CIMON EN PERO – 02
Georg Pencz (Wroclaw, omstreeks 1500 – Leipzig, 11 oktober 1550) was een Duitse graveur, schilder en graficus. In 1523 vertrok Pencz naar Neurenberg om inde leer te gaan bij Albrecht Dürer. Net als zijn leermeester bezocht hij voor een studiereis Italië en raakte daarbij erg onder de invloed van de Venetiaanse schilderkunst. Naar alle waarschijnlijkheid heeft hij een tijdlang samengewerkt met Marcantonio Raimondi (c. 1470/82 – c. 1534), de beroemde Italiaanse graveur die aan de wieg heeft gestaan van de reproductieve kunst. In 1525 werd hij samen met de broers Barthel Beham en Hans Sebald Beham, ook leerlingen van Dürer, gearresteerd en verbannen uit luteraanse Neurenberg. Het drietal, dat bekend stond als ‘de goddeloze schilders’ omdat ze aanhangers waren van de radicale theorieën van Thomas Müntzer, werd na een tijdje toch weer toegelaten en verwierf al snel de reputatie als ‘Kleine Meesters’ vanwege hun kleine grafische werken met veel gedetailleerd werk. Pencz schilderde in Neurenberg een groot aantal trompe l’oeil-plafonds in de huizen van rijke patriciërs, daarbij geïnspireerd door soortgelijk werk dat hij in Italië had gezien. Van deze schilderingen is weinig bewaard gebleven. Op een van de tekeningen is te zien dat hij werklui tekenden die allerlei materialen naar boven brengen. op de achtergrond ziet men de buitenlucht, wat de indruk geeft dat de kamer nog steeds onder constructie is. In 1539 keerde Georg Pencz kort terug naar Italië, waar hij voor het eerst Rome bezocht. vanaf 1540 was hij definitief terug in Neurenberg en kende er als officiële stadsschilder veel succes. In 1550 werd hij gevraagd om hofschilder te worden van hertog Albert van Pruisen, maar hij overleed onderweg naar het hof in Leipzig. Van Pencz is deze ingetogen versie van Cimon en Pero.