JAC. VAN LOOY – DE DOOD VAN DEN OUDEN TRITON (1895)
Begin 1895 schilderde Jac. Van Looy zijn poes in het schilderij Witte poes in een open raam. Hij gebruikte opvallend lichte kleuren en brede, vlotte penseelstreken, waardoor het erg zomers voorkomt. Het zonlicht wordt weerkaatst door de borst van de poes. Normaal gesproken schilderde Van Looy in tamelijk donkere kleuren. Om onduidelijke redenen heeft hij dit werk nooit helemaal afgemaakt, zodat het beperkt is gebleven tot een schetsmatige opzet. Deze impressionistische werkwijze was voor tijdgenoten zoals Isaac Israëls en George Hendrik Breitner erg gebruikelijk, maar voor Van Looy juist erg ongebruikelijk, want hij had een duidelijke voorkeur voor meer doorwerkte schilderijen. er ontbreekt dus ook een vernislaag.
Wellicht kon hij het werk niet afmaken omdat hij in september 1895 met zijn echtgenote Saskia van Gelder afreisde naar Londen. Daar bezocht hij onder meer op Leicester Square het Empire Theatre bezoekt en schreef er dit gedicht over de Griekse zeegod Triton. Bij terugkeer wachtte hem veel werk voor het nieuwe Tweemaandelijksch Tijdschrift voor letteren, kunst, wetenschap en politiek, waarvan in september 1895 de eerste uitgave zou verschijnen, en daarna kan simpelweg de belangstelling voor dit tussendoor-schilderij van zijn poes verflauwt zijn.
,
De dood van den ouden Triton
Naast zijnen horen lag hij aan de zee.
– Het ebbe-strand beschimd van bekkeneelen**
Wat wind ging door zijn wier-baard, over vele
Verharde krinkels en gepekeld wee.
Zijn groenige oogen bràken naar de zee,
Hij aêmde ’t al nog in ’t wriemlen der deelen,
Hij hoorde verre, vochte liedren spelen
Op ’t momplen der verduisterende zee…
Stil lag daar d’oude bruiser. Stil niet was ’t,
Het hoofd door zooveel zeeën overplast,
Schelp-ruischte ’t warrel-woelen van zijn wereld
Waar hij zoo lang zijn’ Liefde had bepereld…
Zoo stil de vloed, zoo wonder was de dag,
Toen hij daar lag met zijnen dooden lach.
Londen. Sept. 1895.
(** schedels)