05 – CONDOMINIUM
De wereld heeft altijd al vol territoriale geschillen gezeten en in deel 1 zijn hieraan wat inleidende woorden besteed en in deel 2 is een onderverdeling conflictgebieden in historisch niet-erkende staten, niet-erkende staten, micronaties en betwiste gebieden. Dat is een te lange lijst om in zijn geheel te bespreken zodat noodgedwongen een beperking moet worden ingebouwd. Er is daarbij gekozen voor het uitgangsprincipe dat minimaal een Europees land bij het conflict moet zijn betrokken, dat het om staten moet gaan uit het recente verleden en dat wordt geconcentreerd op de betwiste grondgebieden. Vanaf deel 6 begonnen worden met het eerste van de betwiste grondgebieden, namelijk Hermansisland dat door Canada en Denemarken (namens Groenland) wordt geclaimd. Al die territoriale geschillen hoefden gelukkig niet altijd via oorlog of ander geweld te worden opgelost. Er zijn in de loop der tijden wel zinvolle oplossingen voor territoriale geschillen gevonden, zoals het bestempelen van een gebied tot niemandsland, het inrichten van een neutrale zone en het oprichten van een condominium. In dit blog het begrip Niemandsland. De wereld heeft altijd al vol territoriale geschillen gezeten, maar die hoefden gelukkig niet altijd via oorlog of ander geweld te worden opgelost. Er zijn in de loop der tijden wel zinvolle oplossingen voor territoriale geschillen gevonden, zoals het bestempelen van een gebied tot niemandsland, het inrichten van een neutrale zone en het oprichten van een condominium. In deel 3 is het begrip Niemandsland besproken, in deel 4 het begrip Neutrale Zones en in dit blog het begrip Condominium.
Een condominium is een ‘staat van gedeelde soevereiniteit’, wat als staatsvorm een zeldzaam fenomeen is en over het algemeen ook zeer instabiel is. In het verleden heeft de wereld veel condominia gekend. Ook Nederland en België hebben ook een condominium gekend: het ministaatje Neutraal Moresnet, vaak kortweg Moresnet genaamd. Het was een dwergstaatje met een oppervlakte van 344 hectare (ter vergelijking, dat is ongeveer twee keer zo groot als het huidige dwergstaatje Monaco). Het lag ongeveer zeven kilometer ten zuidwesten van Aken en vlak onder Vaals en was ruim een eeuw lang een vrijbuitersplaats, met een wild leven vol smokkel, drank en prostitutie. Moresnet stond van 1816 tot 1919 onder formeel Nederlands-Pruisisch, vervolgens Belgisch-Pruisisch en Belgisch-Duits gezag. Toen in 1839 België onafhankelijkheid werd en Limburg bij Nederland werd gevoegd, ontstond op de Vaalserberg een vierlandenpunt. Pas toen in 1920 Moresnet ophield te bestaan ontstond in Vaals het Drielandenpunt, dat iedereen kent. Op een eerder blog is uitgebreid ingegaan op de geschiedenis van Neutraal Moresnet.
In de periode 1204 tot 1794 werd de stad Maastricht als condominium bestuurd door twee heren, vandaar dat deze periode in de geschiedenis van de stad wordt aangeduid als de Tweeherigheid van Maastricht, ener-zijds de bisschop van Luik en anderzijds eerst de hertog van Brabant, later door de hertog van Bourgondië en nog later de Staten-Generaal van de Nederlanden. De tweeherigheid had tot gevolg dat Maastrichtse burgers zowel de Luikse als of Brabantse nationaliteit hadden en dat het grondgebied van de stad bestond uit een lappendeken van tweeherige, Luikse, Vroenhofse, Tweebergse en andere territoria. Te vergelijken met de enclaves in Baarle, maar nog een aantal graden ingewikkelder. Deze complexe bestuurlijke en rechterlijke organisatie van Maastricht tot 1794 was in zekere zin uniek in Europa, vooral toen na 1632 twee gelijkberechtigde confessies (het katholicisme en het calvinisme) een religieuze dimensie aan de tweeherigheid gaven. De tweeherigheid was niet overal in de stad in dezelfde mate van toepassing. In het gebied rondom een abdij, klooster of kapittelkerk (dat werd aangeduid met de naam immuniteit, byvanck of claustrale singel) was slechts het kerkelijk recht van de betreffende geestelijke instelling van toepassing. Het waren dus steeds een soort eilandjes in de stad. In Maastricht bestonden tot de opheffing van de kapittels in 1797 twee immuniteiten waarvan die van het kapittel van Sint-Servaas het omvangrijkst was. Onder het kapittel vielen een veertigtal kanunnikenhuizen, de kapittelkerk (Sint-Servaaskerk), de parochiekerk (Sint-Janskerk), de proosdij van Sint-Servaas, de rechtszaal Hoge Leenhof, de kapittelschool, de voorraadschuren en wijnkelders van het kapittel, de paardenstallen van de rijproosten, een bierbrouwerij en twee gasthuizen voor de opvang van pelgrims. De grenzen van de immuniteit werden aangegeven met hardstenen paaltjes ( een perroen) waarop het symbool van het kapittel, de sleutel van Sint-Servaas, was afgebeeld. Op het Vrijthof is op de ene hoek de perroen als symbool van de Luikse soevereiniteit te vinden, op de andere hoek van het plein staat de Brabantse perroen en iets verderop staat het immuniteitspaaltje van het Sint-Servaaskapittel. Binnen deze immuniteit had de proost het gezag en om het wat ingewikkelder te maken, deze proost van Sint-Servaas was bovendien de heer van Tweebergen, een van de elf banken van Sint-Servaas waarvan een deel van het grondgebied binnen de stadsmuren van Maastricht lag. Verder hoorde een groot deel van het dunbevolkte gebied tussen de eerste en tweede middeleeuwse stadsmuur bij de Vroenhof, dat een oud koninklijk domein was dat achtereenvolgens onder de Duitse keizer, de Brabantse hertog en de Staten-Generaal viel en waarover de bisschop dus geen zeggingsschap had. Hier lagen echter voornamelijk kloosters, die binnen het stadsgebied sowieso een status aparte hadden. In het zuidelijk deel van de stad behoorde een klein gebied tot de heerlijkheid Sint Pieter, die onder Luiks bestuur stond. Tot slot, de rest van de stad (de dichtbevolkte wijken van de Binnenstad, het Boschstraatkwartier, het Jekerkwartier en Wyck) vormden het Luikse-Brabantse condominium. Een uiterst ingewikkeld stelsel, dat Maastrichtenaren wel een zekere vorm van autonomie gaf, omdat ze soms gebruik konden maken van meningsverschillen tussen de twee heren, maar in de dagelijkse praktijk hadden de burgers weinig in te brengen. De tweeherigheid van Maastricht was trouwens minder uniek dan het op het eerste zicht lijkt. Vanaf de middeleeuwen kwamen condominia voor in heel Europa voor. Ook steden als Utrecht, Dinant en Sint-Truiden kenden vergelijkbare constructies; de beide laatste plaatsen zelfs drieherig en vierherig. Maastricht was wel uniek omdat het de enige plaats was met een katholieke en protestante heer.
Toen in 1814 het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden ontstond werd ervan uitgegaan dat de Maas voorlopig de oostelijke grens met Pruisen zou vormen. Tijdens het Congres van Wenen werd echter gedacht dat door de verschillende kronkelingen en overstromingen de beide oevers van de rivier beter in het bezit van één land konden zijn. Op 12 mei 1815 nam koning Willem I der Nederlanden bezit van het departement Beneden-Maas en het grotendeels Pruisische Overkwartier van Gelder. De oostgrens werd vastgesteld op een afstand van een kanonschot gemeten vanaf de rivier de Maas, ongeveer 2,5 kilometer. Via het Traktaat van Aken dat op 26 juni 1816 tussen Pruisen en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd gesloten werd de onderlinge grens van de beide landen vastgelegd vanaf het noordelijkste punt van de provincie Limburg tot het drielandenpunt met Frankrijk bij Schengen. Voor Nederland hield dat in het gebied van Venlo tot Mook de grens met Pruisen minimaal 800 Rijnlandse roeden (3014 meter) van de Maas verwijderd zijn. Alle gemeenten die niet verder dan 1000 Rijnlandse roeden (3787 meter) van de Maas af lagen werden bij Nederland gevoegd. De grenspaal 593 bij de Neutraleweg markeerde de splitsing van waar twee verdragen betreffende de rijksgrens van Nederland werd vastgelegd. Ten zuiden van de paal golden alle bepalingen uit het Traktaat van Aken, maar ten noorden van de paal, waar voorheen het ‘Hollandse’ grondgebied begon, tot aan de Rijn werd op 7 oktober 1816 het Traktaat van Kleef getekend. Er werd nu vastgelegd dat de weg vanaf grenspaal 589 tot en met 593 onder het beheer kwam van zowel het Pruisische Kleef als het Nederlandse Ottersum gesteld. Op 23 september 1818 werd te Emmerik de grenslijn met Pruisen definitief bepaald en besloten dat er vijf eikenhouten grenspalen zowel aan de oostelijke als aan de westelijke zijde van de weg geplaatst worden, waarmee de gehele weg als grens werd aangemerkt. In 1847 werden de eikenhouten grenspalen vervangen door stenen exemplaren.
Tijdens de Belgische Revolutie in 1830 sloot bijna het gehele hertogdom Limburg zich aan bij het nieuwe Koninkrijk België. Doordat het gebied tussen de grenspalen 589 en 593 onder het gemeenschappelijke beheer viel van zowel Kleef (Pruisisch) als Ottersum (van 1830 tot 1839 Belgisch) en vanaf de westelijke grenspalen 591 tot 593 aan het Nederlandse Groesbeek grensde, ontstond hier een opmerkelijk langgerekt drielandenpunt, Met het Verdrag van Londen in 1839 kwam Ottersum weer onder Nederlandse heerschappij. De weg bleef echter tot 1866 tot de Duitse Bond horen, wat ook het geval was voor het gehele hertogdom Limburg. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd het gemeenschappelijke beheer opgeheven en kwam de grens voorlopig te liggen aan de oostelijke zijde van de weg. In 1963 wijzigde men de grens definitief en werden de Neutraleweg en de Holleweg volledig Nederlands. In 1991 kwam door de verbreding van de weg waarschijnlijk een gedeelte hiervan op Duits grondgebied te liggen. Een klacht van Duitse zijde is echter niet ontvangen.
Alle nog bestaande condominia gaan over het beheer van een wateroppervlak, die niet of nauwelijks bewoond zijn. Het grootste probleem doet zich voor wanneer er conflicten rijzen tussen de betrokken soevereine machten, of wanneer de onderlinge samenwerking het laat afweten. Er bestaan nog circa tien condominium-gebieden
- De Moezel is vanaf het drielandenpunt bij het plaatsje Schengen tot aan de monding van de rivier de Sauer (Sûre) bij Wasserbilig (Luxemburg) de grensrivier tussen Duitsland en Luxemburg. De rivier staat hier als condominium onder volledig gedeelde soevereiniteit. Tot het Luxemburgse plaatsje Bech-Kleinmacher ligt de grens overwegend in het midden van de Moezel; daarna ligt de grens een tijdlang overwegend aan de Luxemburgse kant en daarna ligt de grens weer keurig in het midden. Hier eindigt het condominium, hoewel de grens tussen beide landen ook door de Sauer (Sûre) wordt bepaald. Blijkbaar is het daar minder belangrijk een gezamenlijk beheer te voeren.
- Het Bodenmeer (ook wel het Meer van Konstanz genoemd) is een meer in het grensgebied van de Oostenrijkse deelstaat Vorarlberg, de Duitse deelstaten Baden-Württemberg en Beieren en de Zwitserse kantons St. Gallen, Thurgau en Schaffhausen. Het meer wordt grotendeels gevoed door de Alpenrijn, die het meer in het oosten de Obersee instroomt en aan het westelijke uiteinde uit de Untersee weer verlaat. Aan het vier kilometer lange deel van de Rijn waarmee beide delen worden verbonden de kanaalzone genoemd, hoewel het de gewone natuurlijke loop van de rivier is) ligt aan beide zijden van de Rijn de stad Konstanz. Door het Bodenmeer loopt geen grens. Het is staatkundig een condominium met een gedeelde soevereiniteit.
- Het Fazanteneiland, een eiland in de grensrivier Bidasoa tussen Frankrijk en Spanje in de rivier tussen Hendaye en Irun, is een condominium: het staat jaarlijks zes maanden (februari-juli) onder Spaanse en zes maanden (augustus-januari) onder Franse jurisdictie, maar beide landen claimen het gehele jaar door het recht de eigen onderdanen te berechten voor aldaar gepleegde overtredingen. Op het eiland werden in de 17e eeuw veel conferenties gehouden, want neutraal gebied. Op 7 november 1659 werd hier het Verdrag van de Pyreneeën gesloten, waarmee een eind kwam aan de Spaans-Franse conflicten vanuit de Dertigjarige Oorlog. In ruil voor vrede zag de Spaanse koning Filips IV af van zijn rechten op diverse steden en gebieden in Noord-Europa en ook kwamen beide landen een nieuwe grens overeen, waarbij Spanje afstand deed van Roussillon, een deel van Navarra en het noordelijke deel van Cerdagne. Midden op het eiland staat een steen ter herdenking van deze gebeurtenissen. Ook werden hier gijzelaars uitgewisseld, troonopvolgers van huwbare leeftijd afgeleverd enzovoort.
- Het drielandenpunt de Golf van Fonseca van Honduras, El Salvador en Nicaragua heeft van elk van de drie landen een belangrijke haven: La Unión in El Salvador, San Lorenzo in Honduras en Puerto Morazán in Nicaragua. De kust langs de golf bestaat uit vulkanisch gebied, waardoor het zand op de stranden zwart van kleur is. De Cosigüina-vulkaan in Nicaragua stijgt 860 meter boven zeeniveau uit en daarmee een markant baken vormt. De laatste eruptie van deze vulkaan was in 1835. Het ecosysteem in de Golf van Fonseca wordt bedreigd door de industrie uit de drie landen. Vooral de kwetsbare mangrove wordt vooral door de commerciële kweek van garnalen; tevens wordt er continu afvalwater geloosd in de golf. Doordat niet duidelijk is welk deel van de golf tot elk van de drie landen behoort, blijft dit probleem onopgelost. De landen waren zelf al decennialang vruchteloos aan het strijden over het bezit van de golf en de daarin gelegen eilanden. In 1992 bepaalde het Internationaal Gerechtshof dat de drie landen het bezit over de golf moesten delen, waarbij er geen grenzen werden vastgelegd. Wel werden de eilanden Meanguera en Meanguerita aan El Salvador toegekend; het eiland El Tigre werd toegekend aan Honduras.
- De Internationale Zone van Tanger was van 1923 tot 1956 een kleine internationale zone met als kern de havenstad Tanger, die een strategische ligging had aan de Straat van Gibraltar. De zone stond onder het gezamenlijk beheer van Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk; later kwamen daar Portugal, Italië, België, Nederland, Zweden en de Verenigde Staten bij. Tanger bleef formeel onder de soevereiniteit verkeren van de sultan van Marokko, dat echter op zijn beurt werd bestuurd als protectoraat door Frankrijk. Bij de overdracht van Marokko werd de zone opgeheven en kwam het gebied aan Marokko toe. De zone werd op basis van het Statuut van Tanger (1925) bestuurd door een administrateur (in de periode 1948-1951 was dat de Nederlander Henri van Vredenburch) en een Comité Controle, waarin de deelnemende landen waren vertegenwoordigd. De Marokkaanse sultan was slechts in naam de soeverein en had alleen invloed op de Marokkaanse inwoners van de stad, die aan het Marokkaans recht gebonden waren. Tanger genoot grote internationale bekendheid als vestigingsplaats van vrijgevochten schrijvers als Jan Jacob Slauerhoff, Paul Frederic Bowles en William Burroughs.
- Andorra kan worden beschouwd als condominium van Frankrijk en Spanje, maar ook als een co-vorstendom. Aan Spaanse zijde is namelijk niet de Spaanse koning maar de bisschop van Urgell de co-vorst van Andorra;
- De Kaspische Zee kan ook als condominium worden beschouwd omdat Iran beweert dat het grote meer niet is verdeeld tussen de vijf omringende landen Rusland, Azerbeidjan, Iran, Kazachstan en Turkmenistan. Het zou derhalve door de vijf landen gezamenlijk moeten worden bestuurd. Pas recent lijkt daar iets van terecht te komen. Op 12 augustus 2018 werd aangekondigd dat de vijf oeverstaten een akkoord hadden bereikt over een wettelijk kader voor de territoriale rechten van de oeverstaten, en met name de verdeling van de zee- en bodemrijkdommen. Het verdrag geeft de Kaspische Zee een speciaal statuut: noch zee noch meer, zodat geen verdragen inzake internationale of binnenwateren van toepassing zijn. De territoriale wateren gaan zich volgens het akkoord uitstrekken over 15 mijl buiten de kust, met daarenboven nog eens 10 zeemijl visgronden. Vanaf daar zou de Kaspische Zee een gemeenschappelijk water worden. Vele details moeten later nog onderhandeld worden. De vijf oeverstaten kwamen wel overeen alle militaire aanwezigheid van derde landen in de Kaspische Zee uit te sluiten.
- Het Brčko-district, gelegen in het noordoosten van Bosnië, is een gebied met zelfbestuur onder de soevereiniteit van Bosnië en Herzegovina. Het district is tegelijk deel van de Federatie van Bosnië en Herzegovina én van de Servische Republiek. Beide entiteiten besturen het district officieel als een condominium, maar in de praktijk geniet het gebied echter een grote mate van zelfbestuur. Het district werd officieel opgericht op 8 maart 2000, toen duidelijk werd dat de twee Bosnische entiteiten het niet eens konden worden over dit gebied. Een gedeelte van het gebied stond tijdens de Bosnische Oorlog onder Servisch beheer en diende als smalle corridor tussen het oostelijke en westelijke gedeelte van de Servische Republiek. Andere gedeelten stonden weer onder het beheer van de moslims en de Kroaten. Het grondgebied van het district beslaat het territorium van de voormalige gemeente Brčko. De Europese Unie is tot op heden aanwezig om de vrede te handhaven.
- Ook Antarctica kan een condominium genoemd worden, want het staat onder het bestuur van een twaalftal staten die verenigd zijn in de Consultatieve Vergadering (ATCM). Het gebied werd pas in 1826 ‘ontdekt’, hoewel er al lang vermoedens waren over het bestaan van een zuidelijk continent. Antarctica is niet politiek verdeeld, maar veel landen hebben in de eerste helft van de 20e eeuw verschillende stukken opgeëist. Deze opeisingen hebben weinig praktische betekenis, maar ze worden keurig opgetekend zodat het continent op staatkundige kaarten op een enorme aangesneden ‘ijstaart’ lijkt. De meeste van deze landen hebben observatie- of onderzoekscentra op Antarctica binnen het door hen opgeëiste gebied. Andere landen, al dan niet met bases op het continent, hebben geen gebied opgeëist, maar behouden zich het recht voor dit in de toekomst te doen. De claims worden niet erkend door andere landen en door de Verenigde Naties. Een aantal landen, waaronder Nederland, heeft ook nadrukkelijk deze territoriale claims verworpen. Er is een Antarctisch Verdrag die de status quo vastlegt en alle soevereiniteitsclaims voor de looptijd van het verdrag ‘bevriest’. Bestaande claims worden niet beschouwd als erkend en mogelijke territoriale van landen die dat nog niet hadden gedaan worden beschermd. De partijen kunnen tijdens de duur van het verdrag geen nieuwe claims maken of hun bestaande aanspraken uitbreiden.