LODEWIJK PIETER KRIJGER
In de vier nummers in juni 1945 – De Zwerver 47 (3 juni 1945) tot De Zwerver 50 (29 juni 1945) – stonden in totaal 71 oproepen (er is genummerd tot 72, maar nr. 39 is per ongeluk overgeslagen) over personen waarvan nog steeds niet bekend was of zij nog leefden en zo ja, waar ze dan verbleven. De oproepen waren steeds voorzien van de toevoeging met spoed te berichten aan het Centraal Bureau van de LO-LKP indien men nuttige informatie kon verstrekken. Zie hier voor het overzicht van de 71 oproepen.
In De Zwerver nummer 49 van 22 juni 1945 verscheen de volgende oproep: ‘Ir. L. P. Krijger. 20 Aug. 1944 door Landwacht in Obdam b, Alkmaar gearresteerd. Zou begin Sept. ’44 nog in kamp Amersfoort gezeten hebben’.
Lodewijk Pieter Krijger (Rotterdam, 5 mei 1897 – Neuengamme, 28 november 1944) was een ingenieur die op 1 november 1921 in Rijswijk was getrouwd met Eva van den Broek (Hellevoetsluis, 22 november 1896). Het echtpaar woonde bij het begin van de oorlog in Santpoort. Op 4 mei 1942 werd hij op zijn werk op last van de bezetter door twee Nederlandse rechercheurs opgehaald, zonder verder mededeling te doen. Men was zeer vriendelijk, want Krijger kreeg eerst gelegenheid afscheid te nemen van zijn echtgenote, kreeg op het politiebureau in Velsen een warme maaltijd en mocht voor een tweede keer even langs huis voordat hij werd overgebracht naar het politiebureau in Alkmaar. ‘De belangstelling op de Kanaalkade deed mij daarbij veel goed. In Alkmaar werd ik door veel lotgenoten uit de stad en omgeving begroet’. Daarna ging het gezelschap onder grote publieke belangstelling verder, met onbekende bestemming. In de periode 4 mei 1942 tot 8 april 1943 was hij als een van de honderden gijzelaar geïnterneerd in het gijzelaarskamp Beekvliet in St. Michielsgestel. Dat kamp was die dag geopend, gevestigd in het kleinseminarie Beekvliet. De eerste bewoners waren 460 Todeskandidaten, vooraanstaande Nederlanders die eerder die dag waren opgepakt: politici, burgemeesters, hoogleraren, geestelijken, advocaten, schrijvers en musici. De nazi’s dachten met deze mensen als onderpand het verzet konden beteugelen. Het kampregime was erg licht, want de Duitse en Nederlandse bewakers hadden de opdracht om de gijzelaars met rust te laten zolang ze zich maar niet misdroegen. De gevangenen hoefden ook geen arbeid te verrichten en mochten zich binnen het kamp vrij bewegen. Lodewijk Krijger schreef over zijn verblijf in het gijzelaarskamp Beekvliet een dagboek, dat later in het bezit werd gesteld aan het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie.
Krijger werd na bijna een jaar weer in vrijheid gesteld, maar op 29 augustus gearresteerd, waarbij als reden in de Duitse documenten ‘werkweigering’ wordt gegeven. Lodewijk zat van 29 augustus 1944 tot 8 september 1944 gevangen in Kamp Amersfoort. Al na ruim een week werd hij op transport gezet naar het concentratiekamp Neuengamme. waar hij op 10 september zou aankomen en met kampnummer 49408 werd ingeschreven. Samen met hem werden nog twee andere gevangenen op 8 september 1944 op transport naar Neuengamme gezet en twee dagen later in het Duitse kamp ‘verwelkomt. Willem Frens (Amsterdam, 25 augustus 1922) was een opperman in de bestrating, die vanaf 25 februari 1943 werd gearresteerd en daarna gedwongen in Duitsland werkte. Op 22 augustus 1944 werd hij voor de tweede maal in Amsterdam gearresteerd, waarschijnlijk na de Arbeitseinsatz in Duitsland te zijn ontsnapt. Hij werd nu direct overgebracht naar Kamp Amersfoort. Hij zou op 6 april in KZ Neuengamme of het buitenkamp Dahlem overlijden. Gerrit Tronchet (Rotterdam, 3 maart 1
925), was een kantoorbediende die om de Arbeitseinsatz te omzeilen in hotel Antiek in het Limburgse Helden zat ondergedoken. Daar werd hij tijdens een razzia op 17 mei 1944 gevangengenomen en overgebracht naar Kamp Amersfoort. In Neuengamme overleed hij op 20 december 1944 aan een darmontsteking.
Het concentratiekamp Neuengamme, op ongeveer achttien kilometer ten zuidoosten van Hamburg, was op 13 december 1938 als dependance van Sachsenhausen geopend als provisorische huisvesting voor arbeiders-gevangenen voor de plaatselijke SS-steenfabriek te huisvesten. In juni 1940 werd Neuengamme een zelfstandig concentratiekamp met verspreid over Noord-Duitsland 92 Aussenkampen. Het kamp had geen gaskamers of vergelijkbare methoden om mensen massaal van het leven te beroven. Desondanks stierven er geschat 42.900 mensen door de onmenselijke toestanden in het kamp, waaronder epidemieën en gebrek aan voedsel. Tijdens de oorlog verbleven in Neuengamme ongeveer 106.000 mensen van vele nationaliteiten: krijgsgevangenen, gijzelaars, verzetsmensen, Joden, Sinti, homoseksuelen en Jehova’s Getuigen. Het aantal Nederlanders dat in Neuengamme gevangen heft gezeten wordt geschat op 6.950 personen (waaronder honderden vroeg in de oorlog gearresteerde communisten, anti-Duitse politiemensen en 601 mannen van de vergeldings-razzia van Putten), waarvan vaststaat dat minimaal 3.500 personen hier zijn omgebracht en slechts 613 personen de oorlog hebben overleefd. Omdat de kampadministratie werd vernietigd is het onzeker wat met de resterende personen is gebeurd.
Op 5 mei 1948 werd in Velsen aan de Zeeweg een monument onthuld, dat nu op Plein 1945 staat. In dit monument werd een koker ingemetseld met daarin een perkamenten oorkonde waarop gekalligrafeerd de namen van de 244 omgekomen inwoners van Velsen. Bij de namen is een onderverdeling gemaakt, waarbij Krijger een van de acht ‘Illegale werkers omgekomen in de kampen’ is. De naam van Lodewijk Pieter Krijger staat ook vermeld op de bronzen plaquette die ligt bij de papierfabriek van Crown – van Gelder (voorheen papierfabriek Van Gelder en Zonen) in Velsen-Noord, ter nagedachtenis van de achttien werknemer van het bedrijf die in de oorlog om het leven kwamen. In Velsen is ook een Ir. Krijgerstraat en kreeg de Watervlietschool een nieuwe naam: Ir. L.P. Krijgerschool. Er zijn echter geen sporen te vinden waarin staat of Lodewijk Pieter Krijger daadwerkelijke verzetsactiviteiten heeft gedaan en zo ja, welke.

