WERK IN UITVOERING
Duiven, 17 maart 2018
De oudste dochter werd in de loop van 2017 haar woning in Tolkamer helemaal beu. Constant was er wel wat gezeur met andere bewoners en in de zomer was het er altijd bloedheet. Woonstichting Vryleve deed namelijk haar naam geen eer aan door te besluiten dat de ramen slechts op een kiertje geopend mochten worden en aangezien haar ramen op het zuiden waren gericht, hield dat in dat de godganse dag de zon op haar kamer was gericht. Haar woning was bovendien op de derde verdieping en de only way out was de trap naar beneden. De stichting was zo slim geweest niet te zorgen voor een nooduitgang als er brand uit zou breken. Dat zou maar extra kosten met zich meebrengen. Niet bepaald ‘vrij leven’. Dat de bewoners van de bovenste etage dan wel eens als ratten in de val zouden zitten, deerde hen niet. Voor dochter A., die toch een beetje claustrofobische neigingen had, een alarmerend gegeven. Vanaf het moment dat ze haar appartement in de oude marechausseekazerne betrok, voelde ze zich nooit echt op haar gemak, maar alle berichten hierover waren bij Vryleve aan dovemansoren gericht. Daar kwam in 2017 bij dat ze haar opleiding had afgemaakt en dat het voor het vinden van een leuke baan aantrekkelijk was te kijken naar een plaats met goede aansluitingen op het openbaar vervoer. Dan kwamen in wezen slechts twee plaatsen in aanmerking: Zevenaar en Duiven.
Het werd Duiven. Ze kon daar een appartement krijgen, maar werd erbij gezegd: ‘Er moet wel het een en ander aan gebeuren’. Dat kon je wel zeggen. Ergens in januari 2018 konden we eens gaan opmaken wat dan die paar opknapkarwijtjes zouden zijn. Praktisch ingesteld als Dinie altijd was, had ze een notitieboekje en balpen meege-nomen om de schade eens op te nemen. Dat bleek geen overbodige luxe te zijn. De woning was eigenlijk één grote puinzooi, jarenlang bewoond door een junkiestel. De buren op de galerij lieten al direct weten zo ontzettendblij te zijn dat de woningbouwvereniging er eindelijk is was geslaagd het stel de woning uit te zetten. De kozijnen en deuren hadden overduidelijk in jaren geen likje verf gekregen. Enkele deuren waren ooit ingetrapt en hadden complete gaten. Een enkele hing oo
k helemaal scheef. Het keukenblok, dat zo te zien uit de jaren zeventig stamde, was zodanig vernield dat het als een gevaar voor de openbare gezondheid moest worden beschouwd. In de woonkamer waren hier en daar complete stukken behang verdwenen. Het toilet was verstopt en er kwam een behoorlijke stank uit. De badkamer was niet veel beter. De stoppen waren uit de meterkast verdwenen en ook de knoppen van de centrale verwarming waren niet allemaal aanwezig. De bovenste etage was ietsje minder erg, maar ook hier kon Dinie in haar boekje heel wat noteren. Uiteindelijk kon een zeer lange lijst aan woningbouwvereniging Bastion worden afgegeven, met het verzoek namens dochterlief dit eerst maar eens op te knappen voordat de woning kon worden aanvaard en door ons verder onder handen kon worden genomen.
De woningbouwvereniging werkte bijna de hele lijst keurig af. De woning was haast onherkenbaar toen de tientallen grote en kleine gebreken door hen waren verholpen. Meest gezichtsbepalende was wel de compleet nieuwe keuken. Een paar zaken moesten we natuurlijk echt zelf aanpakken, voornamelijk het schilderwerk en leggen van het laminaat. Dochterlief stond erbij te koekeloeren, amper overziend wat er allemaal moest gebeuren en al helemaal niet wetend hoe dat dan moest gebeuren. Wat ze wel glashelder zag, was wie dat moesten gaan doen. Inderdaad, Dinie en ik. Natuurlijk eerst het schilderwerk, waarvoor ik vooral de bovenverdieping ‘mocht’ doen. Een mooi, spitst toelopend plafond, waarbij ik op de hoogste tree van een behoorlijk hoge trap maar net het bovenste gedeelte kon bereiken. Best een uitdaging voor iemand met en beetje hoogtevrees. Dinie deed vooral het schilderwerk beneden, met een zwarte wand als blikvanger in de woonkamer. Echt een kolfje naar haar hand trouwens. Ze mopperde zo af en toe wel, maar stiekem zat, lag en stond ze flink te genieten.

