ROOIE KOEIEN OP HET STRAND
De Snelbinder gaat honderden meters over de Waal. Een enkele keer passeert een trein met donderend lawaai over de brug die er pal naast ligt. Meestal echter is het stil, soms komt, amper hoorbaar, een fietser voorbij. Steeds weer bleef Dinie vanaf de Snelbinder kijken naar de stad en naar de langsvarende boten. Vanuit Duitsland kwam de Poseidon met grote snelheid aan. De tanker was zo te zien erg leeg en dan gaat het stroomafwaarts met een flinke vaart. Vanaf het moment dat het schip onder de Waalbrug in zicht kwam tot het moment dat ook het laatste stukje van de boot onder ons uit het zicht verdween, bleven we hem volgen. En net op dat moment kwam tergend langzaam het Duitse schip Renus-Schub 1 tevoorschijn, die twee duwbakken stroomopwaarts vervoerde. De ene grotendeels leeg, maar de andere bak tot de nok gevuld met steenkool, die wel ergens in het Ruhrgebied moest worden afgeleverd. Het duurde vrij lang voor het schip een beetje uit het zicht geraakte.
Op de tweede helft van de Snelbinder werd de aandacht verplaatst naar het rustige strandje in Lent. Gewoon een van de vele kleine zandvlaktes tussen de kribben in de rivier. Daar was vroeger nooit een sterveling op te bekennen, maar sinds de Snelbinder was geplaatst, was hier ook een punt gecreëerd waar wandelaars en fietsers de Snelbinder konden verlaten. Een goed moment dus om te ontdekken dat je hier net zo goed even een strandje kunt maken. Ruimte genoeg. In 2007 maakte slechts een enkeling gebruik van deze ruimte met haar uitzicht op Nijmegen. Vandaag de dag is het vele malen drukker en tijdens de Zomerfeesten wordt hier voor duizenden feestvierders snoeiharde ‘muziek’ gedraaid. In juni 2007 was het rustig, zeer rustig. Slechts een paar auto’s van enkele zeldzame badgasten.
Sommige bleven zo dicht mogelijk bij de brug liggen. Waarom zou je verder lopen dan nodig is, leek hier het motto te zijn. Anderen waren vlak bij de eerste krib gaan liggen, die er opvallend groen bij lag. Een enkeling was met de kleintjes voorbij de krib gegaan, op het tweede strandje zeg maar. Aan het eind van dat strandje stond bij de krib een grote boom, waar een stuk of tien koeien de schaduw hadden opgezocht. Als leek kon ik niet zien of het hier nu ging om Maas-Rijn en IJsselvee of om Roodbont Fries vee. Voor mij zien die er exact hetzelfde uit. En niet alleen dat, ook een beetje afschrikwekkend. Voor mij als stadsjongen zien ze er ogenschijnlijk rustig en vredelievend uit, maar ook groot en een beetje dreigend die die hoorns en donkere blik in hun ogen. Ik loop er dus het liefst met een behoorlijk boogje omheen. Dinie niet, die is op de boerderij opgegroeid en loopt er zo op af, aai ze eens over de kop en geeft een ferme klap op de flanken. Gaf mij mooi de gelegenheid snel de smalle strook tussen die gevaarlijke koebeesten en het kabbelende water van de Waal te passeren. Achter mijn rug hoorde ik Dinie zachtjes lachen en ik kon het haar niet kwalijk nemen. Ze nam nog even tijd om rustig voor de fotograaf te passeren. Daarna voerde een smal, met gras begroeid pad naar het dorp Lent. Het werd tijd voor een licht alcoholische versnapering.

