JAN GOTTLIEB

In de vier nummers in juni 1945 – De Zwerver 47 (3 juni 1945) tot De Zwerver 50 (29 juni 1945) – stonden in totaal 71 oproepen (er is genummerd tot 72, maar nr. 39 is per ongeluk overgeslagen) over personen waarvan nog steeds niet bekend was of zij nog leefden en zo ja, waar ze dan verbleven. De oproepen waren steeds voorzien van de toevoeging met spoed te berichten aan het Centraal Bureau van de LO-LKP indien men nuttige informatie kon verstrekken. Zie hier voor het overzicht van de 71 oproepen.
In De Zwerver nummer 50 van 29 juni 1945 verscheen de volgende oproep: ‘Jan Gottlieb, geb. 13 Januari 1916, overgebracht naar Scheveningen op 12 October 1944.’

Hendrikus Martinus Jan Gottlieb (Den Haag, 13 januari 1916 – Waalsdorpervlakte, 6 november 1944) was de zoon van een Haagse politieagent, later rechercheur. Na eerst twee jaar de Mulo te hebben gevolgd, ging hij vier jaar lang naar de kleermakersschool. Na afronding van deze studie ging hij werken als gediplomeerd coupeur. In 1934 verbond hij zich als aspirant voorgeoefend sergeant bij het Landstormverband ’s Gravenhage van de Vrijwillige Landstorm. Deze organisatie was aan het begin van de Eerste Wereldoorlog (1914) opgericht voor vrijwilligers bij het Nederlandse leger en gericht op het verdedigen van Nederland. Aanvankelijk lag de focus op het beschermen tegen een mogelijke socialistische revolutiepoging, maar vanaf begin jaren dertig zag men als grootste gevaar het nationaalsocialisme vanuit Duitsland en de opkomst van de NSB in eigen land. De Vrijwillige Landstorm groeide uit tot een grote organisatie ‘om steun te geven aan het wettige gezag’ met bijna 100.000 leden, verdeeld over ongeveer 1.300 steden en dorpen. Er werd wekelijks geoefend met schieten en er waren jaarlijkse landdagen met grote opkomst. In mei 1940 vocht de Vrijwillige Landstorm met ongeveer 42.000 man mee met het Nederlandse staande leger van 240.000 man tegen de binnenvallende Duitse troepen. Honderden vrijwilligers komen bij de gevechten om het leven. Na de capitulatie werd de Vrijwillige Landstorm door de bezetter opgeheven.

Jan Gottlieb 1Nadat Gottlieb een ‘Bewijs van Voorgeoefendheid’ te hebben behaald, werd hij in november 1935 bevorderd tot landstormkorporaal. In 1936 werd hij als dienstplichtige ingelijfd bij de Regiment Grenadiers te Den Haag, waarmee hij de Vrijwillige Landstorm vaarwel moest zeggen. Vijf maanden later ging hij met groot verlof, maar al in november tekende hij bij hetzelfde Regiment Grenadiers als vrijwilliger een contract voor zes jaar als sergeant-capitulant (een capitulant was een vrijwillige onderofficier). Conform het Capitulantenreglement uit 1936 gaf dat na beëindiging van het dienstverband na zes jaar een garantie op een dienstbetrekking in overheidsverband. Op 24 augustus 1939 werd Jan Gottlieb in het kader van de algemene mobilisatie ingedeeld bij het 1e bataljon van het Regiment Grenadiers. In november 1939 trad hij als beroeps in dienst bij het regiment. Bij de Duitse inval in mei 1940 was Gottliebs regiment betrokken bij zware gevechten in de regio Den Haag, met name bij de herovering van de vliegvelden Ockenburg en Ypenburg. Per 15 juli 1940 kreeg hij eervol ontslag uit militaire dienst en trad hij in dienst bij de marechaussee als wachtmeester. Hij werd begin 1941 gestationeerd in Broek op Langedijk.

In Broek op Langedijk was hij betrokken geraakt bij de hulpverlening aan Joden en Engelse piloten die een onderduikadres moesten hebben. Hij werkte hier samen met de timmerman/ aannemer Jaap Balder (Broek op Langedijk, 7 augustus 1900 – Overveen, 16 juli 1944), die eind 1940 op eigen houtje aan illegaal werk was begonnen. Later richtte hij een plaatselijke Ordedienst (OD) op en nam actief deel bij onderduikactiviteiten van Joodse en niet-joodse onderduikers. Vanaf mei 1943 werd hij actief in het wegbrengen van gecrashte of neergeschoten geallieerde vliegers. Balder zou in juni 1944 worden gearresteerd, op 16 juli 1944 in de duinen van Overveen worden geëxecuteerd en in een massagraf worden gedumpt.  In Broek uit Langedijk werkte Jan Gottlieb ook samen met zijn verloofde Jopie Bohn uit Rijswijk, die zorgde dat de piloten en Joden in Broek op Langedijk terecht kwamen. Gottlieb en Balder zorgde voor de onderduik en in een latere fase voor verder vervoer via de ‘pilotenlijn’, waarvoor Gottlieb zijn marechaussee-uniform als handige dekmantel kon gebruiken om hen naar het eerste station in Amsterdam te brengen.

