ANDRÉ KERTÉSZ 1
André Kertész (Boedapest, 2 juli 1894 – New York, 28 september 1985) was een uit Hongarije afkomstig fotograaf, die daar als Andor Kertész werd geboren. Hij was de zoon van de Joodse boekhandelaar Lipót Kertész, die wilde dat zijn zoon in het bankwezen ging werken. Andor ging dan ook eerst van 1910 tot 1912 naar de handelsacademie in Boedapest. Zijn vader was toen in 1909 aan tuberculose overleden., waarvan Lipót Hoffmann, de broer van zijn moeder, als voogd zijn opvoeding op zich nam. Andor was de tweede van drie zoons; de jongere broer van Imre Kertész, die in 2002 de Nobelprijs voor literatuur zou krijgen, en Jenõ Kertész, zijn oudere broer waarvan hij later vele foto’s zou maken. In 1912 kreeg Andor van zijn moeder zijn eerste camera, waarschijnlijk vanwege zijn afstuderen aan de handelsacademie. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij dienstplichtig in het Oostenrijks-Hongaarse leger. De foto’s aan het front die hij in 1915 maakte zijn de oudst van hem bewaard gebleven foto’s. in datzelfde jaar raakte hij aan het font ook gewond en hield er een gedeeltelijk verlamde arm aan over. In 1916 won hij zijn eerste prijs met een zelfportret en in 1917 publiceerde hij zijn eerste foto’s in het fototijdschrift Érdekes Újság. Eind 1918 ging het grootste deel van zijn negatieven verloren tijdens de Hongaarse revolutie, die uitbrak na het mislukken van de regering van graaf Mihály Károlyi in de nieuwe onafhankelijke Democratische Republiek Hongarije, die was ontstaan na de val van het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije. Na minder dan zes maanden werd Károlyi ontslagen door een coalitie van sociaaldemocraten en communisten. Van 21 maart tot 6 augustus 1919 was er de Hongaarse Radenrepubliek onder onder leiding van Béla Kun. Het was de eerste communistische regering die gevormd werd in Europa na de Oktoberrevolutie in Rusland, waarbij de bolsjewieken de macht kregen in dat land. Na vier maanden viel de Radenrepubliek uiteen toen het Roemeense leger Boedapest bezette. De opvolger van de Radenrepubliek was de kortstondige Hongaarse Republiek. Andor Kertész zou in de loop van 1919 uit her leger worden ontslagen en terugkeren naar Boedapest. Daar ontmoette hij op het kantoor waar beiden werkte Erzsébet Salamo, met wie hij in het huwelijk zou treden. In 1922 ontving hij een erediploma van het Hongaarse Fotografische genootschap. Als fotograaf ontdekte Kertész de schoonheid van het lichaam in combinatie met de beweging en gevoeligheid van spiegelend licht.
In 1925 trok Kertész naar Parijs en ging daar fotograferen voor diverse vooraanstaande kranten en tijdschriften, zoals de Berliner Illustrierte en de London Times. Erzsébet was er zijn trouwe metgezellin, maar toch gingen zij uit elkaar en in 1928 trouwde Kertész met Klein Rózsa, een Hongaarse landgenote die in hetzelfde appartementsgebouw woonde. In Parijs wijzigde hij ook zijn voornaam van Andor in André. Hij raakte bevriend met zijn landgenoot Brassaï, die hij aanzette om zich ook volledig te richten op de fotografie, en maakte kennis met Mondriaan, Man Ray en het surrealisme rond Breton. Van Mondriaan maakte hij hert beroemde stilleven met twee brillen. In 1927 had hij zijn eerste solotentoonstelling in galerie ‘Au Sacre du Printemps’. In 1928 exposeerde hij samen met Man Ray en Nadar in ‘Salon de l’Escalier’ aan de Champs-Élysées. Daarnaast werkte hij veel voor de kunsttijdschriften VU van Leon Vogel en Art et Médecine. Vanaf de jaren dertig publiceerde hij diverse fotoboeken, met het alledaagse Parijse straatleven als belangrijkste thema, vaak met veel aandacht voor schaduwwerking.
In 1936 emigreerde Kertész naar de Verenigde Staten en in 1944 werd hij Amerikaans staatsburger. Hij werkte voor gerenommeerde tijdschriften zoals Vogue en Harper’s Bazaar. Toen hij na de oorlog zijn negatieven uit Frankrijk probeerde naar de Verenigde Staten te halen bleken deze grotendeels vernietigd. De tweede maal dat bijna zijn gehele archief vernietigd werd. Van 1949 tot 1962 werkte hij vrijwel uitsluitend voor tijdschriften van de New Yorkse Condé Nast Publications. Na een ernstige ziekte beëindigde hij in 1962 zijn professionele carrière. Wel bleef hij tot aan zijn dood nog kunstfoto’s maken op persoonlijke titel, altijd in zwart-wit. Hij overleed in 1985, 91 jaar oud.
.
.
.