IMAN DOZY
Iman Dozy (Fort Willem I, Ambarawa, 10 mei 1887 – Leiden, 14 mei 1957) was een blonde, krachtig ogende voetballer, die was opgeleid bij Excelsior, maar in 1901 al op veertienjarige leeftijd als invaller zijn debuut maakte bij Ajax Leiden, officieel de Leidsche Cricket- en Football-Club Ajax. Deze club werd op 1 juni 1892 opgericht, als fusie van de Leidse Studentenclub en de verenigingen Achilles, LCC, Rood-Wit en De Sikken. De club was sinds 1897 aangesloten bij de Nederlandse voetbalbond en was toen een van de sterkste vaderlandse clubs. In 1899 werd het kampioen van de Tweede Klasse na alle twaalf wedstrijden te hebben gewonnen en te eindigen met het doelsaldo 64-4. Tussen 1899 en 1910 spellde men elf seizoenen mee in de hoogste nationale competitie. Iman Dozy zou het merendeel van die jaren voor Ajax Leiden uitkomen en in totaal 175 wedstrijden voor de club uitkomen. De club haalde haar grootste succes door zich in 1900 te plaatsen voor de finale van de Nederlandse beker, die toen voor de tweede maal werd gespeeld. Ajax Leiden verloor echter deze finale met 3-1 van het Bredase Velocitas. In dat jaar 1900 gaven de Leidenaren toestemming aan een kleine Amsterdamse club om ook de naam van de Griekse held te mogen gebruiken. Dat AFC Ajax zou het nog ver schoppen. De Leidse club fuseerde in 1918 met LAV De Sportman en ging verder onder de naam Ajax Sportman Combinatie (ASC)
Dozy was een allrounder. Hij was een van de eerste spelers die op bijna elke positie inzetbaar was. Hij speelde oorspronkelijk in de achterlinie, maar werd later spil. Bij zijn debuut in het Nederlands Elftal op 1 april 1907 in Den Haag, een wedstrijd die met 8-1 kansloos van de Engelse amateurs werd verloren, was hij links-middenvelder. Bij zijn laatste interland op 21 december 1907 in Darlington, opnieuw tegen de Engelse amateurs en opnieuw met een flinke nederlaag (12-2) was hij linksbuiten. Het Nederlands Elftal droeg toen voor het eerst een oranje shirt. Dozy speelde verder twee interlands tegen België. Op 14 april 1907 in Antwerpen werd met 3-1 gewonnen en op 9 mei 1907 wonnen de Belgen met 2-1 in Haarlem. Dozy speelde ook met regelmaat een wedstrijdje mee bij een andere club. Daar deed de bond indertijd niet moeilijk over. Met HFC Haarlem deed hij mee aan een toer door Duitsland en speelde hij mee tegen Chelsea. Met HVV speelde hij wedstrijden in Oostenrijk. In de jaren twintig en dertig speelde hij bij ASC wedstrijden in de cricketcompetitie. In 1927 werd Dozy voorzitter van Ajax Sportman Combinatie; in 1952 werd hij door ACV benoemd tot erevoorzitter.
Dozy beëindigde zijn voetbal- en interlandcarrière op een manier die typisch voor die tijd kan worden genoemd. In 1907 speelde hij nog vier interlands, maar toen hij begin 1908 een examen had afgerond, vertrok hij nar Nederlands-Indië waar hij een baan als controleur kreeg. Vanwege gezondheidsproblemen verbleef hij in 1909-1910 een tijd in Zwitserland. Uiteindelijk zou hij tot 1926 in de tropen werkzaam zijn en daarna terugkeren naar Leiden. Dozy begon toen een studie tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Leiden en de Universiteit Utrecht. Vanaf 1935 was hij als tandarts werkzaam in Scheveningen en later in Rotterdam. In 1920 huwde hij voor het eerst in Bandoeng, maar scheidde in 1930 in Den Haag. In 1940trouwde hij voor de tweede maal. Iman Dozy werd begraven op begraafplaats Groenesteeg in Leiden.
9 mei 1907, Nederland – België (1-2)
Sportpark Koninklijke HFC, Haarem, 10.000 toeschouwers
Staand van links naar rechts: Toine van Renterghem (HBS), Willem Janssen (PW), Pieter Boelmans ter Spill (HFC), Constant Feith (HVV) en Guus Lutjens (HVV). Zittend middelste rij: Iman Dozy (Ajax Leiden), Karel Heijting (HVV), John Heijning (HVV, aanvoerder) en Reinier Beeuwkes (DFC). Zittend voorste rij: Ben Stom (Velocitas Breda) en Louis van Gogh (HFC).