WALTER WINANS
Walter W. Winans (5 april 1852 – 12 augustus 1920) is een apart heerschap geweest. Iemand met vele talenten en een onwaarschijnlijk divers leven. Hij was de zoon van het Amerikaanse echtpaar William Louis Winans en Maria Ann de la Rue, die op het moment van zijn geboorte in het Russische Sint Petersburg woonde. In 1836 was in het keizerrijk begonnen met de aanleg van spoorwegen met een bescheiden lijntje van 27 kilometer. Na een studiereis van twee ingenieus naar de Verenigde Staten drong pas goed door welke enorme economische en culturele voordelen de aanleg van een groots spoorwegennetwerk zou hebben. Binnen de geplande industriële revolutie voor Rusland, dat op dit punt ver achter liep op de rest van de westerse wereld, zouden de spoorwegen een belangrijke rol moeten gaan spelen. In 1842 werden plannen ontwikkeld voor een spoorlijn van Sint Petersburg naar Moskou. In acht jaar tijd werd het plan gerealiseerd, goedkoper dan elders in Europa omdat men gebruik kon maken van een grote hoeveelheid slavenarbeiders en sneller dan gedacht omdat men de expertise van Amerikaanse ingenieurs had ingehuurd. In de periode 1851-1852 werden de twee indrukwekkende begin- en eindstations van de spoorlijn gerealiseerd: het Nikolaevsky (Moskovsky) Railway Station in Sint Petersburg en het Nikolaevsky (Leningradsky) Railway Station in Moskou. Pa Winans werkte in de Sint Peterburgse deel van het traject. Tot zijn achttiende jaar woonde Walter in Rusland; daarna vertrok hij naar Kent in Groot-Brittannië om een opleiding te gaan volgen. Alvorens te vertrekken legde hij op de Amerikaanse ambassade de eed van trouw (oath of allegiance) af om zijn Amerikaans staatsburgerschap veilig te stellen. Het zou daarna overigens nog veertig jaar duren voor hij voor het eerst voet op Amerikaanse bodem zou zetten, want hij zou zijn gehele leven veder in Groot-Brittannië blijven wonen en werken. Dar waren uiteenlopende werkzaamheden, want Walter Winans wordt genoemd als scherpschutter, paardenfokker, beeldhouwer, schilder en schrijver.
Winans nam deel aan de Olympische Spelen van 1908 en 1912. Bij de Spelen van 27 april tot 31 oktober 1908 in Londen nam hij deel uit vijf disciplines uit de schietsport. Hij wist de gouden medaille te winnen op het curieuze onderdeel Schieten op lopend hert, dat op 9 en 10 juli 1908 in Bisley Rifle Range (iets ten zuidwesten van Londen) door vijftien deelnemers uit vier landen werd betwist. De wedstrijd zou op die dag ook moeten eindigen, maar Walter Winans en de Brit Ted Ranken eindigden met dezelfde score, zodat een shoot-out de beslissing moest brengen. Omdat het inmiddels te donker was geworden, vond die op de volgende dag plaats. Winans wist toen het houten voorbijsnellende hert iets beter te raken. Het zou verder toch al een bijzondere dag worden voor Winans. Onmiddellijk na het winnen van de shoot-out kreeg hij twee enveloppen overhandigd. De eerste bevatte de mededeling dat zijn paarden, Winans verdiende zijn brood met het fokken en trainen van paarden, tijdens de English Royal Counties Show en scala aan eerste, tweede en derde prijzen had gekregen. Het tweede bericht was dat zijn paard Samers in Wenen een belangrijke drafwedstrijd had gewonnen.
Bij de Spelen in 1908 waren er als demonstratiesport ook man-tegen-man-duels met pistolen onderdeel van het sportevenement. Daarvoor werden wel de echte kogeltjes vervangen door kogeltjes van wax gebruikt, wat weliswaar niet dodelijk was maar toch behoorlijk hard kan aankomen. Harder dan een paintballetje. met een lange jas. Iedere deelnemer droeg een grote helm met een glasplaat voor zijn gezicht en dikke, beschermende kleding. De spelregels waren vrij simpel: de scheidsrechter vroeg of de spelers klaar waren, waarna hij de woorden ‘Fire! One-two-three!’ uitsprak. Bij ‘fire’ moest er geschoten worden en na ‘three’ mocht geen waxkogel je pistool meer verlaten. Walter Winans won deze wedstrijd, maar hij stond dan ook bekend als scherpschutter. Hij zou in totaal twaalf maal Brits kampioen in deze discipline worden en kreeg ooit in Wenen een eremedaille voor zijn tentoonstelling van zestig koppen van ‘big game animals’; er wordt geschat dat hij gedurende zijn leven ongeveer 2.000 van deze grote dieren heeft geschoten. Zijn bibliografie omvat tien publicaties over de schietsport, in 1901 begonnen met The Art of Revolver Shooting, daarna boeken over het schieten met geweer, een boek over de manier waarop dames met schiettuig dien om te gaan (Shooting for Ladies, 1911). De boeken zijn nog steeds beschikbaar.
Winans was weer van de partij bij de Olympische Spelen die van 5 juli tot 27 juli in Stockholm werden gehouden. Hij deed nu mee aan zes disciplines in de schietsport en won opnieuw een medaille, een zilveren ditmaal en verder niet individueel maar in teamverband. Er deden overigens maar zes teams van vier personen mee, zodat de kans in de prijzen te vallen niet gering was. Hij deed verder ook mee aan een nieuw curieus onderdeel van de Spelen: kunstwedstrijden. Er waren medailles beschikbaar voor werken die geïnspireerd waren door sport in de categorieën architectuur, literatuur, muziek, schilderen en beeldhouwen. In de praktijk werden geen bronzen medailles toegewezen en werd slechts in de categorie beeldhouwen een zilveren medaille ‘gewonnen’ door de Fransman Georges Dubois voor een presentatie van een ingang van een modern stadion. In deze categorie ging de gouden medaille naar Walter Winans voor zijn bronzen borstbeeld ‘An American trotter’, dat zich nog steeds in hert Olympisch Museum in de Zweedse hoofdstad bevindt. Ook in de vier andere categorieën werden gouden medailles uitgereikt. later zou het Internationaal Olympisch Comité (IOC) echter tot de conclusie komen dat dergelijke medailles niet thuishoren op een sportevenement. De uitslagen komen daarom niet langer voor in de olympische database en medaille-overzichten van Olympische Spelen. In 1948 werden ze definitief van de opzet gehaald, maar vanaf 1952 werd wel een niet-competitief en cultureel festival opgezet geassocieerd met de spelen.Walter Winans schreef ook over beeldhouwen een boek (Animal Sculpture, 1914) en een artikel over zijn geliefde drafsport (How to Drive a Trotter, 1904-1905). Als beeldhouwer zou hij veertien maal deelnemen aan tentoonstellingen van de British Royal Academy. Het British Museum heeft prenten die gemaakt zijn nar een tekening van Winans.
Winans erfde al op jonge leeftijd grote stukken land van zijn vader. Hij had de exclusieve jachtrechten over bijna 250.000 acres (dat is ruwweg 1.000 km2) in de Schotse Hooglanden in de gebieden Glen Strathfarrar, Glen Cannich en Glen Affric. Maar toch iets minder exclusief dan hij veronderstelde. In 1884 spande hij een rechtszaak aan tegen ene Muirdoch Macrae, een Schot die de euvele moed had een schaap op zijn landgoederen ge laten grazen. Hij verloor deze rechtszaak echter, die daarna de aanzet was tot het recht van overpad en daarna van de openstelling van de Britse landschappen voor het publiek.
Winans stierf in het harnas. Op 12 augustus 1920, inmiddels 68 jaar oud, nam hij deel aan een drafwedstrijd in Parsloes Park in Dagenham, Essex: ‘Just before the finish, the two-time Olympic gold medalist dropped the reins on his horse, Henrietta Guy, slipped out of his seat and fell dead. But not until he had crossed the finish line’. Winans is binnen de drafsport nog lang niet vergeten. Hij is als ‘immortal’ opgenomen in de Hall of Fame van het Harness Racing Museum.
The American shooter Walter Winans during a 100-meter running deer competition in Wimbledon Common, London (painting by Thomas Blinks, 1888)