HARM SMITS (30 januari 1923)

Harm Smits (Amsterdam, 30 januari 1923 – Duffel, België, 12 februari 1988) was een Amsterdamse coureur met een zeer bescheiden palmares. Hij begon bij de Amsterdamse wielervereniging ARC Ulysses en was direct na de oorlog een van de sterkste amateurs, maar na de overstap naar de profs kon hij deze belofte niet helemaal inlossen. Hij was beroepsrenner tussen 1947 en 1959 en alleen al de opsomming van ploegen waarvoor hij reed is een aardige indicatie dat hij geen hoogvlieger was en waarschijnlijk elk jaar weer blij was ergens onderdak te hebben gevonden: Individueel (1947, 1953, 1956, 1958 en 1959), Végé en Dilecta-Louvet-Wolber (Fr, 1948), Joco (1949), Garin-Wolber (Fr, 1950), RIH, Patria WKC (Dui) en Ceylon-Joco-Pontiac (1951), Express (Dui) en Odol (1952), Determeyer en Feru (Zw, 1954), Dossche Sport-Titan (Bel, 1955) en Radium-RIH (1957).

Harm Smits reed in zijn carrière nooit de Tour de France, nooit de Giro en nooit de Vuelta. Bij slechts drie wielerklassiekers stond hij ooit aan de start: In 1949 werd hij 71e in Parijs-Brussel, in 1950 eindigde hij als 59e in Luik-Bastenaken-Luik en in 1951 was hij 22e in Gent-Wevelgem.
Hij haalde de meeste overwinningen in 1952 toen hij een etappe won in de Ronde van Duitsland en dagzeges had in Roosendaal, Eede en Wouw. De eindstand van die laatste koers op 21 september 1952 laat zien dat het deelnemersveld van bescheiden allure was: 1. Harm Smits (Antwerpen) 130 km in 3.33.38; 2. Brinkman (Maas­land); 3. v., d. Zande (Halsteren); 4. Loos (Amsterdam); 5. Buuron (Bergen op Zoom); 6. Grist (Soest); 7. Bijster (Amsterdam); 8, Maas (Geldrop); 9. Steenbakkers (Den Bosch); 10, Schoenmakers (Eindhoven); 11. Ewers (Wormerveer); 12. Mangelaars (Hoogerheide); 13, Hulshof (Den Bosch). Hij staat hier al genoemd als inwoner van Antwerpen, want al vroeg in zijn wielerloopbaan hing Smits in België wonen. Hij zou er ook niet meer vertrekken.

Harm Smits 4Op het eind van zijn carrière besloot hij zich op de baandisciplines te gaan toeleggen. De inspiratie kwam wellicht door de overwinning in 1953 van de Koppelkoers Berlijn, samen met zesdaagsecanon Cor Bakker. Het hoogtepunt in zijn loopbaan moet ongetwijfeld de zege zijn geweest in 1957 van de Zesdaagse van Chicago, samen met Peter Post. Hij zou in totaal elf zesdaagsen rijden. In 1958 werd hij als stayer derde op het Nederlands kampioenschap achter Wout Wagtmans en Martin Wierstra. Na zijn fietsloopbaan werd hij gangmaker in derny’s.

Fred van Slogteren schreef in eind 2016 over hem: ‘Harm Smits kwam uit een echte Amsterdamse wielerfamilie, met allemaal trouwe leden van de wielervereniging ARC Ulysses. Bij hem thuis kwamen alle wielrenners van Amsterdam over de vloer omdat zijn vader tubes repareerde. Zo raakte Hampie besmet met de wielerbacil. Hij was een heel goede amateur, die een van de vier musketiers was. Dat was de benaming van vier sterke amateurrenners, die een combientje niet schuwden. Gerrit Voorting, Piet de Vries, Gerrit van Beek en Harm Smits waren in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog zo sterk dat ze het in de criteriums op een akkoordje gooiden om maar aan geld te komen, want iedereen in die tijd was straatarm. Zo wonnen ze veel en ze verdeelden steeds de verdiensten, terwijl ze officieel niets met elkaar te maken hadden. Het viertal reed bij voorkeur in België en in Zeeland. Daar werd onder de tafel het meest betaald. Als prof kon Harm zijn belofte niet waar maken en een topper is hij dan ook niet geworden. Hij reed op de weg en op de baan en zelfs als stayer achter de grote motor. In 1958 bereikte hij in die discipline het podium bij het NK door derde te worden achter Wout Wagtmans en Martin Wierstra. Hij reed ook elf zesdaagsen en hij was de koppelgenoot van Peter Post toen die in Chicago zijn eerste SIX won. Post won er daarna nog 64, terwijl het voor Smits bij die ene is gebleven. Al tijdens zijn carrière vestigde hij zich in het Belgische Nijlen, waar hij – meen ik – iets in landbouwmachines is gaan doen. Hij werd ook een bekend dernygangmaker in de zesdaagsen, een ambacht dat later door Joop Zijlaard tot kunst is verheven. Hoewel hij al weer 28 jaar niet meer onder ons is, leeft zijn naam voort in de Harm Smits Beker, een wisseltrofee die nog elk jaar wordt betwist door de jeugdleden van Ulysses die daar elk voorjaar in een tijdrit om strijden. Harm Smits overleed op 13 december 1988 op 65-jarige leeftijd.’

Harm Smits in Wouw

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: