EEN FILOSOOF VAN DE KOUDE GROND

Scheveningen strand 1914De betekenis van de uitdrukking is: ‘van weinig betekenis’ en is ontleend aan de tuinbouw, waar onder ‘de koude grond’ de onbeschutte moes- of tuingrond wordt verstaan en een tegenstelling is ontstaan met de kunstmatig verwarmde broeikassen, waarin alles sneller groeit en meer zorg aan de productie zou worden besteed. Gewassen op de koude grond daarentegen zouden weinig zorg krijgen en ook nog eens van personen die minder onderlegd of voorbereid zijn. Alsof de traditionele manier van landbouw bedrijven niet meer was dan kijken hoe de planten groeiden die gewoon buiten in de grond stonden en op een gegeven moment geoogst moesten worden. Alsof daarvoor ook geen deskundigheid noodzakelijk was.

Dat ‘van de koude grond’ kan eigenlijk overal voor geplakt worden. De meest gebruikte toevoegingen zijn tegenwoordig echter bij psychologie en filosofie. Psychologie van de koude grond staat dan gelijk aan ‘amateur-psychologie’ of ‘onbeduidend gepsychologiseer’. Op 17 januari 1968 kwam de uitdrukking Psychologie van de koude grond voor het eerst in de krant toen De Telegraaf in een recensie over het laatste boek van Harry Mulisch schreef: ‘Dit geschrift van Mulisch druipt eenvoudig van zelfingenomenheid, pseudofilosofie en psychologie van de koude grond.’

F.A. Stoett geeft in zijn ‘Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)’ de volgende omschrijving aan de uitdrukking: ‘Van den kouden grond in eene zegswijze als: een dichter, een philosoof van den kouden grond, d.i. van weinig beteekenis. Het beeld is ontleend aan den tuinbouw, waar men onder den kouden grond verstaat den onbeschutten moes- of tuingrond in tegenstelling van kunstmatig verwarmd terrein, een trekkas, een broeikas. In de laatste worden bloemen en vruchten met zorg gekweekt; in de open lucht, op den kouden grond wordt er minder zorg aan besteed. Vandaar wordt in oneigenlijke toepassing van den kouden grond gezegd van personen, die niet goed onderlegd of voorbereid zijn, aan hunne ontwikkeling niet alle zorg hebben besteed; onbeduidend in hun soort zijn: poover. Vgl. Harreb. II, LXXXIII: Het is een Latinist van den kouden grond; Lvl. 89: De zanger van den kouwen grond; Falkl. IV, 110: Zulk een kwibus, zulk een komiek van den kouden grond te begeleiden was moordenaarswerk; Het Volk, 17 April 1914, p. 2 k. 3: De eerste de beste ouderling te beslissen over een inzicht op grond van jarenlange akademische studie. Dit is inderdaad wel een ‘kultuur van den kouden grond’; Nkr. IX, 26 Juni p. 6: Mijnheer Chagrijn was anti-revolutionair. Booze tongen vertelden, dat-ie ’n anti van den kouden grond was, omdat ie niet in de kerk kwam. – Dat ook de eerste beteekenis ‘niet gekweekt’, ‘van nature’ nog gevoeld wordt, blijkt uit hetgeen W. Kloos van Mr. C. Vosmaer zegt: ‘Als ik met éen woord moest zeggen, wat Vosmaer voor een dichter is, dan zou ik zeggen, dat hij een Socrateskunstdichter is. Niet in den zin, zooals men kunstlicht en kunstboter, en kunstbeenen heett. Want een kunstdichter is toch après tout een dichter, die echt is; alleen maar is ’t geen dichter van den kouden grond. ’t Is een ongemeene plant, gekweekt in de kassen, van een gladde reinheid en sierlijke deftigheid, maar die dan ook de frissche groening en zelfsgewilde uitgroeiing mist van de vrijtierende planten in de buitenlucht.’Ga naar voetnoot2) In het Westvlaamsch spreekt men van: een filosoof uit een helletje erwten (De Bo, 419 b); in Friesland: in spul fen kâlde foetten.’

Een aardig artikel trof ik aan op de website Waan van de dag, dat in februari 2004 onderstaan artikel ‘Filosofie van de koude grond’ plaatste van Johannes Wijdeveld; ‘Het vak filosofie op de basisschool is nooit goed van de grond gekomen. Wat wil je ook! Jonge kinderen zijn echte wijsgeren. Zo zijn ze experts op het gebied van de ontologie en de dialectiek. Een onderwijzer moet zich wel heel goed hebben voorbereid wil hij een dialoog op niveau met ze kunnen voeren. Het aansnijden van filosofische vraagstukken is meestal geen succes omdat hij zijn huiswerk niet goed heeft gedaan. De leerlingen hebben meteen door dat er maar wat in de ruimte wordt gekletst en hun aandacht is weg. Al snel zijn de kansen verkeken. Want steeds meer is er de zachte dwang van ouders om naar allerhande rotzooi op tv te kijken. Anders kunnen hun kinderen niet meepraten met leeftijdgenootjes. En zo worden ze ingewijd in de Idols-filosofie en gekonfronteerd met de waansystemen van Jomanda en Goede Tijden Slechte Tijden. Dan is alles verloren. Waartoe zijn wij op aarde? Om ons huis vol te stoppen met spullen van Blokker en Kruidvat of van Jan des Bouvrie. Gaat onze hond naar de hemel? Alleen als je de premie op tijd hebt betaald. Wat is geluk? Een overvolle camping met alleen Nederlanders. Hoe lang is eeuwig? Zolang als het duurt, toch?’ Het heeft nog niks aan waarde verloren.

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: