SOAP & SKIN

Soap & Skin is een experimenteel muziekproject van de Oostenrijkse zangeres Anja Plaschg. Ze werd op 5 april 1990 geboren in het dorpje Poppendorf in de deelstaat Stiermarken, vlak bij de Hongaarse en Sloveense grens, waar haar ouders een boerderij hadden. Vanaf haar zesde jaar kreeg ze pianoles, vanaf haar veertiende begon ze ook viool te spelen en kort daarna verschoof haar aandacht naar elektronische muziek. In Graz volgde ze een opleiding voor grafisch design, maar amper zestien jaar oud stopte ze daarmee en vertrok naar Wenen om een kunstopleiding te gaan volgen in een masterclass van Daniel Richter, een redelijk bekend Duits abstract schilder. Blijkbaar is Plaschg geen volhoudertje, want ook hier houdt ze het als achttienjarige niet lang uit. Misschien had ze dat als muzikante ook niet nodig, want al na een paar concerten werd ze in de media omschreven als ‘wonderkind’. In 2008 vertolkte ze in Berlijn en Wenen de rol van de Duitse zangeres Nico, die in de zestiger jaren furore maakte in het gezelschap van Andy Warhol, in het toneelstuk ‘Nico – Sphinx aus Eis’ van regisseur Werner Fritsch in Berlin and Vienna. Ze vertolkte daarbij enkele nummers die op een EP (die bestonden in 2008 bij de oosterburen dus nog) uitkwamen, waaronder ‘Janitor of Lunacy’. In 2009 kwam haar eerste lp uit: Lovetune for Vacuum, die goed scoorde in Oostenrijk en het blijkbaar ook niet onaardig deed in Duitsland, Frankrijk en België. Ze werd door verschillende critici al gepromoot als de nieuwe grote Oostenrijkse ster die het internationaal wel even zou gaan maken. Trouw schreef in juni 2009 over haar tweede lp: De pianopop op Lovetune For Vacuum wordt al vergeleken met de muziek van Kate Bush, Nico en Tori Amos. Het zijn voor de hand liggende associaties, al is het werk van Soap & Skin zowel qua muziek als teksten veel donkerder en grimmiger dan het werk van haar beroemde voorgangers. Plaschg combineert romantische pianomelodieën (’Mr. Gaunt pt 1000’) die aan Yann Tiersen (’Le Fabuleux Destin d’Amélie Poulain’) doen denken met rauwe elektronische klanken en indringend ijle vocalen. Het grote succes buiten de Oostenrijkse grenzen bleef achterwege. Wellicht speelde daarbij een grote rol dat haar vader in 2009 plotseling aan een hartaanval was gestorven en Plaschg daarna terechtkwam in een ‘serieuze depressie’, zoals ze het zelf omschreef. Ze werd in elk geval in een ziekenhuis opgenomen en haat tweede lp, ‘Narrow’, stond erg onder de invloed van haar depressieve toestand. In 2010 was ze echter weer terug in de schijnwerpers met de European Border Breakers Award die ze vanwege haar internationale successen kreeg. Haar nummers ‘Brother of Sleep;’ en ‘Marche Funèbre’ werden in 2010 gebruikt voor de soundtrack van de thriller War Games: At the End of the Day in 2010. In 2012 debuteerde ze als actrice in de Oostenrijkse film Stilleben; in 2017 werden weer twee nummer van haar (‘Italu’ en ‘Safe with me’ in een Italiaanse film gebruikt. Een ander nummer ‘Wonder’ van die tweede elpee werd in België in 2019 gebruikt voor de dramafilm. All of Us. In oktober 2018 verscheen haar derde lp ‘From Gas to Solid. In 2011 schreef e het nummer ‘Goodbye’, dat werd gebruikt als titelsong voor de Duitse Netflix-serie Dark. Daar ‘ontmoette’ ik Plaschg voor het eerst. In 2013 maakte ze een EP, met drie nummers waarvan één een bewerking was van een nummer van de legendarisch Robert Johnson: Me and the Devil.
.

.

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: