FERRY VAN DER VINNE
Ferry van der Vinne (Haarlem, 19 juli 1886 – onbekend, 15 november 1947) verhuisde als jongen van Haarlem naar Apeldoorn om er naar de hbs te gaan. Hij was te jong om lid te worden van Robur et Velocita, opgericht op 6 mei 1882 en daarmee de oudste club van Gelderland en op vier na de oudste Nederlandse clubs. Slechts zeven clubs waren ouder, waarvan er momenteel nog vier nog steeds spelen. Zoals Kees van der Waerden in zijn boek over het ontstaan van het Nederlandse voetbal aantoonde is niet zoals nog steeds ten onrechte wordt beweerd HFC Haarlem de oudste club, maar komt die eer toe aan de Amsterdamse voetbalclub AFC Sport, die al in 1880 het zogenaamde Association Footbal ofwel het huidige voetbal speelde. Omdat Van der Vinne te jong was om voor deze club uit te komen, richtte hij zijn eigen club op: SSS wat staat voor Sport Staalt Spieren. Toen hij kort daarna terugkeerde naar Haarlem ging hij spelen voor HFC Haarlem, waarvoor hij vier jaar lang uitkwam voor het eerste elftal. In zijn tijd als HFC’er was Ferry van der Vinne een bekend voetballer. Er circuleerde rond 1905 in Haarlem de volgende spreek: ‘Wie Uwer, oud of jong, heeft niet van onzen grooten Ferry gehoord? Wie Uwer weet niet van ‘zelf zien’ of van hooren vertellen, wat deze kranige linksbuiten voor de kleuren der Good Old beteekend heeft.’ Hij was dus bekend en goed, maar voorlopig bleef dat bekend tot Haarlem.
Voor het Nederlands elftal speelde Van der Vinne op dat moment niet. De reden is onduidelijk (er wordt verondersteld dat een te hoge dosis bescheidenheid het geval kon zijn geweest), maar Ferry van der Vinne bestond het om als jonge voetballer diverse malen een selectie voor het Nederlands elftal te weigeren. Uiteindelijk wist een vriend hem over te halen toch eens te accepteren. Op 13 mei 1906 maakte hij dan toch zijn debuut in de interland tegen België in Rotterdam. Hij was op dat moment 19 jaar en 298 dagen oud en hoort daarbij bij een selecte groep die al voor hun twintigste op het hoogste niveau mochten uitkomen. De Belgen wisten de vriendschappelijk wedstrijd met 3-2 te winnen, maar Van der Vinne smaakte het genoegen bij zijn debuut te scoren. Bij dat ene doelpunt zou het echter blijven. In 1907 zou hij in zijn twee andere wedstrijden voor Oranje niet scoren. Op 1 april 1907 deed hij mee in de vriendschappelijke interland tegen de Engelse amateurs in Den Haag, die kansloos met 8-1 werd verloren. Veertien dagen later kwam hij opnieuw uit in een vriendschappelijk duel tegen België. In Antwerpen werd ditmaal met 3-1 van de zuiderburen gewonnen. Het was ondanks de overwinning een trieste wedstrijd voor hem. Tijdens deze wedstrijd op 14 april 1907 liep hij een zware blessure op en kort daarna zat de voetbalcarrière van de pas twintigjarige erop. Onbekend is of daarbij behalve die blessure ook het afronden van een studie en het begin van een carrière elders (Nederlands-Indië? Hij zou niet de eerste zijn van de eerste internationals) ook een rol speelde. In een uitgave van HFC Haarlem verscheen het citaat: ‘Jammer genoeg zullen we Van der Vinne binnenkort geheel moeten missen, daar ook zijne bestemming hem voert naar streken, waar andere onderwerpen dan voetbal aan de orde zijn.’
Nederlands elftal voor de interland tegen België op 14 april 1907, die werd gespeeld op het terrein van Beerschot te Antwerpen. Nederland zou winnen met 3-1. Staand van links naar rechts: Twee officials, Willem Janssen, John Heijning, Pieter Boelmans ter Spill, Constant Feith, Iman Dozy, Ferry van der Vinne en een official. Zittend: Toine van Renterghem, Reinier Beeuwkes, Louis van Gogh, Karel Heijting en Ben Stom.