PLUIMEN IN DE WIND WAAIEN
.
Pluimen in de wind waaien heeft als betekenis: iets doen zonder na te denken.
Het lijkt een compleet vergeten spreekwoord te zijn, want ik kan me niet herinneren het ooit gehoord te hebben of in een tekst te zijn tegengekomen. Zelfs de onvolprezen W.A. Stoett vermeldde het niet in zijn standaardwerk Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925). Er is verder ook geen enkel ander spreekwoord te achterhalen met daarin het meervoud ‘pluimen’ en slechts drie spreekwoorden met ‘pluim’, steeds in de betekenis van ‘compliment’: een pluim krijgen/geven, iemand een pluim op zijn hoed steken en liever brood in de zak, dan een pluim op de hoed (wat betekent dat men van eer niet kan leven). Verdere kennen we nog het gezegde ‘vogels van diverse pluimage’.
Verder komt ‘pluim’ nog voor in drie Belgische dialecten. Uit Wichelen bij Gent schijnt het gezegde ‘Ge kent ‘em van oar noch pluim’ (het is een onbekende voor jou) te stammen en uit Ieper is ‘Lat ze moa vliegen, ze zint pluim niet weirdt (je mag gerust windjes laten) afkomstig.
Op het schilderij Nederlandse Spreekwoorden van Breugel staat het gezegde bovenin, in het midden: