LOUIS LONCIN
Louis Loncin (Dubuy, 1875 – Waulsort, 1946) Was in 1917 naar Nederland was gevlucht, maar keerde in oktober 1917 terug naar België om zich als oorlogsvrijwilligers te meden. Naar de beweegreden van vlucht en terugkeer is het slechts raden. In elk wordt de inmiddels 42-jarige blijkbaar niet erg geschikt bevonden voor actieve dienst. Hij werd in november 1917 ingedeeld bij de Artistieke Afdeling en ging daarvoor werken vanuit Lo. Zie hier alle informatie die in het standaardwerk De Groote Oorlog op doek van Luc Filliard te vinden is over Loncin, met de kanttekening dat locatie en datum van geboorte en overlijden nog uit een andere bron is toegevoegd. Verder hier geen informatie over de schilder en ook geen enkele tekening of schilderij. Toch de reden dat hij in Lo gestationeerd was!. Ook op internet zo goed als niks over de schilder te vinden, slechts een aantal naoorlogse landschappen. Een daarvan (een armzalig zwijntje dat in de Ardense sneeuw staat) op een site over de Luikse School van Ardense Landschapsschilders, wat blijkbaar toch echt geen echte schildersbeweging is geweest, maar een door iemand bijeengebrachte collectie schilders uit de Ardennen die allerhande landschappen schilderen. Op een blog over een van die schilders tref ik de vermelding dat de naam Louis Loncin automatisch geassocieerd wordt met landschappen van de Ardennen en die hem in 1928 in de Salon d’Art de Paris de bijnaam ‘de Belgische Millet’ opleverde, wat voorwaar geen misselijke bijnaam is. Maar schilderijen en tekeningen, ho maar. En is die ene publicatie van de lokale historicus Adolphe Pickart, die in een van zijn artikelen over de geschiedenis van Durbuy en omgeving de vergeten lokale beroemdheid even weer voor het voetlicht haalde. In het clubblad Terre de Dubuy (december 1988) schreef hij het artikel Louis Loncin, un preintre de chez nous. Op tienjarige leeftijd verhuizen zijn ouders naar Luik, waar hij de École des Beaux Arts volgde en aan een veterinair instituut anatomische lessen krijgt. In 1898, hij heeft inmiddels zijn eerste bescheiden exposities achter de rug, trouwde hij met Louise Lormand, de dochter van een generaal en ze was de beschermelinge geweest van majoor Auguste Daufresne de la Chevalerie (1818-1881), die poezie schreef en veel deed om de streek te onderzoeken. Een straatnaam in Durbuy is ter zijn ere naar hem vernoemd. Die eer kreeg later ook Louis Loncin, maar opvallend genoeg heet die Rue Louis de Loncin. De toevoeging ‘de’ gebeurde postuum, want heet bleek dat de voorvaderen tot aan de Franse Revolutie De Loncin heette en toen voorzichtigheidshalve de wat adellijk aandoende toevoeging hebben weggelaten. Geen oorlogsschilderijen zijn dus bewaard gebleven. Waarschijnlijk was Loncin een vreemde eend n de bijt, voelde hij zich totaal niet thuis in dat verwoeste landschap, hij die zo weg was van ongerepte natuur. We moeten het bij hem dus doen met deze schilderijen van hem.