AL STEWART
Al Stewart schreef een geweldig nummer over reïncarnatie, wat de religieuze of filosofische opvatting is dat het niet-lichamelijke deel van een levend wezen (de ziel of geest) na de dood niet verdwijnt maar opnieuw in een ander levend wezen geboren wordt. Vaak wordt gedacht dat het een gedachte is die voortgekomen is uit het hindoeïsme,maar in werkelijkheid hebben alle culturen en geloven dit geloof in de zielsverhuizing wel gekend. Het is weinig bekend maar aanvankelijk geloofden ook christenen in reïncarnatie. Het idee behoorde zelfs tot de officiële leer van de kerk. Pas bij het tweede Concilie van Constantinopel in 553 besloot men om zielsverhuizing te schrappen. Reïncarnatie geeft mensen immers een kans om fouten uit het huidig leven in het volgende te herstellen. Dit paste niet langer in het kraam van de katholieke machthebbers. De kerk wilde steeds meer grip en invloed op de ongeletterde en ongeschoolde massa hebben, dus moesten de gelovigen voortaan sidderen en beven voor het hiernamaals. Geen tweede kans meer om blunders uit het huidige leven te herstellen. Voor fouten en zonden bestonden nog de hel of in het gunstige geval een langdurige kwelling in het vagevuur. De gedachte aan reïncarnatie wint weer aan populariteit, hoewel de meesten het nog steeds de reinste onzin vinden. Na de dood lig je toch gewoon in een graf en meer is er niet? Waarom zou er meer zijn? Maar is het geen mooie gedachte dat men in een vorig leven beroemd en rijk is geweest, dat men toen een avontuurlijk leven had, dat men … alles had en beleefde dat men nu ontbeert. Is het ook geen mooie verklaring om soms vage déjà vu-ervaringen te verklaren. Zeker weten dat je hier nog nooit bent geweest en toch zo’n sterk gevoel heeft dat alles bekend voor komt. Ben ik hier misschien in een vorig leven geweest. Al Stewart schreef er een nummer over, uiteraard over een muzikant die op op het podium meent van alles en nog wat vaag te herkennen. Hieronder ook de integrale tekst van One Stage Before.
.
.
It seems to me as though I’ve been upon this stage before
And juggled away the night for the same old crowd
These harlequins you see with me, they too have held the floor
As here once again they strut and they fret their hour
I see those half-familiar faces in the second row
Ghost-like with the footlights in their eyes
But where or when we met like this last time I just don’t know
It’s like a chord that rings and never dies
For infinity
And now these figures in the wings with all their restless tunes
Are waiting for someone to call their names
They walk the backstage corridors and prowl the dressing-rooms
And vanish to specks of light in the picture-frames
But did they move upon the stage a thousand years ago
In some play in Paris or Madrid
And was I there among them then, in some travelling show
And is it all still locked inside my head
For infinity
And some of you are harmonies to all the notes I play
Although we may not meet still you know me well
While others talk in secret keys and transpose all I say
And nothing I do or try can get through the spell
So one more time we’ll dim the lights and ring the curtain up
And play again like all the times before
But far behind the music you can almost hear the sounds
Of laughter like the waves upon the shores
Of infinity