ruhrgebied, is via een trap voor bezoekers te bereiken. 

In 1964 was hij een tijdje gastprofessor aan de University of Pennsylvania. en in de jaren 1968-1971 was hij betrokken bij het in 1967 door Gyorgy Kepes opgerichte Center for Advanced Visual Studies (CAVS). Nadat zijn deelname hier tot een einde was gekomen, kreeg hij het aanbod een leerstoel te krijgen aan de Staatlichen Akademie der Bildenden Künste in Stuttgart, maar dit aanbod legde hij naast zich neer, waarschijnlijk omdat hij een  aanbod van het Massachusetts Institute of Technology aantrekkelijk vond. Hier werd hij in 1972 professor van de afdeling Visual Design for Environmental Art (Professor der Umweltkunst en vanaf directeur van het al genoemde CAVS. Hij zou die functie tot 1994 behouden. In 2008, inmiddels 80 jaar oud, stichtte hij samen met zijn twee vaste Zero-kompanen Mach en Uecker en het Museum Kunstpalast München de Zero-stichting, waar werken van de leden van de kunstenaarsgroep werden ondergebracht, plus hun archieven (tekeningen, foto’s, documenten) uit hun zero-tijd. De stad Düsseldorf nam de verplichting op zich deze Zero-stichting dertig jaar lang te ondersteunen. Op 17 juli 2014 overleed Piene in Berlijn in een taxi aan een hartaanval toen hij op weg was naar de opening van een tentoonstelling van zijn werk in de Neuen Nationalgalerie.



Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: