CHARLOTTE UHRIG
Charlotte Uhrig (Berlijn, 26 februari 1907 – Berlijn, 17 oktober 1992) werd geboren als Charlotte Kirst. Na de lagere school en een handelsschool te hebben doorlopen, voltooide Charlotte Kirst een commerciële opleiding en werkte daarna als kantoorbediende. Ze werd lid van het Zentralverband der Angestellten. Over haar jeugdjaren is verder weinig meer bekend dan dat ze al op jonge leeftijd lid was van de Sozialistischen Arbeiterjugend (SAJ), de socialistische jongerenvereniging die banden had met alle sociaaldemocratische partijen in Duitsland en Oostenrijk. In de Weimarrepubliek werd de SAJ op 29 oktober 1922 opgericht uit de jongerenverenigingen van de Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD) en de Unabhängige Sozialdemokratische Partei Deutschlands (USPD), toen deze partijen fuseerden. De SAJ had na de fusie ongeveer 110.00 leden. Charlotte Kirst, ongetwijfeld afkomstig uit een ‘rood nest’, zal er vanaf het begin bij aangesloten zijn geweest. In 1926 stapte ze over naar de SPD. Van 1928 tot 1933 werkte ze als secretaris in de SPD Reichstag-fractie, onder meer voor Rudolf Breitscheid (2 November 1874 – 28 August 1944). Dat voor de SPD de woordvoerder over buitenlandse zaken en was ook lid van de Duitse delegatie bij de Verenigde Staten. Toen de nazi’s in januari 1933 aan de macht kwamen, was hij een van de leden van de Rijksdag die tegen de invoering van de Machtigingswet stemde. Ze werkte daarna nog een tijdlang als stenograaf binnen de Rijksdag. Hij vluchtte daarna naar Frankrijk, waar hij in 1941 door de Gestapo werd gearresteerd. Hij stierf uiteindelijk in augustus 1944 op zeventigjarige leeftijd in concentratiekamp Buchenwald.
Eind twintiger jaren stapte Charlotte over naar de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD), die toen elke samenwerking met de SPD afwees omdat men het opkomende nationaalsocialisme van Adolf Hitler wilde bestrijden. De leus van de communisten daarbij was: ‘Wer hat uns verraten? Sozialdemokraten!‘ Omgekeerd beschouwden de meeste sociaaldemocraten de communisten als roodgelakte fascisten. Direct nadat Hitler in januari 1933 aan de macht was gekomen, werd Charlotte Kirst actief in het verzet. Via wederzijdse vrienden ontmoette ze Robert Uhrig, kort na zijn vrijlating uit de gevangenis van Luckau op 16 maart 1936. Robert Uhrig was in 1934 tot 21 maanden gevangenisstraf veroordeeld en zette na zijn vrijlating zijn verzet tegen het naziregime voort en richtte opnieuw communistische verzetsgroepen op. In trouwden ze en gingen wonen in Schöneberg, een van de bijna honderd kleine gemeenten die in 1920 door het oprukkende Berlijn werden geannexeerd.
Charlotte Uhrig steunde niet alleen de verzetsactiviteiten van haar man, maar had ook haar eigen contacten met verzetsleden voordat ze elkaar ontmoetten. Daaronder Hilde Seigewasser en Charlotte Breitbach, die ze nog kenden uit haar jeugdjaren bij de SAJ. Ze had ook contacten met Europäische Union, een Berlijnse verzetsgroep die die op 15 juli 1943 werd opgericht door Georg Groscurth (1904-1944), zijn echtgenote Anneliese Groscurth-Plumpe (1907-1992) en Robert Havemann (1910-1882). De groep pleitte voor het herstel van de democratische rechten en vrijheden en voor een verenigd, vrij en socialistisch Europa. Ze probeerde het binnenlandse verzet te versterken door contact te leggen met het verzet van buitenlandse dwangarbeiders. De groep verborg degenen die door het naziregime werden vervolgd en voorzag hen van identiteitskaarten, voedsel en informatie. Al sinds 1941 had Europäische Union contact met de KPD-verzetsgroep rond Robert en Charlotte Uhrig, die vanaf 1937 voor de KPD werkte in het kantongerecht Schöneberg. Zij steunden vervolgde en gevangengenomen kameraden en hun familieleden door geld en voedsel in te zamelen en te bemiddelen in hun contacten. Een ander verzetsgroep waarmee men contact had de communistische Uhrig-Römergruppe van haar echtgenoot Robert Uhrig en de advocaat Josef Römer, waarover later meer.
Vanaf 1941 werkte Charlotte Uhrig als hoofd van een personeelsafdeling in de vliegtuigmotorenfabriek van Daimler-Benz in Berlijn-Marienfelde. Daar verkreeg ze in hetzelfde jaar geheime documenten en informatie over de Duitse wapenindustrie, die Robert Uhrig kon doorgeven aan de Sovjet-ambassade. Tijdens de golf van arrestaties tegen de Uhrig-groep in februari 1942 bleef Charlotte onopgemerkt. Ze bezo
cht haar echtgenoot Robert verschillende keren terwijl ze in de gevangenis zat en smokkelde informatie in en uit. Ze bleef actief in het verzet en werd pas op 9 september 1943 gearresteerd wegens steun aan familieleden van gevangengenomen kameraden en contacten met Europäische Union. Uit het rechtbankverslag: ‘Toen in februari 1942 maatregelen van de staatspolitie begonnen tegen de communistische groep onder leiding van Robert Uhrig en de arrestatie van de functionarissen, waaronder de echtgenoot van de beschuldigde Breitbach, besloten de beschuldigde Seigewasser, Uhrig en Hinz (…) enige vorm van steun te verlenen onderling en om hun bekende gelijkgestemde mensen te initiëren in de stijl van “Rode Hulp” en, onder leiding van de beschuldigde Seigewasser, een fonds te vormen waaruit de familieleden van de gearresteerde mensen zouden gaan zou kunnen worden ondersteund. De beschuldigde Seigewasser en ook de beschuldigde Uhrig doneerden hiervoor 5 RM per maand. n juli werd de verdachte, Seigewasser, door Richter geïnformeerd over het bestaan en de doelstellingen van de Europese Unie. Richter wees erop dat de organisatie relaties onderhield met buitenlandse arbeiders (…), dat de organisatie een verzamelplaats vertegenwoordigde voor linkse politieke krachten om de macht te grijpen in de verwachte ineenstorting van Duitsland, en (…) dat Richter en zijn gelijkgestemde mensen regelmatig bijeenkomsten hadden. Via Richter ontmoette ze ook andere EU-functionarissen, Havemann, Groscurth en Rentsch.’
Ze zat in voorlopige hechtenis in de rechtbankgevangenis van Brandenburg/Havel. Ze werd op 17 april 1944 door de Volksrechtbank vrijgesproken omdat er geen verzetsactiviteit kon worden bewezen, werd tot het eind van de oorlog vastgehouden in het vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück. Haar strijdmakkers Elfriede Tygör en Charlotte Eisenblatt werden op 25 augustus 1944 samen met andere leden van de Uhrig-Römer-groep geëxecuteerd in de gevangenis van Berlijn-Plötzensee. ‘Mijn laatste gedachte is voor jou en een vrije mensheid’, schreef Robert Uhrig kort voor zijn executie in een afscheidsbrief aan zijn vrouw Charlotte.
Onmiddellijk na het einde van de oorlog keerde Uhrig terug naar Berlijn-Schöneberg, getekend door haar gevangenschap. Onder haar leiding werd na een vrouwenbijeenkomst in het district in mei 1945 een antifascistische vrouwencommissie gevormd. Ze leidde deze tot 1946 en verhuisde daarna naar Oost-Berlijn. Daar werkte ze als administratief medewerker en politiek medewerker in het staatsapparaat van de DDR. Ze was betrokken bij de Vriendenkring Ravensbrück. In de DDR was ze betrokken bij de openbare herdenking van haar echtgenoot, waarnaar in de DDR veel instellingen waren vernoemd. Kort voor haar dood op 17 oktober 1992 overhandigde ze de schriftelijke nalatenschap van haar en Robert Uhrig aan het centrale partijarchief van de SED. Ze heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het leren begrijpen van de geschiedenis van de Uhrig-Römer-groep. Charlotte Uhrig werd begraven in het graf van haar ouders op een begraafplaats in Berlin-Pankow. De naam van haar man was ook op de grafsteen gegraveerd. Het graf is in 2012 met de grond gelijkgemaakt en is de grafsteen vermalen.
Op 1 december 2022 verwierp de culturele commissie van de districtsraad Tempelhof-Schöneberg het verzoek van de parlementaire fractie Die Linke om een gedenkplaat voor Charlotte Uhrig te plaatsen naast de bestaande gedenkplaat voor haar echtgenoot in het voormalige huis van Robert en Charlotte Uhrig op Wartburgstraße. De aanvraag is ingediend in overleg met de Vereinigung der Verfolgten des Naziregimes (VVN-BdA). De doorslaggevende reden voor de afwijzing was ‘dat Uhrig naar Oost-Berlijn verhuisde en daar als administratief medewerker en politiek medewerker in het DDR-staatsapparaat werkte’. Stupiditeit kent geen tijd.

