OORLOGSMONUMENT ONSTWEDDE 9
Het oorlogsmonument in de Hardingestraat in Onstwedde (gemeente Stadskanaal) bestaat uit een hardstenen tegel en een natuurstenen gedenksteen in een omlijstingsplateau van veldkeien. Op de tegel is in reliëf een kruisteken aangebracht. Het monument is 1 meter 40 hoog, 1 meter breed en 14 centimeter diep. Naast het gedenkteken is een kunststof gedenkplaat geplaatst in een frame van metaal. De tekst op de gedenksteen luidt: ‘‘Nooit meer 1940 – 1945’ en de tekst op de tegel ‘Misschien is er hoop’, met ook de Hebreeuwse vertaling van deze tekst. Met het monument worden de 24 inwoners herdacht die tijdens de Tweede Wereldoorlog door oorlogshandelingen om het leven kwamen, plus de twee Britse piloten die in de directe omgeving van het dorp neerstortten.
18
7 maart 1945 – Geert Vos
Geert Vos (Onstwedde, 26 september 1923-Osnabrück, 7 maart 1945) was het enige kind van Jurrien Vos (Holte-Onstwedde, 12 april 1890 – Onstwedde, 23 mei 1966) en Jantje Snitjer (Nieuwolda, 14 januari 1892-Stadskanaal, 17 maart 1969), die op 27 juli 1912 in Onstwedde waren getrouwd. Hun twee eerdere kinderen Sibolt (1914-1914) en Alida (1921-1922) waren zeer jong gestorven. Halverwege 1942 werd de pas 19-jarige Geert Vos net als veel dorpsgenoten voor de Arbeitseinsatz opgeroepen. ‘Dei verrekte Duutsen!’, schijnt Geert die de reputatie had zijn mening niet onder stoelen of banken te steken, te hebben gezegd. Dat zal eventjes hebben opgelucht, maar iets later had hij zich toch maar gemeld. Duitsland had in mei 1941 ongeveer 1 miljoen krijgsgevangenen en ongeveer 1,3 miljoen buitenlandse arbeiders, die het werk in de Duitse economie moesten vervangen voor Duitse jongelui die hun militaire dienstplicht vervulden. Vanuit Nederland waren op dat moment ongeveer 120.000 man in de Duitse economie werkzaam, bijna allemaal verplicht. Voor de Duitse economie was dat aantal van 2,3 miljoen ‘gastarbeiders’ nog onvoldoende. In juni 1941 werd namelijk de Sovjet-Unie binnengevallen en in tegenstelling duurde die operatie niet het voorziene ene jaar. Dat betekende onherroepelijk dat de Duitse werkkrachten onder de wapenen bleven en dat ook nieuwe lichting richting front gingen en niet richting fabriekspoorten. De Duitse economie schreeuwde dus om arbeidskrachten en steeds meer oorlogsmateriaal. Vanaf maart 1942 werd de regeling om Nederlandse arbeiders in de Duitse economie in te zetten verruimd, in mei 1943 volgde een nog scherpere regelgeving.
Geert Vos was een van de velen die zich moest melden. Waarschijnlijk werd hij in eerste instantie net over de grens geplaatst. Het zuidelijke Emsland of het Münsterland. Hij had er vanaf het begin af aan al geen zin en in de loop der tijd groeit zijn afkeer tegen de ‘slavenarbeid’ steeds meer. Dat werd nog sterker nadat de geallieerden vanaf medio 1944 vanuit het zuiden en westen oprukten. Geert kreeg er steeds meer moeite mee dat hij moest meehelpen de vijand mee te helpen de oorlog langer vol te houden. Dan was er nog het knagende gevoel van onvrijheid, de belabberde huisvesting, het slechte eten en de constante bedreiging van mishandeling. Begin maart 1945 hield hij het voor gezien, misschien wel in de wetenschap dat zijn geboortegrond ook op het punt van bevrijding stond. Geert vlucht, hij wil ‘noar hoes hèn!’ Dat is hem echter niet gelukt. Hij is onderweg echter opgepakt en teru
ggestuurd naar de plek waar hij vandaar kwam. In Onstwedde hoorde men later dat hijop 7 maart 1945 bij een bombardement in Osnabrück om het leven was gekomen. Vanaf 23 juni 1940, toen de eerste luchtaanvalop de stad vielen, tot de laatste maand van de oorlog moest de bevolking van Osnabrück in totaal 2.396 keer onderdak zoeken in kelders en schuilkelders. Het bombardement staat niet speciaal vermeld in de lange lijst van luchtaanvallen op stad. Van Geert Vos is bekend dat hij op dat moment in de stad of directe omgeving was. Er is na 7 maart 1945 geen enkel teken van leven van hem ontvangen. Op 24 maart 1946 werd vanuit het gemeentehuis in Osnabrück de verklaring afgegeven dat ene ‘Gerd Voss aus die Niederlande’ op 7 maart 1945 om 15.15 uur in het plaatselijke ziekenhuis (‘Städtliche Krankenanstalten‘) was overleden, met als doodsoorzaak ‘Entkräftung’. Dat zou meer wijzen op verzwakking door dwangarbeid dan om het leven komen bij een bombardement. Ook werd doorgegeven dat hij werd begraven op het Heger Friedhof te Osnabrück (vak/rij/nummer XI E1436). In Onstwedde kreeg de gemeente een gelijkluidend bericht van het Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis over Gerd Voss, waarna de gemeente de conclusie trok dat het de 22-jarige plaatsgenoot Geert Vos moest betreffen en hem op 25 september 1946 uit het bevolkingsregister schreef.
