CIMON EN PERO – 05

Jan Janssens (Gent, 1590 – Gent, omstreeks 1650) was een Vlaams schilder en tekenaar die wordt beschouwd als de belangrijkste van de zogenaamde Gentse caravaggisten. Het caravaggisme is een stroming in de 17de-eeuwse schilder-kunst, naar aanleiding van de revolutionaire stijl van de Italiaanse meester Caravaggio, de meester van het clair obscur. Het gaat hier niet om een groep, school of gestructureerde beweging, maar hoogstens om individuele schilders die door de Italiaanse schilder werden beïnvloed en zijn stijl navolgden. Hiermee zette zij zich af tegen enerzijds de vaste regels van de classicistische retoriek van de academies en anderzijds de illusionistische geestdrift van de barok. In Nederland wordt een groep Utrechtse caravaggisten gezien, in Vlaanderen dus de Gentse caravaggisten. Over Janssens is geen informatie bekend van zijn opleiding, slechts dat hij in de periode 1619-1620 in Rome verbleef. Tijdens zijn verblijf in Italië kwam Janssens in contact met Utrechtse caravaggisten als Dirck van Baburen, Gerard van Honthorst en Hendrick ter Brugghen. Hun werk beïnvloedde hem stilistisch. Hij werd ook beïnvloed door het werk van Bartolommeo Manfredi (Ostiano, ca. 1587 – Rome, ca. 1620/1621), die waarschijnlijk een leerling was van Caravaggio en een grote rol speelde in de verspreiding van het caravaggisme. Janssens bracht de Caravaggiaanse stijl in 1621 met zich mee naar Gent. Hier werd hij direct als meester toegelaten tot het Gentse Sint-Lucasgilde. In de jaren 1634, 1635 en 1646 was Janssens de deken van dat gilde. Op 29 augustus 1623 trouwde hij met Petronilla de Rop, met wie hij 6 kinderen had. Hij kreeg in Gent vooral opdrachten voor altaarstukken. Zijn belangrijkste onderwerpen waren namelijk Bijbelse en in mindere mate mythologische thema’s, die hij op groot formaat schilderde. Zijn favoriete thema’s waren Christus met doornen gekroond en de geseling van Christus. Een van zijn meesterwerken is Het martelaarschap van Sint Barbara (dat in feite gaat over Sint-Agatha) in de Sint-Michielskerk in Gent. Zijn werk voldeed aan de voorschriften van de Contrareformatie en de barok met haar nuchter realisme en dramatische effecten met verborgen licht dat schijnt op de menselijke figuren. Het doel van de schilderijen was een sterke emotionele impact bij de beschouwer teweeg te brengen. In 1623 schilderde Jan Janssens het thema van Cimon en Pero, wat bij hem de titel Caritas Romana meekreeg. Het is een van de eerste keren dat het thema op een manier is uitgewerkt die dicht bij het verhaal past. Bij George Pencz was de voorstelling gesitueerd in de 16e eeuw en deed niets denken aan een ondervoede man in de gevangenis. Dat is bij Janssens wel het geval en deze opzet zou door tijdgenoten navolging krijgen.

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: