DE DRIE GRATIËN – 045
Lovis Corinth (Tapiau, Oost-Pruisen, 21 juli 1858 – Zandvoort, 17 juli 1925) was een Duitse schilder en graficus, die geldt als een belangrijke vertegenwoordiger van het Duitse impressionisme. Hij bezocht het gymnasium in Koningsbergen. Vanaf 1880 bezocht Corinth, wiens talent al op jeugdige leeftijd was ontdekt, de Münchener Academie. Deze opleiding kon wedijveren met Parijs, dat op dat moment hét Europese centrum van de avant-gardistische beweging was. In München onderging hij de invloed van de School van Barbizon en Gustave Courbet, zoals destijds in München werd geïnterpreteerd. Zijn vroege werk was nog naturalistisch. Hij maakte een studiereis naar Parijs en keerde in 1891 weer terug naar München, waar hij een later de Münchener Academie verliet om zich aan te sluiten bij de Münchener Sezession. In 1894 werd hij lid van die freie Sezession en in 1899 nam hij deel aan de eerste door de Berliner Sezession georganiseerde tentoonstelling. Een jaar later verhuisde hij naar de hoofdstad, waar hij een solo-expositie kreeg. In 1902 opende de 43-jarige schilder een schilderschool voor vrouwen en huwde met zijn eerste leerlinge, de twintig jaar jongere Charlotte Berend. Zij werd zijn muze, zijn geestelijke partner en de moeder van zijn twee kinderen. Ze had een sterke invloed op hem en het familieleven werd een belangrijk thema in zijn werk.
Lovis Corinth stond aanvankelijk afwijzend tegenover de expressionistische beweging, maar na een beroerte in 1911, waardoor hij gedeeltelijk verlamd raakte en met behulp van zijn vrouw weer moest leren schilderen, werd zijn stijl losser en begon zijn werk meer kenmerken van het expressionisme te vertonen. Zijn gebruik van kleur werd levendiger en de door hem vervaardigde portretten en landschappen kregen een uitzonderlijke levendigheid en kracht. In deze fase van zijn leven maakte Corinth zijn bekendste schilderijen, de Walchensee-landschappen, die volgens velen ook zijn beste werk zijn.
In 1925 maakte Corinth een reis naar Nederland om de werken van zijn favoriete Hollandse Meesters (Frans Hals en Rembrandt van Rijn) te bekijken. Hij kreeg longontsteking en stierf in Zandvoort, vier dagen voor zijn 67e verjaardag. Corinth werd in Berlijn begraven.
Door de nationaalsocialisten werden de werken van Corinth zeer kritisch beoordeeld. Vooral de meer expressionistische werken uit zijn laatste levensjaren werden als Entartete Kunst aangemerkt en tijdens de grote Reinigung der musea in 1937 werden 295 van zijn werken inbeslaggenomen. Ze werden later in Zwitserland geveild of gingen zijn verloren. Enige werken werden in München geëxposeerd op de Ausstellung Entartete Kunst. Zijn schilderij Drei Gratien uit 1904 was voor de Tweede Wereldoorlog in het bezit van een familie Levy. In 1940-41 was het eigendom van The Buchholz Gallery in New York, in 1949 verhuisde het naar het Kunstmuseum Bern en vanaf 1949-1950 is het bezit van de Bayerische Staatsgemäldesammlungenk in Museum. Het is jaren later onderzocht om te bepalen of het op rechtmatige manier in het bezit is gekomen van de respectievelijke naoorlogse eigenaren. Daarbij is niets onrechtmatigs geconstateerd.