In mei 1943 werd hij overgeplaatst naar het parket van de Haagse rechtbank als parketwachter, waar zijn superieur op de hoogte was van zijn illegale activiteiten en hem ruimschoots de tijd gaf om zich daarmee bezig te houden. Hij bleef met name actief in het ondersteunen van Joodse en geallieerde onderduikers. Zo loodste hij de Australische piloot Reg. Samuel Giddy, die op 10 juni 1943 boven Noord-Holland was neergeschoten, naar een veilige locatie in Amsterdam. Giddy zou later door zijn copiloot zijn aangetroffen in een gevangenis in Parijs, dus waarschijnlijk op zijn verdere vlucht via de pilotenlijn in de val zijn gelopen. Voor deze hulp kreeg Gottlieb postuum het Eisenhower Certificate Grade V, nr. 1430. In Nederland zou hij nooit enige onderscheiding krijgen.

In Rijswijk kwam hij via Jaap Balder in contact met sigarenwinkelier Jaap Goedendorp, die erg actief in voor de KP-Westland. Goedendorp werd echter medio 1944 gearresteerd en op 4 september 1944 in Vught gefusilleerd. Vanaf dat moment gaat Jan Gottlieb (‘Blonde Henk’) deel uitmaken van de knokploeg van Willem Hanegraaf (‘Van Loon’). Over de activiteiten van deze verzetsgroep is al uitgebreid gememoreerd in het blog over Willem Hanegraaf. Ter aanvulling: op 24 september 1944 nam Gottlieb deel aan het verkennen van een terrein onder Zoeterwoude voor het plegen van een overval op een in de Vliet liggende schuit die geladen was met munitie en levensmiddelen voor Duitsland. Tijdens een schietpartij werd zijn compagnon, de ambtenaar Hein Lindeman, doodgeschoten. Gottlieb kon ternauwernood ontsnappen.

Arrestatie oktober 1944Op 12 oktober 1944 werd Gottlieb gearresteerd door de Sicherheitsdienst op het ‘verzetsadres’ Laan van N.O.-Indië in Den Haag. Onder de tientallen andere opgepakte behoorden zijn verloofde Jopie Bohn en verzetsvriend Willem Hanegraaf. Jopie werd al snel weer vrijgelaten, maar Hanegraaf en Gottlieb werden op 6 november 1944 op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd en in een anoniem massagraf begraven.

Op 3 augustus 1946 verscheen in De Zwerver, nr. 31 een In Memoriam voor zowel Willem Hanegraaf en Jan Gottlieb, waarvan inmiddels duidelijk was geworden dat ze op de Waalsdorpervlakte waren gefusilleerd, maar de exacte datum blijkbaar nog niet bekend was. In de aanhef werd abusievelijk de datum van 7 november 1944 vermeld. De tekst bij Jan Gottlieb luidde:
Als politieman, verbonden aan het parket, heeft hij niet geschroomd zijn jonge leven in te zetten voor de zaak der vrijheid. Al spoedig was hij buiten LO-verband bezig met het verzorgen van onderduikers en deed dit op keurige wijze. Zijn verloofde stond hem hierbij trouw terzijde. Nooit was hem iets teveel, wanneer hij de Duitsers de voet dwars kon zetten. Daarna had hij contact met de KP van „van Loon” en behoorde tot de beste leden van deze KP. Zijn pistool was snel en gewis. Onbaatzuchtig heeft hij ‘zich gegeven. Maar ook naar hem strekten de vingers der SD zich uit. We verblijdden ons allen op Dolle Dinsdag en in ons sloeg de verwachting omhoog. Nu kwam wellicht de vrijheid en als een loden last scheen alle druk van ons aJan Gottlieb 3f te vallen. Helaas kwam het juichen te vroeg en weinig vermoedden we die dag, welke zware tijd nog voor ons lag. Henk werd op de Laan van Nieuw-Oost-Indië gegrepen, tegelijk met zijn verloofde. Deze kwam na verloop van tijd weer vrij, maar Henk viel 7 November 1944 voor het vuurpeleton. De vijand moest van hem erkennen: „Jammer, van zo’n flinken vent”. Bij alle verhoren heeft hij gezwegen evenals „van Loon”, een zijner vrienden. Samen hebben zij gewerkt en samen zijn ze de dood ingegaan. God nam hem van ons, maar vergeten kunnen en willen we hem ni

Pas eind maart 1947 werden hun lijken en die van twintig anderen opgegraven. Gottlieb en Hanegraaf konden worden geïdentificeerd en werden herbegraven op Eerebegraafplaats Bloemendaal (vak/rij/nummer 49 herbegraven.

Dit item was geplaatst door Muis.