DE SFINX VAN GIZEH (1867 – 1878)
De Sfinx van Gizeh is het grootste en bekendste beeld van een sfinx ter wereld. Het staat bij de drie grote piramiden in Gizeh met de rug naar de Piramide van Chefren. De Sfinx ligt naast de dodentempel van Chefren en is gehouwd uit een rotsachtige formatie. Deze rotsformatie had al de ruwe kenmerken van de sfinx doordat ze jarenlang was blootgesteld aan de wind. Het beeld werd uitgehakt en gemodelleerd naar de vorm van een sfinx. De sfinx is 73 meter lang, 19 meter breed en 20 meter hoog. Hij bestaat uit drie lagen kalksteen. De onderste lagen bestaan uit zachte kalksteen, terwijl het hoofd uit een hardere laag bestaat. De neus van de sfinx is er gedurende de tijd afgevallen. Over die neus wordt in het stripalbum Asterix en Cleopatra een grappige uitleg gegeven. Een bekende theorie is dat Napoleon Bonaparte toen hij Egypte binnenviel de neus zou hebben afgebroken met de bedoeling om de Egyptenaren (en dus indirect ook hun voorvaderen) te beledigen. Onzin, want op schetsen uit 1737 van de Deense ontdekkingsreiziger Frederick Lewis Norden werd de sfinx al zonder neus afgebeeld en al drie eeuwen daarvoor, in de vijftiende eeuw, schrijft de Egyptische historicus al-Maqrizi dat het verloren gaan van de neus te wijten is aan vandalisme in 1378 door Muhammad Sa’im al-Dahr, een soefifanaticus die in woede uitbarstte toen hij zag dat Egyptische boeren offerandes uitbrachten aan de sfinx in de hoop dat ze zo hun oogst konden verhogen. Het hoofd van de sfinx beeldde hoogstwaarschijnlijk een farao uit en is voorzien van de koninklijke nemes (hoofdtooi). De verhoudingen van het hoofd staan niet helemaal in evenwicht met het lichaam, doordat er bovenaan grotere erosiekrachten waren. In de oudheid was de sfinx waarschijnlijk beschilderd met felle kleuren: het hoofd en lichaam in het rood en de nemes in afwisselend gele en blauwe strepen. De sfinx was de bewaker van de piramides. In de loop der jaren is ze verschillende malen gerestaureerd en is lichtjes beschadigd: zijn neus, valse baard en uraeus zijn van het beeld gevallen. De sfinx had in de oudheid een belangrijke cultus, maar dat kon toch niet verhinderen dat hij al reeds in het Oude Egypte onder het zand bedekt raakte. Men liet de sfinx uitgraven en een stele (pilaar of herdenkingsplaat) aan de voet van de sfinx neerplanten om dit te herdenken. Het mocht niet baten, want al snel verdween de sfinx weer onder het zand. Mogelijk was hij amper meer zichtbaar, want toen de Griekse historicus Herodotos in de 5e eeuw v.Chr. het complex van Gizeh bezocht, maakte hij geen melding van de sfinx. Onder de Romeinse keizers werd de sfinx nogmaals gerestaureerd, maar daarna verdween hij weer onder het zand. Niet helemaal, want grote delen van het beeld bleven zichtbaar. Reizigers die het plateau bezochten, waren allemaal onder de indruk van het beeld. In 1755 gaf de Franse ontdekkingsreiziger Pierre Belon een eerste uitgebreide beschrijving van de sfinx, reden voor de Fransen toen ze in 1798 met de Expeditie van Napoleon Egypte binnenvielen het beeld geheel uit te gaven. In 1816 voerde Giovanni Battista Caviglia nieuwe opgravingen uit; de valse baard die hij ontdekte werd verscheept naar het British Museum en daar toegevoegd aan alle elders geroofde kunst. Vanaf 1880 werden professionelere opgravingen uitgevoerd door Auguste Mariette en Gaston Maspero, die ook zo verstandig waren stukken over te brengen naar het Archeologisch Museum in Caïro om ze te beschermen tegen verdere plunderingen. Op de bovenste foto is te sfinx te zien zoals ze in 1867 door reizigers kon worden aangetroffen. In 1878 is een deel van het onderstel al uitgegraven. Momenteel is dat deel helemaal blootgelegd en ligt het beeld er majestueus bij, hoewel minder rustig dat de foto’s suggereren. Dagelijks zijn er grote drommen toeristen. Er zijn steeds nieuwe restauratiewerkzaamheden uitgevoerd, maar het blijkt noodzakelijk om nieuwe manieren te bedenken om de sfinx van verval te vrijwaren. Verder wordt al heel lang gezocht naar mogelijke ruimtes die binnen of onder de sfinx zouden bestaan, maar tot op heden zijn nooit van die legendarische geheime ruimten gevonden.